Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2019
Met deze brief wil ik u informeren over de ontwikkelingen rond de renovatie van de
Wantijbrug (N3, Dordrecht). De renovatie van de Wantijbrug is onderdeel van het programma
Vervanging en Renovatie Hoofdwegen.
Bij de Wantijbrug worden de vallen (het beweegbare deel van de brug) en de installaties
vervangen. Ten behoeve van het versterken dienen tijdelijk speciale constructies te
worden aangebracht. De Wantijbrug is constructief onvoldoende sterk om deze speciale
constructies samen met het (zware) vrachtverkeer dat van de brug gebruik maakt, te
dragen. Tevens moet de constructie van de basculekelder worden versterkt vanwege de
nieuwe zwaardere vallen.
Tijdens de voorbereiding van de renovatie van de Wantijbrug heeft een ingenieursbureau
onderzoek uitgevoerd naar de sterkte van de brug. De uitkomsten van dit onderzoek
zijn als onderdeel van het contract aan de aannemer meegegeven. Bij de verdere uitwerkingen
door de aannemer bleken de berekeningen van het ingenieursbureau niet afdoende. Dit
heeft geleid tot gewijzigde aanpak van de aannemer met extra hinder voor het vrachtverkeer.
De uitwerking van deze aanpak heeft de aannemer ook meer tijd gekost dan verwacht
waardoor de werkzaamheden uitlopen. De eerder geplande datum van oplevering van 2 september
2019 is daardoor niet meer haalbaar. Het streven is om de werkzaamheden aan de brug
uiterlijk te hebben afgerond voordat het project Groot Onderhoud N3 start (april 2020).
De werkzaamheden zullen nu naar verwachting eind augustus starten. De werkzaamheden
gaan gepaard met veel hinder voor het vrachtverkeer. Om de werkzaamheden veilig uit
te kunnen voeren zal gedurende de eerste twee maanden van de werkzaamheden (tot eind
oktober) in beide richtingen geen vrachtverkeer over de brug mogelijk zijn. Daarna
zal tot het eind van de werkzaamheden voor het vrachtverkeer een inhaalverbod gelden.
Of deze beperkingen ook voor bussen gelden, wordt nog nader uitgezocht. De vertraging
van de werkzaamheden en het tijdelijk verbod voor het vrachtverkeer zal leiden tot
extra hinder voor de omgeving.
De bestuurlijke omgeving en vertegenwoordigers van EVOFENEDEX, TLN en OV-bedrijven
zullen door Rijkswaterstaat worden geïnformeerd. Samen met hen zal Rijkswaterstaat
de mogelijke maatregelen onderzoeken en nemen om de hinder voor zowel de omgeving
als het bedrijfsleven te beperken.
Voor het doorgaand vrachtverkeer (circa 7.500 per dag) is omrijden met een beperkte
extra rijtijd (5 á 10 minuten) via de A15 en A16 mogelijk. Het vervoer van gevaarlijke
stoffen moet omrijden via de A27, met een extra reistijd van circa 40 minuten. Het
betreft circa 30 voertuigen per dag en het gaat hierbij voor een groot deel om het
transport van LPG, LNG, propaan en butaan.
De komende twee maanden zullen worden gebruikt om de werkzaamheden, inclusief de daarvoor
benodigde afsluiting voor het vrachtverkeer, voor te bereiden. De benodigde verkeersmaatregelen
en de wijze van handhaving op het verbod op vrachtverkeer worden de komende tijd uitgewerkt.
Hierin worden de adviezen uit de evaluatie afsluiten Merwedebrug nadrukkelijk meegenomen.
Een belangrijk advies hieruit is de stakeholders zo vroeg mogelijk te informeren.
Hieraan wil ik zo snel mogelijk invulling gaan geven. De situatie leidt naast een
vertraging ook tot extra kosten. Deze extra kosten worden momenteel nader in beeld
gebracht. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om deze extra kosten te verhalen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga