29 385 Aanleg en de aanpassing van hoofdinfrastructuur

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2013

Tijdens het VAO MIRT van 5 juli 2012 is de motie Verhoeven (Kamerstuk 33 000 A, nr. 78) aangenomen. In de motie wordt gevraagd naar een protocol voor de omgang met kansrijke burgerinitiatieven op het gebied van infrastructuur. Bij deze informeer ik u over de uitvoering van deze motie.

De reeds bestaande en in MIRT-projecten toegepaste Code Publieksparticipatie Sneller en Beter, die op 12 november 2009 naar uw Kamer is gezonden (Kamerstuk 29 385, nr. 56), is ter uitvoering van de motie ingrijpend herzien. Ik heb gekozen voor deze herziening om niet te komen met een nieuw instrument. De herziening heeft geleid tot bijgevoegde Code Maatschappelijke Participatie.1 De Code bevat gedragsregels die een aanvulling zijn op de spelregels van het MIRT en dus in MIRT-projecten zal worden toegepast.

Het herzien van de code is opgepakt als schoolvoorbeeld van participatie. Via het Overleg Infrastructuur en Milieu zijn ruim 100 maatschappelijke organisaties en ervaringsdeskundigen uitgenodigd om te reageren. Uit de reacties blijkt een brede steun voor deze wijze van uitvoering van de motie. De inbreng van de maatschappelijke organisaties en ervaringsdeskundigen heeft geleid tot een herkenbaar, ambitieus en volledig document. De komende maanden wil ik benutten om de Code te implementeren.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven