nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juni 2004
De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken heeft
mij verzocht informatie te verschaffen over de laatste stand van zaken ten
aanzien van de politieke situatie in de Nederlandse Antillen. Voorts verzocht
de commissie mij haar te informeren over de meest recente ontwikkelingen ten
aanzien van de oprichting van de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen.
In deze brief ga ik in op beide onderwerpen.
Politieke situatie in de Nederlandse Antillen
Op 6 april 2004 viel het kabinet van minister-president M. Louisa-Godett.
Zoals u bekend is, gaf de positie van de minister van Justitie, de heer B.
Komproe, aanleiding tot de val van het kabinet. De Gouverneur van de Nederlandse
Antillen, de heer F. Goedgedrag, heeft daarop de heer P. Atacho als informateur
benoemd. De Gouverneur heeft 14 mei jl. de informateur ontvangen, die
hem verslag uitbracht over het bereikte urgentieakkoord, met als titel «Integer,
Geloofwaardig en Daadkrachtig regeren». De Curaçaose partijen
PAR, PNP en PLKP, de Bonairiaanse UPB, DP Sint Maarten, WIPM van Saba en de
DP van Sint Eustatius hebben dit urgentieakkoord ondertekend: het vormt de
basis voor het beleid van het nieuwe kabinet. De samenwerkende partijen verklaren
dat zij in gezamenlijkheid en op basis van wederzijds vertrouwen als team
zullen werken aan het uitvoeren van concrete actiepunten. In de korte regeerperiode
van anderhalf jaar zal het accent komen te liggen op de bestrijding van armoede
en het scheppen van werkgelegenheid, het op gang brengen van een sociale hervorming
van de gemeenschap met in achtneming van de staatkundige veranderingen die
het land te wachten staan. Ook integer leiderschap en verbetering van het
investeringsklimaat worden van eminent belang geacht.
Over de relatie met Nederland wordt opgemerkt dat de onderlinge samenwerking
moet worden bevorderd, dat die samenwerking gebaseerd dient te zijn op een
gedeelde verantwoordelijkheid en de wil elkaar bij te staan.
De Gouverneur heeft vervolgens de heer Atacho verzocht als formateur een
regeerprogramma op te stellen en kandidaat bewindspersonen voor te dragen.
De heer Atacho heeft zijn werkzaamheden, overeenstemming over een programma
en het aanzoeken van kandidaat bewindslieden afgerond. In de middag van 31 mei
jl. is zijn eindverslag aan de Gouverneur aangeboden. Het nieuwe kabinet is
donderdag 3 juni 2004 door de Gouverneur geïnstalleerd.
De PAR heeft de portefeuilles van minister-president, de minister van
Justitie, de minister van Verkeer en Vervoer en de Gevolmachtigde minister
in Den Haag. De PNP behoudt de posten van Financiën en Volksgezondheid,
de PLKP de minister van Economische Zaken (tevens vice-premier) en levert
de staatssecretaris van Arbeid, de UPB de minister van Onderwijs en de staatssecretaris
voor Jeugdzaken, de DP St. Maarten de minister van Constitutionele en Binnenlandse
Zaken en de staatssecretaris van Justitie, de WIPM de staatssecretaris van
Financiën voor het Solidariteitsfonds en de DP St. Eustatius de staatssecretaris
van Ontwikkelingssamenwerking.
Zoals ik reeds eerder tijdens het overleg van 8 juni jl. over de
financiële verantwoording terzake hoofdstuk IV van de Rijksbegroting
heb meegedeeld, ben ik voornemens begin juli te Curaçao besprekingen
te voeren met minister-president Ys over de samenwerking tussen beide regeringen
en de uitvoering van het urgentieakkoord. Te zijner tijd zal ik u hierover
berichten.
Oprichting Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen
Tijdens een algemeen overleg met de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse
en Arubaanse Zaken op 6 april 2004 hebben de commissieleden aangedrongen
op een spoedige oprichting van het Ontwikkelingsfonds.
Gelet op de wettelijke vereisten voortkomend uit de Comptabiliteitswet,
is de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) op 22 april
2004 opgericht met het passeren van de akte door een notaris op Curaçao.
De statuten die u als bijlage bij de brief van 29 maart jl.1 zijn toegezonden, zijn ongewijzigd opgenomen in de akte van oprichting.
In de statuten worden de namen genoemd van de drie bestuursleden die ik, bij
het uitblijven van een voordracht aan Antilliaanse zijde, heb aangezocht om
plaats te nemen in het bestuur van de SONA. Het betreft de heren mr. J.M.
Saleh, drs. E.B. Holiday en, namens Nederland, dr. P. Korteweg. Drie leden,
ieder op hun specifieke vakgebied zeer deskundig, waarvan mag worden verwacht
dat zij het vertrouwen genieten van de Nederlandse Antillen, de afzonderlijke
eilandgebieden en Nederland.
De eerste bijeenkomst met het bestuur van de SONA heeft op 27 april
jl. plaatsgevonden op Curaçao. Tijdens die bijeenkomst zijn de leden
officieel geïnstalleerd als bestuurslid van de SONA. Doel van deze bijeenkomst
was het geven van voorlichting aan de bestuursleden over de SONA en in het
bijzonder de rol van het bestuur. Tevens heeft de eerste bestuursvergadering
plaatsgevonden waarin ondermeer de functies onderling zijn verdeeld. De heer
Saleh is voorzitter van het bestuur, de heer Holiday secretaris en de heer
Korteweg penningmeester.
Vervolgens is op 3 mei jl. de offertefase van de EU-aanbesteding
ten behoeve van de selectie van de Uitvoeringsorganisatie gestart, met het
verzenden van de offerteaanvraag aan de geselecteerde partijen. Gelet op de
termijnen voortkomend uit de EU-richtlijn zal naar verwachting de aanbesteding
eind juni/begin juli zijn afgerond. Het bestuur zal vervolgens een besluit
nemen over de gunning.
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
Th. C. de Graaf