29 385 Aanleg en de aanpassing van hoofdinfrastructuur

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2019

Met deze brief wil ik u informeren over de ontwikkelingen rond de renovatie van de Wantijbrug (N3, Dordrecht). De renovatie van de Wantijbrug is onderdeel van het programma Vervanging en Renovatie Hoofdwegen.

Bij de Wantijbrug worden de vallen (het beweegbare deel van de brug) en de installaties vervangen. Ten behoeve van het versterken dienen tijdelijk speciale constructies te worden aangebracht. De Wantijbrug is constructief onvoldoende sterk om deze speciale constructies samen met het (zware) vrachtverkeer dat van de brug gebruik maakt, te dragen. Tevens moet de constructie van de basculekelder worden versterkt vanwege de nieuwe zwaardere vallen.

Tijdens de voorbereiding van de renovatie van de Wantijbrug heeft een ingenieursbureau onderzoek uitgevoerd naar de sterkte van de brug. De uitkomsten van dit onderzoek zijn als onderdeel van het contract aan de aannemer meegegeven. Bij de verdere uitwerkingen door de aannemer bleken de berekeningen van het ingenieursbureau niet afdoende. Dit heeft geleid tot gewijzigde aanpak van de aannemer met extra hinder voor het vrachtverkeer.

De uitwerking van deze aanpak heeft de aannemer ook meer tijd gekost dan verwacht waardoor de werkzaamheden uitlopen. De eerder geplande datum van oplevering van 2 september 2019 is daardoor niet meer haalbaar. Het streven is om de werkzaamheden aan de brug uiterlijk te hebben afgerond voordat het project Groot Onderhoud N3 start (april 2020).

De werkzaamheden zullen nu naar verwachting eind augustus starten. De werkzaamheden gaan gepaard met veel hinder voor het vrachtverkeer. Om de werkzaamheden veilig uit te kunnen voeren zal gedurende de eerste twee maanden van de werkzaamheden (tot eind oktober) in beide richtingen geen vrachtverkeer over de brug mogelijk zijn. Daarna zal tot het eind van de werkzaamheden voor het vrachtverkeer een inhaalverbod gelden. Of deze beperkingen ook voor bussen gelden, wordt nog nader uitgezocht. De vertraging van de werkzaamheden en het tijdelijk verbod voor het vrachtverkeer zal leiden tot extra hinder voor de omgeving.

De bestuurlijke omgeving en vertegenwoordigers van EVOFENEDEX, TLN en OV-bedrijven zullen door Rijkswaterstaat worden geïnformeerd. Samen met hen zal Rijkswaterstaat de mogelijke maatregelen onderzoeken en nemen om de hinder voor zowel de omgeving als het bedrijfsleven te beperken.

Voor het doorgaand vrachtverkeer (circa 7.500 per dag) is omrijden met een beperkte extra rijtijd (5 á 10 minuten) via de A15 en A16 mogelijk. Het vervoer van gevaarlijke stoffen moet omrijden via de A27, met een extra reistijd van circa 40 minuten. Het betreft circa 30 voertuigen per dag en het gaat hierbij voor een groot deel om het transport van LPG, LNG, propaan en butaan.

De komende twee maanden zullen worden gebruikt om de werkzaamheden, inclusief de daarvoor benodigde afsluiting voor het vrachtverkeer, voor te bereiden. De benodigde verkeersmaatregelen en de wijze van handhaving op het verbod op vrachtverkeer worden de komende tijd uitgewerkt. Hierin worden de adviezen uit de evaluatie afsluiten Merwedebrug nadrukkelijk meegenomen. Een belangrijk advies hieruit is de stakeholders zo vroeg mogelijk te informeren. Hieraan wil ik zo snel mogelijk invulling gaan geven. De situatie leidt naast een vertraging ook tot extra kosten. Deze extra kosten worden momenteel nader in beeld gebracht. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om deze extra kosten te verhalen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven