29 389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

Nr. 46 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2012

Donderdag 25 oktober jl. voerde uw Kamer overleg met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over het thema ondervoeding bij ouderen (Handelingen II 2012/13, nr. 15, item 10, blz. 36–53). Tijdens dit debat zijn enkele toezeggingen gedaan waarover ik u in deze brief nader informeer. Ik heb in mijn brief van 12 november (Kamerstuk 2012–2013, 29 389, nr. 44) gereageerd op twee aangehouden moties en een toezegging uit ditzelfde debat.

Instructies voor mantelzorgers om ondervoeding te herkennen

Tijdens het debat vroeg Kamerlid Krol (50Plus) naar de instructies voor mantelzorgers die betrokken zijn bij ouderen in thuissituaties.

De zorg voor ouderen wordt voor een groot deel door mantelzorgers gedaan. Er bestaan geen algemene instructies voor mantelzorgers. Van belang is dat de professionals het onderwerp ondervoeding bespreken met mantelzorgers, zodat ook mantelzorgers weten waar ze op kunnen letten. Gemeenten zijn in het kader van de Wmo verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers.

Het Voedingscentrum geeft breed toegankelijke, betrouwbare informatie over eten. Ik kan mij voorstellen dat mantelzorgers die op zoek zijn naar informatie daar ook te rade gaan. Ik heb het Voedingscentrum daarom gevraagd om informatie over ondervoeding toe te voegen aan hun website en andere informatieproducten. Ze zijn hiermee gestart, in het eerste kwartaal van 2013 wordt het afgerond.

Onderzoek naar ondervoeding, zoals aanbevolen door de Gezondheidsraad

In het debat hebben verschillende partijen gevraagd naar de reactie van de minister op de aanbeveling van de Gezondheidsraad om meer onderzoek te laten doen naar ondervoeding. Het type onderzoek dat ze adviseren staat ook nauwkeurig omschreven.

Hieronder geef ik aan in welke programma’s ik het onderwerp ga agenderen. Ik wil dit onderzoek binnen bestaande onderzoeksprogramma’s onderbrengen en ben geen voorstander van losse opdrachten verstrekken.

Internationaal

In het debat heeft de minister aangegeven dat het thema ondervoeding onderdeel is van het Europese Innovatie Platform (EIP) voor «Healthy and Active Ageing». Dit EIP is gestart in november 2011. Het initiatief heeft als doel om publieke en private partijen samen te brengen en zo initiatieven op verschillende terreinen een impuls te geven. Het onderwerp preventie door goede voeding is door de veldpartijen zelf genoemd als één van de zes prioriteiten voor de komende jaren.

Het EIP heeft zelf geen geld, maar acties kunnen worden ondersteund vanuit bestaande (en nieuwe) EU onderzoeksprogramma’s. Dit zijn bijvoorbeeld het Europese Kaderprogramma (thans KP7 en vanaf 2014 «Horizon 2020»), het EU Actieprogramma voor de Volksgezondheid en de structuurfondsen.

Op dit moment worden de algemene kaders voor het nieuwe kaderprogramma «Horizon 2020» opgesteld. Ik zet mij ervoor in om in de toekomstige werkprogramma’s ook een kader te scheppen voor een programma op het gebied van ondervoeding. De eerste call voor nieuwe projecten zal vanaf 2014 starten. Onderzoeksinstituten en bedrijven kunnen dan intekenen op het nieuwe kaderprogramma.

Daarnaast zijn er in Europa een aantal Joint Programming Initiatieven. Eén daarvan is het Joint Programming Initiative Healthy Diet for Healthy Life (www.healthydietforhealthylife.eu). In de strategische onderzoeksagenda van dit initiatief is ondervoeding bij ouderen een onderwerp in elk van de drie programmalijnen. De doelstelling van deze programma’s is de samenwerking op het vlak van onderzoek in Europa te bevorderen. De uitvoering van dit specifieke programma wordt door Nederland getrokken. Op dit moment worden via pilots de eerste samenwerkingsactiviteiten gestart. Ook roep ik onderzoeksinstituten op te gaan samenwerken op het terrein van ondervoeding en projecten in te dienen die in lijn zijn met het advies van de Gezondheidsraad.

Nationaal

In Nederland is veel onderzoeksbudget via de topsectoren belegd.

In de topsector Agrofood is een project gehonoreerd over de verhoging van de eiwitinname van ouderen.

De topsector Life Science and Health biedt ook ruimte voor projecten op het terrein van ondervoeding. Het Topsconsortium voor Kennis en Innovatie «Life Sciences and Health Plaza» zal in januari een eerste call publiceren. Onderzoeksinstellingen en bedrijven kunnen hier ook voorstellen voor publiek private samenwerking op het terrein van speciale voeding indienen. De beoordeling wordt gedaan door een onafhankelijke commissie, die de projecten beoordeelt op basis van relevantie en kwaliteit. Ik zal organisaties aansporen projecten op het terrein van ondervoeding in te dienen.

Ten slotte zorgen de topsectoren ook voor aansluiting bij de internationale onderzoeksprogramma’s, zodat meer budget en Europese samenwerking kan worden gerealiseerd.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven