nr. 53
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT, EN VAN VOLKSHUISVESTING,
RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2009
Aanleiding
Zoals afgesproken in het actieplan Sneller & Beter1 sturen wij u bij dezen de eerste voortgangsrapportage van de adviescommissie
VVBI toe (bijlage 1).2 Hieronder vindt u de hoofdlijnen
van de voortgangsrapportage inclusief onze reactie op de adviezen die de commissie
inmiddels gegeven heeft over verschillende onderwerpen die bij de uitwerking
van het Actieplan aan de orde zijn gekomen.
Hoofdlijnen voortgangsrapportage
Voortgang uitvoering Kabinetsstandpunt door de projectdirectie
De adviescommissie stelt vast dat de kern van het advies van de commissie
Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten3 onverminderd overeind staat. Er zijn geen belangrijke knelpunten vastgesteld.
Door de projectdirectie zijn veel acties in gang gezet en enkele acties hebben
al tot concrete resultaten geleid.
Adviezen van de adviescommissie
De afgelopen maanden zijn in de uitwerking van het actieplan Sneller en
Beter verschillende onderwerpen uitvoerig met relevante partijen (waaronder
de adviescommissie) besproken. Deze heeft dan ook in lijn met haar taak enkele
adviezen daarover uitgebracht. Inmiddels hebben wij inhoudelijk op de adviezen
gereageerd. Zowel de adviezen als onze reactie op hoofdlijnen vindt u hieronder.
De adviescommissie heeft zich in de verslagperiode (december 2008 tot
mei 2009) vooral gericht op de aspecten die cruciaal zijn voor het optimaliseren van de verkenningsfase van het besluitvormingsproces. De adviescommissie
adviseert over:
1. de mogelijkheden om de verkenningsfase over te slaan voor eenvoudige,
niet-controversiële projecten zonder alternatieven op basis van in de
wet vast te leggen criteria;
2. de procesindeling in vier stappen («trechtering»): open
probleemanalyse, inventariseren denkbare oplossingen, inperken tot 3 à
4 meest kansrijke oplossingen en selectie voorkeursalternatief;
3. het belang van de publieksparticipatie in deze fase van het besluitvormingsproces;
4. of de verkenningsfase en de elementen waaruit zij dient te bestaan,
zoals de start- en voorkeursbeslissing, in wetgeving moeten worden opgenomen.
Ad 1. Overslaan verkenningsfase
In lijn met het gedachtegoed van de commissie «Elverding»
is het besluitvormingsproces gebaat bij uniformiteit en eenduidigheid. Bovendien
is de communicatie met uw Kamer over de besluitvorming van projecten onder
andere opgehangen aan de verkenningsfase. Daarom willen wij erop inzetten
om in alle gevallen, zowel complexe als eenvoudige en niet controversiële
projecten, een verkenning uit te voeren. Bij complexe projecten zal daarbij
altijd sprake zijn van m.e.r-plicht en zal een plan-MER worden opgesteld en
een structuurvisietraject worden gevolgd. Voor zeer eenvoudige, niet controversiële
projecten, waarbij evident is dat er maar één mogelijke oplossing
of alternatief in beeld is, zal de doorlooptijd aanzienlijker korter zijn
en zal de verkenning veel eenvoudiger zijn en een beperkte impact hebben.
Ad 2. Procesindeling
De adviescommissie ziet de hoofdlijnen van het advies van de commissie
Elverding terug in de procesindeling zoals voorgesteld door de projectdirectie
Sneller en Beter. Het advies van de commissie om de trechtering van de verkenningsfase
op te delen in een aantal stappen, waarbij vanuit een brede probleemanalyse
uiteindelijk wordt getrechterd naar één voorkeursalternatief,
nemen wij over. Bij lopende verkenningen zal al zoveel als mogelijk conform
dit advies worden gewerkt, bij nieuwe verkenningen zal volledig volgens dit
advies worden gewerkt.
Ad 3. Publieksparticipatie
Wij herkennen ons in het advies van de commissie dat het zwaartepunt van
publieksparticipatie in de verkenningsfase moet komen te liggen. In deze fase
willen wij gezamenlijk werken aan oplossingsrichtingen. Aan het einde van
deze fase zal een politieke voorkeursbeslissing worden genomen, mede op basis
van de input uit de publieksparticipatie. Publieksparticipatie wordt door
het Kabinet gezien als een belangrijke voorwaarde om sneller en betere besluiten
te nemen.
Publieksparticipatie vraagt maatwerk. Daartoe is een code publieksparticipatie
opgesteld. Het advies van de commissie om participatie bij zeer eenvoudige
niet controversiële projecten anders in te richten dan bij zeer complexe
wél controversiële projecten, beamen wij. Hierbij merken wij op
dat bij het leveren van maatwerk het van belang is dat de wijze van participatie
niet vooraf wordt verplicht.
Ad 4. Wetgeving
Het advies van de commissie om zowel de fasen als de elementen waar deze
uit bestaan in wetgeving op te nemen, nemen wij onverkort over. In de wetgevingsnota
van 5 juni 2009 (TK 29 385, nr. 45) werd u reeds geïnformeerd
over het streven begin 2010 het wetsvoorstel bij uw Kamer in te dienen.
Hopend u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer