29 389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

Nr. 56 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2013

In uw brief van 3 september 2013 (zie Handelingen II 2012/13, nr. 105) brengt u het verzoek van uw Kamer over, om geïnformeerd te worden over mogelijke acties van mij richting de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opdat instellingen beter omgaan met de termijn waarop kamers van cliënten na overlijden leeggemaakt worden. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.

Graag wil ik allereerst verwijzen naar de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Agema (PVV), Van der Staaij (SGP) en Krol (50 Plus) over deze materie, die ik op 28 augustus naar uw Kamer heb gezonden (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nrs. 3071,3072 en 3073).

De NZa houdt toezicht op de zorgkantoren en verlangt van zorgkantoren dat zij duidelijk in hun inkoopvoorwaarden opnemen dat zorgaanbieders zich moeten houden aan de brancheafspraken over het leegmaken van kamers na overlijden. In de Algemene Voorwaarden voor zorg met verblijf is opgenomen dat nabestaanden binnen een periode van 7 dagen na het overlijden de betreffende kamer leeg dienen te maken. De NZa brengt jaarlijks verslag uit van haar toezicht op de zorgkantoren. Ik zal de NZa vragen om in dit verslag expliciet aandacht te besteden aan de inkoopvoorwaarden inzake het ontruimen van kamers.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven