29 390
Oprichting Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen

29 200 IV
Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2004

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2004

De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken heeft mij verzocht informatie te verschaffen over de laatste stand van zaken ten aanzien van de politieke situatie in de Nederlandse Antillen. Voorts verzocht de commissie mij haar te informeren over de meest recente ontwikkelingen ten aanzien van de oprichting van de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen.

In deze brief ga ik in op beide onderwerpen.

Politieke situatie in de Nederlandse Antillen

Op 6 april 2004 viel het kabinet van minister-president M. Louisa-Godett. Zoals u bekend is, gaf de positie van de minister van Justitie, de heer B. Komproe, aanleiding tot de val van het kabinet. De Gouverneur van de Nederlandse Antillen, de heer F. Goedgedrag, heeft daarop de heer P. Atacho als informateur benoemd. De Gouverneur heeft 14 mei jl. de informateur ontvangen, die hem verslag uitbracht over het bereikte urgentieakkoord, met als titel «Integer, Geloofwaardig en Daadkrachtig regeren». De Curaçaose partijen PAR, PNP en PLKP, de Bonairiaanse UPB, DP Sint Maarten, WIPM van Saba en de DP van Sint Eustatius hebben dit urgentieakkoord ondertekend: het vormt de basis voor het beleid van het nieuwe kabinet. De samenwerkende partijen verklaren dat zij in gezamenlijkheid en op basis van wederzijds vertrouwen als team zullen werken aan het uitvoeren van concrete actiepunten. In de korte regeerperiode van anderhalf jaar zal het accent komen te liggen op de bestrijding van armoede en het scheppen van werkgelegenheid, het op gang brengen van een sociale hervorming van de gemeenschap met in achtneming van de staatkundige veranderingen die het land te wachten staan. Ook integer leiderschap en verbetering van het investeringsklimaat worden van eminent belang geacht.

Over de relatie met Nederland wordt opgemerkt dat de onderlinge samenwerking moet worden bevorderd, dat die samenwerking gebaseerd dient te zijn op een gedeelde verantwoordelijkheid en de wil elkaar bij te staan.

De Gouverneur heeft vervolgens de heer Atacho verzocht als formateur een regeerprogramma op te stellen en kandidaat bewindspersonen voor te dragen. De heer Atacho heeft zijn werkzaamheden, overeenstemming over een programma en het aanzoeken van kandidaat bewindslieden afgerond. In de middag van 31 mei jl. is zijn eindverslag aan de Gouverneur aangeboden. Het nieuwe kabinet is donderdag 3 juni 2004 door de Gouverneur geïnstalleerd.

De PAR heeft de portefeuilles van minister-president, de minister van Justitie, de minister van Verkeer en Vervoer en de Gevolmachtigde minister in Den Haag. De PNP behoudt de posten van Financiën en Volksgezondheid, de PLKP de minister van Economische Zaken (tevens vice-premier) en levert de staatssecretaris van Arbeid, de UPB de minister van Onderwijs en de staatssecretaris voor Jeugdzaken, de DP St. Maarten de minister van Constitutionele en Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Justitie, de WIPM de staatssecretaris van Financiën voor het Solidariteitsfonds en de DP St. Eustatius de staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking.

Zoals ik reeds eerder tijdens het overleg van 8 juni jl. over de financiële verantwoording terzake hoofdstuk IV van de Rijksbegroting heb meegedeeld, ben ik voornemens begin juli te Curaçao besprekingen te voeren met minister-president Ys over de samenwerking tussen beide regeringen en de uitvoering van het urgentieakkoord. Te zijner tijd zal ik u hierover berichten.

Oprichting Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen

Tijdens een algemeen overleg met de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken op 6 april 2004 hebben de commissieleden aangedrongen op een spoedige oprichting van het Ontwikkelingsfonds.

Gelet op de wettelijke vereisten voortkomend uit de Comptabiliteitswet, is de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) op 22 april 2004 opgericht met het passeren van de akte door een notaris op Curaçao. De statuten die u als bijlage bij de brief van 29 maart jl.1 zijn toegezonden, zijn ongewijzigd opgenomen in de akte van oprichting. In de statuten worden de namen genoemd van de drie bestuursleden die ik, bij het uitblijven van een voordracht aan Antilliaanse zijde, heb aangezocht om plaats te nemen in het bestuur van de SONA. Het betreft de heren mr. J.M. Saleh, drs. E.B. Holiday en, namens Nederland, dr. P. Korteweg. Drie leden, ieder op hun specifieke vakgebied zeer deskundig, waarvan mag worden verwacht dat zij het vertrouwen genieten van de Nederlandse Antillen, de afzonderlijke eilandgebieden en Nederland.

De eerste bijeenkomst met het bestuur van de SONA heeft op 27 april jl. plaatsgevonden op Curaçao. Tijdens die bijeenkomst zijn de leden officieel geïnstalleerd als bestuurslid van de SONA. Doel van deze bijeenkomst was het geven van voorlichting aan de bestuursleden over de SONA en in het bijzonder de rol van het bestuur. Tevens heeft de eerste bestuursvergadering plaatsgevonden waarin ondermeer de functies onderling zijn verdeeld. De heer Saleh is voorzitter van het bestuur, de heer Holiday secretaris en de heer Korteweg penningmeester.

Vervolgens is op 3 mei jl. de offertefase van de EU-aanbesteding ten behoeve van de selectie van de Uitvoeringsorganisatie gestart, met het verzenden van de offerteaanvraag aan de geselecteerde partijen. Gelet op de termijnen voortkomend uit de EU-richtlijn zal naar verwachting de aanbesteding eind juni/begin juli zijn afgerond. Het bestuur zal vervolgens een besluit nemen over de gunning.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th. C. de Graaf


XNoot
1

Tweede Kamer 29 390 nr. 3.

Naar boven