29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 1087 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2023

In deze brief wordt de Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV), geïnformeerd over de aanpak van zware verkeersovertreders. Zo is op 1 december 2022 in de Kamer een motie van de leden Koerhuis en Alkaya aangenomen, die de regering verzoekt de Kamer te informeren over de mogelijkheden tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) om aan bestuurders die zware overtredingen hebben begaan een levenslange rijontzeggingen op te kunnen leggen.1 Tijdens het begrotingsdebat (Handelingen II 2022/23, nr. 30, item 17) is aangegeven dat deze motie breder wordt geïnterpreteerd en dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) samen met JenV gaat onderzoeken wat mogelijk is om beter op te treden tegen roekeloos rijgedrag. Verder wordt de Kamer in deze brief ook geïnformeerd over de opvolging van de motie-Koerhuis hoe de WVW kan worden gewijzigd, zodat zware verkeersovertreders een rijgedragsmaatregel opgelegd kunnen krijgen en pas onder toezicht van een monitoringskastje weer op de weg mogen.2 Met deze brief wordt uitvoering gegeven aan deze moties.

Strafrechtelijke handhaving

De huidige rijontzegging in de WVW

De mogelijkheid tot oplegging van een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen (hierna: rijontzegging) is opgenomen in artikel 179 van de WVW. De rijontzegging kan worden opgelegd aan een bestuurder die voor een van de in dat artikel genoemde strafbare feiten wordt veroordeeld. Hieronder vallen onder andere het veroorzaken van een verkeersongeval (artikel 6 WVW), rijden onder invloed (artikel 8 WVW), het opzettelijk schenden van verkeersregels waardoor ernstig gevaar ontstaat (zeer gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen, artikel 5a WVW) en het veroorzaken van gevaar of hinder op de weg (artikel 5 WVW). De rijontzegging kan bij ernstige overtredingen voor maximaal vijf jaar worden opgelegd. In geval van recidive bedraagt deze maximale termijn tien jaar (artikel 179, eerste en vierde lid, WVW). In geval van een veroordeling voor doodslag of moord in het verkeer bedraagt de maximale termijn tien jaar, ook als geen sprake is van recidive (artikel 179a, eerste lid, WVW). Indien een bestuurder een opgelegde rijontzegging overtreedt door toch een motorrijtuig te besturen, levert dit een apart strafbaar feit op waarvoor diegene kan worden vervolgd. In dat geval kan door de rechter een gevangenisstraf van maximaal een jaar of geldboete van de vierde categorie (€ 22.500), alsook een nieuwe rijontzegging worden opgelegd. Een rijontzegging betekent dat iemand verplicht is het rijbewijs in te leveren en dat diegene voor de periode van de ontzegging geen motorvoertuig mag besturen. De periode van de rijontzegging gaat pas in na het uitzitten van een eventuele gevangenisstraf.

Mogelijkheid tot levenslange rijontzegging

Wij zien het grote leed dat ongelukken als gevolg van verkeersovertredingen en verkeersmisdrijven bij slachtoffers en nabestaanden kunnen veroorzaken. Het roekeloze en gevaarlijke rijgedrag van sommigen is een ernstige minachting van het risico op het leed dat dit met zich meebrengt. Forse straffen, waaronder ook langdurige rijontzeggingen, zijn dan ook gepast.

De eerste motie van het lid Koerhuis verzoekt de regering in dat verband om de Kamer te informeren over hoe de WVW zodanig kan worden aangepast dat het mogelijk wordt voor de rechter om een levenslange rijontzegging op te leggen. De huidige maximale termijnen van de rijontzegging zijn opgenomen in de artikelen 179 en 179a van de WVW. Het mogelijk maken van een levenslange rijontzegging zou aanpassing van die artikelen vergen. Dit betekent dat een wetsvoorstel tot stand moet worden gebracht dat achtereenvolgens in consultatie wordt gegeven, door de ministerraad wordt behandeld en aan de Afdeling advisering van de Raad van State wordt voorgelegd. Daarna dient het wetsvoorstel te worden behandeld in de Tweede en de Eerste Kamer.

JenV heeft vanuit de praktijk geen signalen ontvangen dat er behoefte is aan het mogelijk maken van een levenslange rijontzegging. De maximale termijn voor het opleggen van een rijontzegging is op dit moment al fors, waarbij deze termijn van maximaal tien jaar pas begint te lopen na de opgelegde gevangenisstraf. Het Openbaar Ministerie (OM) geeft aan dat oplegging van de maximale duur van de rijontzegging momenteel slechts enkele malen per jaar gebeurt en vrijwel uitsluitend in geval van levensdelicten waarbij het voertuig als wapen is gebruikt. De rechter kan bovendien voor verschillende feiten meerdere lange rijontzeggingen opleggen waardoor de totale duur van de rijontzegging al boven de tien jaar uitkomt. Het OM geeft aan te verwachten dat een eventuele levenslange rijontzegging vrijwel nooit zal worden geëist of zal worden opgelegd door de strafrechter.

Een dergelijke aanpassing zal mogelijk, ook bij slachtoffers, verwachtingen opwekken die in de praktijk niet worden waargemaakt. De Minister van JenV gaat daarom nu niet over tot het introduceren van een levenslange rijontzegging. Het voorgaande doet er niet aan af dat roekeloos rijgedrag volstrekt onaanvaardbaar is en daarom zetten IenW en JenV in op een stevige aanpak van zware verkeersovertreders. Het vervolg van deze brief licht deze aanpak nader toe.

Ervaringen wettelijke aanscherping op roekeloos rijgedrag in het strafrecht

In de motie van de leden Koerhuis en Alkaya wordt ingegaan op overtreders die opzettelijk het risico nemen zware verkeersongevallen te veroorzaken. Zoals eerder is gemeld aan de Kamer in de Kamerbrief over de stand van zaken van de verkeersveiligheid in november 2022,3 zijn er met de Wet «aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten» per 1 januari 2020 aanscherpingen geweest in het strafrecht om roekeloos rijgedrag sneller bewijsbaar te maken. Deze wetswijziging geeft de rechtspraktijk meer handvatten om in zaken naar aanleiding van ernstige verkeersongevallen tot een bewezenverklaring van roekeloosheid te komen.

Daarnaast bevat de genoemde wet verschillende andere wijzigingen waarmee daders van ernstige verkeersdelicten steviger kunnen worden aangepakt. Zo is het strafmaximum voor gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen verhoogd (artikel 5 WVW) en is met het nieuwe artikel 5a WVW een afzonderlijke strafbaarstelling geïntroduceerd voor zeer gevaarlijk rijgedrag dat zonder (ernstige) gevolgen is gebleven. Hiervoor kan maximaal twee jaar gevangenisstraf worden opgelegd.

Ook zijn de strafmaxima voor rijden onder invloed, doorrijden na een ongeval en rijden zonder (geldig) rijbewijs verhoogd. Deze wijzigingen verbeteren de mogelijkheden om in verschillende soorten verkeerszaken – zowel zaken met (dodelijke) slachtoffers als zaken waarin het rijgedrag zonder gevolgen blijft – forse straffen op te kunnen leggen.

De eerste ervaringen met deze wetswijziging zijn positief. In gevallen waarbij anderen in levensgevaar worden gebracht, kan roekeloos rijgedrag nu sneller bewezen worden. De wet wordt in 2025 geëvalueerd.

Wetsvoorstel verbetering aanpak rijden onder invloed

Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan het wetsvoorstel verbetering aanpak rijden onder invloed. De maatregelen uit dit wetsvoorstel zijn niet alleen van toepassing op bestuurders die onder invloed hebben gereden, maar dragen ook bij aan de aanpak van andere overtredingen waarvoor een ontzegging van de rijbevoegdheid kan worden opgelegd. Met het wetsvoorstel wordt voorgesteld de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten te schrappen omdat deze onvoldoende effectief4 is, en drie nieuwe maatregelen te introduceren:

  • 1) het dadelijk uitvoerbaar kunnen verklaren van de rijontzegging. Hierdoor wordt een rijontzegging direct van kracht, ook in afwachting van een eventueel hoger beroep;

  • 2) de mogelijkheid om ten aanzien van een veroordeelde die een rijontzegging schendt vervangende hechtenis toe te passen; en

  • 3) de mogelijkheid voor de rechter om in aanvulling op een rijontzegging het rijbewijs ongeldig te verklaren. De betrokkene moet dan na afloop van de rijontzegging opnieuw zijn rijgeschiktheid en rijvaardigheid aantonen om weer een nieuw rijbewijs te krijgen en te mogen deelnemen aan het verkeer.

Het wetsvoorstel ligt op dit moment ter advisering voor bij de Afdeling advisering van de Raad van State.

Bestuursrechtelijke handhaving

Update oplegging nieuwe educatieve maatregelen

Bestuurders die ernstige verkeersovertredingen begaan, kunnen strafrechtelijk (middels geldboete, rijontzegging of gevangenisstraf) en bestuursrechtelijk worden aangepakt. Enkele samenhangende trajecten om zware verkeersovertreders effectiever aan te pakken in het bestuursrecht lopen op dit moment. Zo heeft het CBR per 1 april 2023 de Lichte Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (LEMG) geïntroduceerd, waar de Kamer eerder ook over is geïnformeerd.5 De LEMG wordt opgelegd bij snelheidsovertredingen tussen de 50 en 60 km/u boven de snelheidslimiet en bij snelheidsovertredingen tussen de 30 en 60 km/u boven de snelheidslimiet voor bromfietsen of (land)bouwvoertuigen en bij wegwerkzaamheden. De verwachting is dat deze maatregel een groep bestuurders bereikt die qua gedrag bij te sturen is met deze gedragsbeïnvloedende cursus. In de periode 1 april 2023 tot en met eind november 2023 heeft het CBR ongeveer 2.140 keer een besluit tot oplegging LEMG genomen.

Daarnaast zijn ook per 1 april 2023 de instroomcriteria voor de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) aangepast, zodat deze aansluiten op de LEMG. De EMG wordt opgelegd bij snelheidsovertredingen van meer dan 60 km/u boven de snelheidslimiet of meerdere andere zware overtredingen zoals het overtreden van artikel 5 van de WVW (het veroorzaken van gevaar of hinder op de weg). In de periode 1 april 2023 tot en met eind november 2023 heeft het CBR ongeveer 3.000 keer een besluit tot oplegging EMG genomen.

Naast deze educatieve maatregelen, is per 1 april 2023 ook de Educatieve Maatregel Drugs en verkeer (EMD) ingevoerd. Het CBR legt deze maatregel op aan bestuurders die voor het eerst worden aangehouden voor het rijden onder invloed van drugs. Deze bestuurders krijgen in een cursus handvatten aangereikt om hun gedrag aan te passen. Als er bij het CBR een contra-indicatie is dat een cursus geen passende maatregel is – zoals een vermoeden van alcohol- en/of drugsafhankelijkheid – zal alsnog in plaats van een EMD een vorderingenonderzoek drugs6 worden opgelegd. Door deze aanpak wordt vermeden dat zware drugsgebruikers eerst naar een gedragsmaatregel gaan. In de periode 1 april 2023 tot en met eind november 2023 heeft het CBR ongeveer 1.850 keer een besluit tot oplegging EMD genomen.

Pilots monitoring op snelheid

De Kamer wordt geïnformeerd over de laatste stand van zaken over de pilots van het monitoren van snelheidsgedrag door zware verkeersovertreder naar aanleiding van de motie Koerhuis over hoe de WVW kan worden gewijzigd, zodat zware verkeersovertreders een rijgedragsmaatregel opgelegd kunnen krijgen en pas onder toezicht van een monitoringskastje weer op de weg mogen

Het CBR kan bij een vermoeden van gebrekkige rijvaardigheid, door bijvoorbeeld zware verkeersovertredingen, een rijvaardigheidsonderzoek opleggen om daarmee te controleren of iemand nog veilig aan het verkeer kan deelnemen. Het CBR werkt voor deze zware overtreders aan twee kleinschalige verkennende pilots met een systeem in de auto om de snelheid van bestuurders te monitoren. In de ene pilot wordt een «drive tag» (een app) gebruikt om de snelheid van de bestuurder te monitoren. Vervolgens wordt de bestuurder voorzien van feedback in een coachgesprek. De andere pilot betreft een «black box» in combinatie met een rijbewijsslot. Dit is een ingebouwd monitoringskastje om de snelheid te monitoren.

Deze pilots beogen het antwoord te geven op de vraag of deze wijze van monitoring en feedback geven mogelijk, uitvoerbaar, proportioneel en in te zetten is als onderdeel van het rijvaardigheidsonderzoek dan wel de EMG. De eerste tussentijdse resultaten van de pilots worden in het eerste kwartaal van 2024 verwacht. Indien uiteindelijk blijkt dat de inzet van een dergelijk monitoringssysteem mogelijk, uitvoerbaar en proportioneel is, wordt ook bezien welke juridische aanpassingen in de WVW en onderliggende regelgeving nodig zijn.

Naast de bovengenoemde strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatregelen tegen zware verkeersovertreders, zetten beide ministeries zich ook in op een betere aanpak van rijden onder invloed. Eén van de voorbeelden is het onderzoek naar de mogelijke herinvoering van een alcoholslot(programma). Hierover wordt de Kamer geïnformeerd in de Kamerbrief «Stand van zaken van de verkeersveiligheid najaar 2023». Het doel van het gehele pakket aan maatregelen is dat recidive wordt voorkomen, zware overtreders worden geweerd uit het verkeer en de algehele verkeersveiligheid verbetert.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 XII, nr. 44.

X Noot
2

Kamerstuk 29 398, nr. 1044.

X Noot
3

Kamerstuk 29 398, nr. 1028, Bijlage 12 Verzoek van de Vaste Kamercommissie IenW over roekeloos rijgedrag.

X Noot
4

Kamerstuk 29 398, nr. 998 en Kamerstuk 29 398, nr. 1061.

X Noot
5

Kamerstuk 2021–22, 29 398, nr. 975, p. 15.

X Noot
6

Een vorderingenonderzoek is gericht op het vaststellen van afhankelijkheid bij de bestuurder (verslaving). Een psychiater keurt op basis van richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie of een bestuurder afhankelijk is. Indien dit het geval is, wordt een bestuurder «rijongeschikt» verklaard en verliest deze zijn rijbewijs voor minimaal een jaar waarna de bestuurder opnieuw wordt gekeurd.

Naar boven