29 398
Maatregelen verkeersveiligheid

nr. 167
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2009

In vervolg op mijn brief van 9 juni jongstleden (kamerstuk 29 398, nr. 161) over mijn toezegging aangaande het reserveringssysteem CBR, doe ik u hierbij de uitkomsten van de evaluatie van fase 1 van het nieuwe reserveringssysteem toekomen.1

In deze brief zal ik achtereenvolgens ingaan op de aanleiding van het nieuwe reserveringssyteem, de totstandkoming van het nieuwe systeem, de uitkomsten van de evaluatie van fase 1, de geconstateerde verbetermogelijkheden, de conclusie van de evaluatie en het vervolgproces.

Aanleiding nieuw reserveringssysteem

Begin 2008 waren de reserveringstermijnen voor praktijkexamens van het CBR aanzienlijk hoger dan de toen geldende norm van 6–8 weken. In april 2008 heb ik het CBR een aanwijzing gegeven om maatregelen te treffen om de reserveringstermijnen binnen de toen geldende norm te krijgen.

Het CBR heeft naar aanleiding van mijn aanwijzing een aantal tijdelijke maatregelen getroffen om de reserveringstermijnen te verminderen. Deze tijdelijke maatregelen betroffen o.a. het inzetten van extra capaciteit door middel van overwerk en het remmen van de vraag naar examencapaciteit door middel van een quoteringsysteem. Het was het CBR bekend dat deze tijdelijke maatregelen onvoldoende waarborgen boden om de reserveringstermijnen structureel binnen de gestelde norm te houden. Het CBR is om die reden in overleg met de branche (BOVAG en FAM) getreden om structurele oplossingen te bedenken. Daarbij is door de betrokken partijen geconstateerd dat het probleem van de lange reserveringstermijn hoofdzakelijk werd veroorzaakt doordat rijscholen vrijwel ongelimiteerd examencapaciteit in een korte periode konden reserveren. In tijden van vermeende schaarste (met name in het voorjaar) werd van die mogelijkheid ruimschoots gebruik gemaakt. Een substantieel deel van de gereserveerde capaciteit werd uiteindelijk echter niet benut. Gesteld kan worden dat de door de rijscholen gereserveerde capaciteit niet in relatie stond met het aantal examenkandidaten en dat er sprake was van «overvraag».

Structurele oplossing

Het CBR heeft in overleg met de BOVAG en FAM geconstateerd dat het reserveren van examens op naam een structurele oplossing biedt voor de reserveringsproblematiek, aangezien daarmee een realistische vraag naar examencapaciteit zou ontstaan op basis waarvan het aanbod van examens door het CBR kan worden afgestemd. Deze oplossing heeft voor de kandidaat als voordeel dat tijdig duidelijkheid ontstaat over de datum waarop examen kan worden gedaan. Daarnaast heeft deze oplossing als voordeel dat alle rijscholen op gelijke wijze worden behandeld. Voorheen konden grote rijscholen namelijk op basis van de quoteringsformule meer examens inkopen. De hiervoor genoemde uitgangspunten voor de nieuwe reserveringssystematiek onderschrijf ik. De aanpak is door betrokken partijen in december 2008 vastgelegd in een convenant. Vanuit praktische overwegingen is gekozen om de nieuwe reserveringssystematiek gefaseerd, in drie fasen, in te voeren.

Tegen de invoering van de nieuwe reserveringssystematiek is vanuit de rijschoolbranche begin 2009 kritiek geuit. Enerzijds bleek sprake te zijn van onbekendheid over de maatregelen, anderzijds leefde het vermoeden dat de kleine rijscholen met de nieuwe maatregelen onevenredig benadeeld zouden worden. Tevens werd aangegeven dat de belangen van de kleine rijscholen onvoldoende werden behartigd. Dit heeft ondermeer geresulteerd in de oprichting van de WRB (inmiddels VRB). Ik heb mij hard gemaakt om deze partij volwaardig gesprekspartner te laten zijn voor het CBR. Ik heb vernomen dat dit inmiddels naar tevredenheid van betrokken partijen is geëffectueerd.

In het kader van de invoering van de nieuwe reserveringssystematiek hebben het CBR en de BOVAG in maart 2009 een groot aantal informatiebijeenkomsten georganiseerd in het hele land. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten is besloten om al meteen bij de start van fase 1 per 1 april 2009 twee aanpassingen door te voeren die de flexibiliteit voor de rijschoolbranche vergroten.

Fase 1: Reserveren op naam van herexamens

Fase 1 van de nieuwe reserveringssystematiek heeft uitsluitend betrekking op de herexamens. Sinds 1 april 2009 kunnen deze herexamens alleen nog op naam worden gereserveerd. Daarbij is het voor rijscholen mogelijk om de reservering eenmalig te ruilen voor een andere kandidaat binnen dezelfde rijschool. In deze fase is de flexibele quotering voor de eerste examens en de zogenoemde tussentijdse toetsen van kracht gebleven.

Uitkomsten evaluatie fase 1

In het kader van de evaluatie van fase 1 is door een onafhankelijk bureau in de periode van 18 mei tot 4 juni 2009 een enquête uitgevoerd onder de rijscholen. Daarnaast is de ontwikkeling van de reserveringstermijnen onderzocht en heeft het CBR ervaringen met de nieuwe systematiek verzameld.

De enquêteresultaten geven een gemengd beeld. Door een kleine meerderheid wordt het principe van het reserveren op naam ondersteund. De kleine rijscholen blijken zowel het principe van reserveren op naam, als de effecten van fase 1 positiever te ervaren dan de grote rijscholen. De communicatie vanuit het CBR is over het algemeen als matig ervaren. Wel blijkt het merendeel van de geënquêteerden van mening te zijn dat zij voldoende op de hoogte zijn gebracht van de voorgenomen maatregelen.

Uit de meting van het verloop van de reserveringstermijnen blijkt dat de reserveringstermijn van zowel de herexamens, als van de eerste examens in het voorjaar van 2009 aanzienlijk lager waren dan in dezelfde periode in voorgaande jaren. Landelijk gezien lagen de reserveringstermijnen zelfs onder de nieuwe termijnen voor herexamens (5 weken) en eerste examens (7 weken). Regionaal waren er een aantal uitschieters.

Uit de evaluatie blijkt dat de invoering van fase 1 gepaard is gegaan met de nodige aanloopproblemen. Deze aanloopproblemen zijn door het CBR tijdig gesignaleerd en proactief opgepakt. Zowel als gevolg van deze aanloopproblemen, als vanwege een hogere vraag naar rijexamens is er op bepaalde examenlocaties druk ontstaan op de reserveringstermijn van de eerste examens. Het CBR heeft hierop gereageerd door tijdelijk extra capaciteit vrij te maken door middel van overwerk en de tijdelijke invoering van verlofbeperking voor examinatoren.

Het CBR constateert terecht dat de informatievoorziening richting de branche in eerste instantie niet optimaal is geweest.

Geconstateerde verbetermogelijkheden

In de enquête is tevens de mening van de rijscholen gevraagd over een drietal verbetermogelijkheden (pagina 6 van het evaluatierapport) die voortkomen uit de afstemming met de branche. Uit de enquête blijkt dat deze verbetermogelijkheden, die zullen leiden tot een grotere flexibiliteit en deels zijn gericht op de kleinere rijscholen, zeer positief zijn ontvangen. Het CBR heeft de technische aanpassingen in het systeem niet voor de invoering van fase 1 weten te realiseren en heeft er om pragmatische redenen voor gekozen om deze aanpassingen te koppelen aan een bredere ICT aanpassing, die voor juli 2009 gepland staat.

Conclusie van de evaluatie

Het CBR concludeert op basis van de evaluatie dat de reserveringstermijnen voor herexamens sinds de invoering van fase 1 (ruim) binnen de gestelde norm is gebleven.

Na een «valse start», als gevolg van aanloopproblemen in april en niet optimale communicatie, is de kritische opstelling van de branche van begin 2009 omgeslagen in een positievere houding en wordt de aanpak door een kleine meerderheid ondersteund. Tevens blijkt er een grote steun te zijn voor de geconstateerde verbetermogelijkheden. Het CBR constateert dat de reserveringstermijnen voor herexamens nu beheersbaar zijn, terwijl dat voor de eerste examens en tussentijdse toetsen nog niet het geval is. Om die reden pleit het CBR voor een invoering van het reserveren op naam voor alle praktijkexamens voor de personenauto. Ik onderschrijf dit voorstel van het CBR en constateer dat deze lijn ook door de BOVAG, de FAM en de VRB wordt ondersteund. Mijn voornemen is dan ook om de betrokken partijen de ingezette koers voort te laten zetten.

Vervolg implementatie reserveringssysteem

Zoals ik u heb toegezegd zal pas met een volgende fase van het nieuwe reserveringssysteem worden gestart, nadat de resultaten van de eerste fase van het nieuwe reserveringssystematiek met u zijn besproken. Van het CBR heb ik vernomen dat de planning van de invoering van het nieuwe reserveringssysteem onder druk staat, omdat het CBR de invoering graag afrondt vóór het voorjaar 2010. De ervaring van de afgelopen jaren leert immers dat in het voorjaar altijd sprake is van een grote vraag naar examens. Daarnaast heeft de invoering van het nieuwe reserveringssysteem ook invloed op andere ICT vernieuwingen. Het CBR heeft aangegeven de totale ICT vernieuwingen per 1-1-2010 te willen afronden om verdere prestatieverbetering te kunnen realiseren. In de huidige planning heeft het CBR de invoering van fase 2, tezamen met de geconstateerde verbetermogelijkheden van fase 1, voorgenomen in juli 2009. Ik stel daarom voor om vóór het zomerreces met u over de uitkomsten van de evaluatie van fase 1 te spreken, zodat bij een positieve uitkomst het CBR de invoering van het nieuwe reserveringssysteem kan voortzetten.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven