29 383
Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving

nr. 98
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 2 april 2008

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het ontwerpbesluit beheer batterijen en accu’s 2008 (29 383, nr. 87).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 2 april 2008. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Koopmans

De adjunct-griffier van de commissie,

Lemaier

1

Wat is de boete die een producent of fabrikant krijgt indien hij geen mededeling doet?

Het voorgenomen Besluit houdende regels met betrekking tot de mededeling inzake het afvalbeheer en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in batterijen en accu’s (Besluit beheer batterijen en accu’s 2008) (hierna: het besluit) is gebaseerd op de Wet milieubeheer. Indien een producent of fabrikant geen mededeling doet, kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden opgetreden. In het kader van bestuursrechtelijke handhaving moet worden gedacht aan het opleggen van een last onder dwangsom. De hoogte van de last onder dwangsom staat niet vast, maar dient op grond van de Algemene wet bestuursrecht in redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. Dit zal van geval tot geval dienen te worden bekeken.

Overtredingen van het besluit zijn krachtens de Wet op de economische delicten strafbaar. Op grond van die wet kunnen bijvoorbeeld geldboetes worden opgelegd of kan een onderneming worden stilgelegd. Ook inzake strafrechtelijke handhaving moet van geval tot geval te worden bekeken welke sanctie gepast is en wat de zwaarte van de sanctie zal zijn. Overigens wordt in tegenstelling tot de bestuursrechtelijke aanpak, bij strafrecht de strafmaat gevorderd door het Openbaar Ministerie en niet door het ministerie van VROM. Uiteindelijk beslist de strafrechter de hoogte van de boete.

Het besluit bevat geen verplichting tot het handelen conform het in de mededeling opgenomen plan van aanpak. Ik ga hier in mijn antwoord op vraag vijf verder op in. Nu een dergelijke plicht niet bestaat kan daartegen niet handhavend worden opgetreden. Wel is handhaving mogelijk voor wat betreft overtreding van de eventuele door mij aan de instemming verbonden voorschriften.

2

Kunt u een overzicht geven van producenten en fabrikanten van batterijen en accu’s?

In Nederland zijn er circa 800 producenten van draagbare batterijen. Daarnaast zijn er naar schatting 1665 producenten van industriële batterijen en accu’s. Voor autoaccu’s en -batterijen zijn er tussen de 20 en 25 producenten. In Nederland is één fabrikant van autoaccu’s

3

Geldt de mededelingsverplichting ook voor importeurs van batterijen en accu’s?

Ja, de mededelingsplicht en de overige verplichtingen uit het besluit gelden ook voor de importeurs van batterijen en accu’s. In dit besluit valt onder het begrip «producent» (dat is overgenomen uit de Europese richtlijn voor batterijen) ook importeur.

4

Op welke wijze draagt een bredere werking van het besluit bij aan een betere handhaving? Wordt de handhaving van de richtlijn gebaseerd op de resultaten van de producenten van batterijen en accu’s ten aanzien van de producentenverantwoordelijkheid of op de mededelingen?

Het besluit hangt nauw samen met de Regeling beheer batterijen en accu’s (hierna: de regeling) die strekt tot uitvoering van Richtlijn 2006/66/EG van het Europese Parlement en de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s en de intrekking van Richtlijn 91/157/ EEG (hierna: de richtlijn). In de regeling is het in de richtlijn vervatte systeem van producentenverantwoordelijkheid overgenomen. Producenten van batterijen en accu’s zijn op grond daarvan onder andere verantwoordelijk voor de inzameling of inname en de verwerking van batterijen en accu’s wanneer deze worden afgedankt. De richtlijn kent een breed toepassingsbereik en omvat alle batterijen en accu’s, ook die welke in apparaten zijn ingebouwd. Dit in tegenstelling tot het huidige Besluit beheer batterijen dat alleen betrekking heeft op batterijen met een gewicht tot duizend gram.

Het is echter niet zo dat de bredere werking is ingegeven ter verbetering van de handhaving.

De mededelingsplicht dwingt producenten of fabrikanten tot het tijdig nemen van maatregelen om aan de verplichtingen uit het besluit te voldoen. De mededelingsplicht is daarmee gericht op vergroting van de naleving. Het moge duidelijk zijn dat het doen van een mededeling geen doel op zich is, doch slechts een hulpmiddel ter realisatie van de verplichtingen uit de regeling. De handhaving zal daarom enkel in de beginfase, na het van kracht worden van het besluit en de regeling gericht zijn op de mededelingsplicht. Na deze opstartfase zal de handhaving zich richten op realisatie van de verplichtingen uit de regeling, zoals het opzetten van inzamel- en verwerkingssystemen en het realiseren van inzamel- en verwerkingsdoelstellingen (en daarmee zien op naleving van de richtlijn).

5

Een mededeling bevat een plan van aanpak voor de wijze waarop de inname en verwerking van afgedankte batterijen en accu’s, evenals de financiering daarvan zal plaatsvinden. Een mededeling is onbeperkt geldig. Betekent dit dat een plan van aanpak onbeperkt geldig is? Zo ja, is dit reëel? Zo neen, hoe verhoudt zich dat dan tot de onbeperkte geldigheid van de mededeling?

De in het antwoord op vraag vier genoemde regeling omvat inhoudelijke verplichtingen voor producenten van batterijen en accu’s, zoals inname- en verwerkingsverplichtingen. Om een correcte en vooral tijdige uitvoering van de verplichtingen uit de regeling te bereiken, is in het voorgenomen besluit een mededelingsplicht opgenomen. De mededeling is een plan van aanpak van de producent waarin hij aan moet geven hoe hij uitvoering zal geven aan de voor hem geldende inhoudelijke verplichtingen. De ervaring heeft geleerd dat de VROM-Inspectie hierdoor kan toezien of producenten al in het beginstadium daadwerkelijk activiteiten ondernemen die noodzakelijk zijn om aan de verplichtingen te voldoen.

Na inwerkingtreding van de regeling dient een producent of fabrikant op grond van de regeling jaarlijks een verslag over te leggen over de uitvoering in het voorafgaande kalenderjaar van onder andere de verplichtingen uit de regeling inzake inname, verwerking en hergebruik van batterijen en accu’s. Daarmee wordt kenbaar gemaakt in hoeverre de regeling wordt nageleefd. Vanaf dat moment is het in feite niet meer relevant op welke wijze de resultaten zijn gehaald, enkel dat de verplichtingen worden nagekomen. De producent of fabrikant dient zelf te bekijken of daarvoor al dan niet een andere aanpak nodig is. De mededeling heeft op dat moment ook zijn waarde verloren. Om die reden is er ook geen plicht meer opgenomen elke vijf jaar een mededeling in te dienen, doch slechts een plicht om éénmaal, bij het van toepassing worden van de betreffende verplichtingen, een mededeling te doen. De onbeperkte geldigheid slaat daarbij niet zozeer op het plan van aanpak, maar op het feit dat een mededeling is gedaan waarmee ik heb ingestemd.

6

Gesteld wordt dat de medelingsverplichting niet rechtstreeks voortvloeit uit de richtlijn maar een verplichting betreft in het nationale recht. Hoe verhoudt dit zich tot de motie-Van der Burg (29 515 nr. 213)? Wat is de zwaarwegende reden voor de nationale kop op Europees beleid? Zijn er geen alternatieven om de handhaving te verbeteren? Hoe wordt in andere lidstaten de richtlijn gehandhaafd?

Met de mededelingsplicht wordt inderdaad een nationale kop op het Europese recht geplaatst. De mededelingsplicht is niet alleen in het onderhavige besluit terug te vinden, maar is opgenomen in meerdere zogenaamde «productbesluiten afvalbeheer» zoals het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton en het Besluit beheer elektr(on)ische apparatuur. Uit de Europese regelgeving, waar deze productbesluiten op zijn gebaseerd, vloeit voort dat de lidstaten moeten voorzien in een passende informatievoorziening en er voor zorg dragen dat er inspecties en controles voorhanden zijn om het bepaalde in de richtlijnen te handhaven. Een mededelingplicht is een belangrijk instrument om een juiste, en vooral een tijdige, invulling te kunnen geven aan de verplichtingen.

De mededelingsplicht vergroot daarom de uitvoerbaarheid en verbetert de handhavingmogelijkheden. Dit was ook de uitkomst van een werkbaarheidsanalyse die in samenwerking met het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie in september 2003 is uitgevoerd, tijdens de totstandkoming van het Besluit beheer elektr(on)ische apparatuur. Centraal stond de vraag of de mededelingsplicht (een plan van aanpak dat goedkeuring behoeft van de Minister van VROM) vervangen kon worden door een lichter regime dat minder administratieve lasten met zich meebrengt, in de vorm van een «melding» (een kennisgeving met alleen naam, adres en woonplaats zonder dat een beoordelingsprocedure plaatsvindt). De gevolgen voor de uitvoering en handhaving zijn doorgesproken met een aantal producenten, detaillisten en de VROM-Inspectie. De eenduidige conclusie dat een meldingsplicht tot gevolg zal hebben dat er veel meer «free riders» (dit zijn producenten die de verplichtingen niet nakomen) zullen zijn dan bij een mededelingsplicht en de handhavingproblemen die daarbij zullen ontstaan, heeft ertoe geleid dat in afwijking van wat in de brief aan de Tweede Kamer is gemeld over de herijking van regelgeving (Kamerstukken II 2003/04, 29 200 XI, nr. 7) in het Besluit beheer elektr(on)ische apparatuur is gekozen voor een mededelingsplicht in plaats van een meldingsplicht. Omdat deze inhoudelijke redenen ook in dit geval onverkort van toepassing zijn én om eenduidigheid in beleid te realiseren, is nu wederom gekozen voor een mededelingsplicht in dit voorgenomen besluit.

Alles afwegend is gekozen voor een mededelingsplicht.

De richtlijn wordt momenteel is alle lidstaten geïmplementeerd. Het is mij daarom niet bekend hoe de handhaving daarvan in andere lidstaten vorm zal worden gegeven.

7

Volgens de Memorie van Toelichting moet een producent aan zijn verplichtingen voldoen en kan niet worden volstaan met te voldoen aan de door de minister goedgekeurde mededeling, dus plan van aanpak. De VROM-Inspectie moet de uiteindelijke resultaten handhaven en niet de goedgekeurde mededeling.

Wanneer, in welke mate en op welke wijze kan de VROM-Inspectie handhavend optreden indien de producent zich wel houdt aan de goedgekeurde mededeling maar daarmee niet de gewenste resultaten worden bereikt?

In het besluit is niet de verplichting opgenomen dat moet worden gewerkt conform de ingediende mededeling. Bij mijn instemming met een mededeling geef ik dan ook expliciet aan dat de instemming onverlet laat dat te allen tijde aan de wettelijke verplichtingen zal moeten worden voldaan. Dit betekent dat de inhoudelijke verplichtingen uit de regeling onverkort van toepassing zijn. Handhaving zal dan ook daarop zijn gericht. Het werken volgens de in de mededeling opgegeven aanpak levert een producent of fabrikant daarom geen valide argument voor het niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen. De VROM-Inspectie kan te allen tijde handhaven op het niet nakomen van de wettelijke verplichtingen.

In dit licht is het intrekken van de instemming met een mededeling ook geen geëigende sanctie bij het niet voldoen aan de verplichtingen uit de regeling. Er zal in beginsel dan ook niet worden overgegaan tot het intrekken van instemmingen indien de wettelijke verplichtingen, zoals de doelstellingen voor inzameling en verwerking, niet zijn gerealiseerd. Daar zijn andere handhavinginstrumenten voor beschikbaar.

Het vorengaande neemt niet weg dat het instemmingvereiste wel degelijk noodzakelijk is. Ik verwijs daarvoor graag naar wat ik in mijn voorgaande antwoord heb aangegeven over de resultaten van de werkbaarheidsanalyse die in samenwerking met het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie is uitgevoerd .

8

Het goedkeuren van de mededeling garandeert nog niet dat de door de producent voorgestelde aanpak werkt. Waarom dan toch die mededelingsplicht?

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag naar wat ik onder de voorgaande drie vragen heb aangegeven.

9

Kunt u een overzicht geven van de verwerkers van batterijen en accu’s waar Nederlandse accu’s momenteel worden verwerkt?

Verwerkers van Nederlandse accu in het buitenland, 2006 en 2007

Naam verwerkerVestigingsland
A.P.S.M. S.A.Frankrijk
Accurec N.V.België
Azor Ambientel S.A.Spanje
BSB Recycling GmbHDuitsland
Campine Recycling N.V.België
Fonderie et Manufacture de Metaux S.A.België
Harz-Metall GmbHDuitsland
Metal BlancFrankrijk
Metalhütte Hoppecke Gmb&Co. KGDuitsland
RecobatSpanje
Societe de Traiments Chimiques des MetauxFrankrijk
UAB ZalvarisLitouwen

Verwerkers van Nederlandse batterijen in het buitenland, 2006 en 2007

Naam verwerkerVestigingsland
Accurec Recycling GmbHDuitsland
Batrec AGZwitserland
Redux GmbHDuitsland
S.N.A.M.Frankrijk
SAFT ABZweden
Scan Arc TechnologiesZweden
UM precious metalsBelgië
VFEFrankrijk

10

Hoeveel batterijen en accu’s worden ingezameld en verwerkt? Hoeveel daarvan wordt gerecycled of hergebruikt, hoeveel verband en hoeveel gestort?

In 2006 is ca. 2 800 000 kg aan batterijen ingezameld en verwerkt. Voor 2007 komt dit naar schatting uit op ca. 3 200 000 kg.

Verwerking van Nederlandse batterijen tot duizend gram, 2006 en 2007

Nuttige toepassing (%)Verbranden reststoffen (%)Storten reststoffen (%)Lozen reststoffen (%)Onbekend (%)
7812072
74121113

In 2006 zijn is ca. 45 000 000 kg aan accu’s ingezameld en verwerkt. Voor 2007 gaat dit naar schatting om ca. 48 000 000 kg.

Verwerking van Nederlandse accu’s, 2006 en 2007

Nuttige toepassing (%)Verbranden reststoffen (%)Storten reststoffen (%)Lozen reststoffen (%)Onbekend (%)
890407
890506

Zoals in het antwoord op vraag elf is aangegeven geeft bovenstaande geen overzicht van het totale aantal batterijen.

11

Hoeveel grensoverschrijdende transporten vinden plaats en om hoeveel ton batterijen en accu’s gaat het daarbij? Welk percentage van het totaal te verwerken batterijen is dat?

Batterijen en accu’s die geen lood, kwik of cadmium bevatten of anderszins als gevaarlijk afval worden aangemerkt, zijn sinds inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1013/2006 (hierna: EVOA) op 12 juli 2007, groene lijst afvalstoffen en kunnen zonder kennisgeving worden overgebracht. Ik heb geen overzicht van het aantal grensoverschrijdende transporten van onder de groene lijst vallende batterijen en accu’s.

Voor grensoverschrijdende afvaltransporten van batterijen en accu’s waar wel een schriftelijke kennisgevingprocedure voor is gevolgd. Zijn de gegevens voor de jaren 2006–2007 als volgt:

 BatterijenAccu’s
Aantal kennisgevingen*3380
Aantal uitgevoerde transporten1573 008

* Een kennisgeving wordt afgegeven voor een aangevraagde hoeveelheid afvalstoffen. Op één kennisgeving kunnen daarom meerdere transporten worden uitgevoerd.

In Nederland is één verwerker van batterijen gevestigd. Daarom kan ervan worden uitgegaan dat het grootste deel van de batterijen en accu’s voor verwerking worden geëxporteerd. Zie hiervoor antwoorden op vraag tien.

12

Hoeveel controleacties zijn er afgelopen jaren uitgevoerd o inzameling, transporten eindverwerking? Welke overtredingen zijn geconstateerd en hoe vaak is de VROM-Inspectie daarbij handhavend opgetreden met welke sancties als gevolg?

De inspectieactiviteiten van de VROM-Inspectie zijn gericht op drie delen van de afvalketen. Dit zijn in het geval van accu’s en batterijen:

a) de correcte omgang met batterijen en batterijhoudende producten in het afvalstadium door importeurs, producenten en handelaren

b) de feitelijke inzameling en het transport

c) de verwerking

Ad a:

Primair gericht op het nu geldende Besluit beheer batterijen en accu’s [verder: batterijenbesluit] zijn in 2006 en 2007 411 controles uitgevoerd.

Er zijn 92 keer overtredingen aangetroffen die hebben geleid tot een waarschuwingsbrief. In 13 gevallen is vervolgens bestuursrechterlijk opgetreden en 1 keer is strafrechterlijk opgetreden.

Ad b:

Jaarlijks worden er honderden transportcontroleacties uitgevoerd door Douane, KLPD, Regiopolitie en Inspectie Verkeer en Waterstaat in samenwerking met de VROM-Inspectie. In de afgelopen jaren zijn er geen specifieke controles uitgeoefend op de binnenlandse inzameling en transport van afgedankte batterijen en accu’s. Het inzamelen en transporteren van afgedankte batterijen en accu’s mag op grond van de Regeling inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen door een ieder die is vermeld op de zogenaamde VIHB lijst. Controles van afvalinzamelaars of transporten richten zich, onder andere, op het nakomen van verplichtingen rondom de VIHB registratie en zijn niet specifiek gericht op de afvalstroom welke op dat moment wordt getransporteerd Indien er sprake is van een grensoverschrijdend transport moet voldaan worden aan de verplichtingen uit de EVOA. De VROM-Inspectie is belast met het toezicht op deze verplichtingen. Tijdens de reguliere controles wordt gecontroleerd op alle stromen. Er zijn in de afgelopen paar jaren drie specifieke overtredingen met betrekking tot batterijen en accu’s geconstateerd. Dit betrof een geval van export naar Hong Kong, een geval van export naar de Filippijnen en een geval van doorvoer van Duitsland naar Iran. In al deze drie gevallen is proces verbaal opgemaakt.

Ad c:

Met betrekking tot de verwerking geldt dat de VROM-Inspectie geen eerste lijnstoezicht uitvoert op binnenlandse eindverwerkers. De provincie is hiervoor bevoegd gezag en voert controle uit op de milieuvergunning. Overigens is in Nederland maar één verwerker van batterijen en accu’s gevestigd.

Nederland heeft geen bevoegdheid buitenlandse eindverwerkers te controleren.

13

Bent u bekend met het feit dat FMM als eindverwerker van loodaccu’s is gesloten maar dat er toch nog altijd een beschikking is afgegeven voor 150 transporten? Wordt die beschikking ingetrokken? Zo neen, waar gaan die transporten nu naar toe en hoe controleert de VROM Inspectie daarop

Naar aanleiding van uw vraag heb ik contact opgenomen met het bevoegd bezag voor deze inrichting, het Brusselse Instituut voor Milieubeheer. De inrichting FMM is niet gesloten. Wel is op dit moment de loodoven buiten gebruik. Het bedrijf mag volgens het bevoegde gezag echter nog altijd loodaccu’s accepteren en bewerken door deze te scheiden in herbruikbare fracties. De loodfractie wordt afgevoerd naar een Franse verwerker. Er is dan ook geen reden om de beschikking in te trekken. Zie verder ook mijn antwoord op vraag twaalf.

14

Hoe is de controle op daadwerkelijke verwerking van loodaccu’s volgens de opgave van de ontvanger? Is er de garantie dat buitenlandse ontvangers altijd de ontvangen accu’s zelf verwerken? Zo neen, waarom niet?

Voor het overbrengen van loodaccu’s op grond van de EVOA is een schriftelijke kennisgeving en toestemming vereist. Overbrenging kan alleen plaatsvinden indien toestemming is verkregen van de bevoegde autoriteiten. De inrichting van ontvangst zendt een bericht van ontvangst en van verwerking aan de kennisgever en de betrokken bevoegde autoriteiten.

De Nederlandse autoriteit heeft geen bevoegdheid in het land van bestemming een controle uit te voeren. De controle op de verwerking ligt in handen van de autoriteit van bestemming.

Er is geen garantie dat buitenlandse ontvangers altijd zelf de accu’s verwerken. Op grond van de EVOA kan er ook toestemming worden verleend voor een overbrenging naar een inrichting waar sprake is van voorlopige nuttige toepassing. De praktijk is divers. Na mechanische bewerking, bijvoorbeeld shredderen, kan het lood in de betreffende inrichting worden teruggewonnen en gevormd tot loodbroodjes. De zuren en de kunststoffen worden soms in dezelfde inrichting verwerkt, maar kunnen ook elders worden verwerkt. Zelfs na het shredderen kunnen alle drie de fracties elders worden verwerkt.

Indien overbrenging naar een inrichting voor voorlopige nuttige toepassing plaatsvindt, dient de kennisgever aan te geven waar verdere verwerking plaatsvindt. Zowel de inrichting voor voorlopige nuttige toepassing als de inrichting(en) waar een verdere verwerking plaatsvindt, dienen een bewijs van (voorlopige) verwerking te verstrekken.

15

Hoe is de controle en handhaving georganiseerd op soort batterijen en accu’s naar de verschillende metalen die er in zijn verwerkt als lood, nikkel en cadmium, voordat transporten naar verwerkers plaatsvinden?

Aangezien er gesproken wordt over transporten naar verwerkers ga ik er van uit dat gedoeld wordt op overbrenging van afvalstoffen als bedoeld in de EVOA. Afhankelijk van de aard van de afvalstoffen en de bestemming dient een kennisgeving te worden gedaan danwel valt de overbrenging onder artikel 18 van de EVOA, waartoe een formulier als bedoeld in Bijlage VII van de EVOA bij de afvalstoffen aanwezig moet zijn (zgn. groene lijstafvalstoffen).

Een kennisgeving dient voorzien te zijn van een opgave van de samenstelling van de afvalstoffen en in voorkomende gevallen dienen de in de afvalstof voorkomende componenten te worden vermeld. De kennisgever is gehouden een volledige en correcte opgave te verstrekken. De VROM-Inspectie dan wel haar handhavingpartners (zoals de Douane en KLPD) zijn belast met het toezicht op de naleving en de handhaving van grensoverschrijdende overbrengingen. Dit toezicht vindt steekproefsgewijs plaats. Er wordt niet gecontroleerd voordat transporten aanvangen, controles kunnen pas dan plaatsvinden nadat de transporten zijn begonnen.

16

Hoe is gegarandeerd dat schadelijke reststoffen na recycling van batterijen en accu’s niet op een naar Nederlandse maatstaven onverantwoorde milieuhygiënische manier worden gestort of verbrand?

In de richtlijn, die nu wordt geïmplementeerd, een bepaling opgenomen die lidstaten verplicht de verwijdering van afgedankte industriële en autobatterijen en -accu’s door storting op stortplaatsen of door verbranding te verbieden. In Nederland geldt al een stortverbod voor alle batterijen en accu’s en ook verbranden is al verboden. Nederland wil zelfvoorzienend zijn voor storten en daarom wordt in- en uitvoer voor storten niet toegestaan.

Bovendien zijn de producenten verplicht voor de verwerking van de door hen ingezamelde afgedankte batterijen de best beschikbare technieken te gebruiken en ze te verwerken volgens de eisen voor verwerking en recycling die in de bijlage van de richtlijn zijn opgenomen.

De uitvoer van batterijen en accu’s vindt alleen naar andere EU-landen (m.u.v. Zwitserland) plaats. Deze landen moeten wat het verbranden en storten van afvalstoffen betreft, voldoen aan dezelfde Europese regelgeving als Nederland. Het is aan de autoriteit van bestemming om erop toe te zien dat nuttige toepassing van genoemde fracties en het eventueel verbranden of storten van genoemde andere afvalstoffen op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze plaatsvindt.

17

Wordt er voor afgifte van een exportbeschikking voor batterijen en accu’s gecontroleerd of de te ontvangen verwerker werkt volgens Nederlandse milieuhygiënische maatstaven en arbeidsomstandigheden? Zo ja, hoe, en kunnen daar recente voorbeelden van gegeven worden? Zo neen, waarom niet.

Zoals al aangegeven in het antwoord op vraag 16 is het aan de autoriteit van bestemming om toe te zien op een milieuhygiënisch verantwoorde verwerking. Overigens vindt de overbrenging van loodaccu’s in de regel plaats naar landen als België en Frankrijk en andere EU-lidstaten (zie antwoord vraag negen). Als EU-lidstaten zijn zij zelf verantwoordelijk voor een juiste implementatie van Europese richtlijnen en verordeningen, bijvoorbeeld voor het laten verwerken van afvalstoffen in een daartoe vergunde inrichting.

18

Kan er inzicht gegeven worden in hoe nu de inzameling, bewaring, bewerking en verwerking van drie onderscheiden typen batterijen en accu’s zwaarder dan één kilo in zijn werk gaat? Bieden deze structuren onvoldoende basis om de handhaving te verbeteren?

De batterijen en accu’s zwaarder dan één kilo die worden afgedankt door bedrijven, worden afgegeven aan afvalinzamelaars. Deze zullen dergelijk afval bij verwerkers afleveren, die zijn opgenomen in de lijst bij vraag negen.

Momenteel is er nog geen producentenverantwoordelijkheid voor batterijen en accu’s zwaarder dan één kilo, omdat de huidige regelgeving daar niet in voorziet. Verbetering van de handhaving op basis van de huidige regelgeving is dan ook niet aan de orde.

19

Gezien de brede definitie van begrippen «op de markt brengen» en «producent» geldt de mededelingsplicht voor alle producenten in Europese Gemeenschap. Betekent dit dat al deze producenten onder de mededelingsverplichting kunnen vallen? Zo ja, hoe vindt de handhaving van deze verplichting plaats over de landsgrenzen? Zo neen, voor welke producenten geldt de meldingsverplichting dan wel en bij welke typen bedrijven (bijvoorbeeld importeur of distributie) dalen de lasten neer?

De mededelingsplicht geldt voor een ieder die beroepsmatig voor het eerst een batterij of een accu in Nederland op de markt brengt. Niet alle producenten die batterijen of accu’s op de markt brengen binnen de Europese gemeenschap vallen dus onder de mededelingsplicht, alleen producenten die batterijen en accu’s op de markt brengen in Nederland. Voor deze producenten gelden de verplichtingen uit de Richtlijn die worden geïmplementeerd in de Regeling batterijen en accu’s.

20

Bij de mededelingsplicht zullen er dus ook (zij het minder) «free riders» zijn. Welke problemen verwacht men dan bij de handhaving van een meldingsplicht?

Zoals ik in mijn antwoord op vraag zes heb aangegeven was de conclusie uit de werkbaarheidsanalyse die in samenwerking met het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie is uitgevoerd dat een meldingsplicht tot gevolg zal hebben dat er veel meer «free riders» zijn dan bij een mededelingsplicht. Zie hiervoor het antwoord op vraag zes.

21

Is het positieve milieueffect alleen gebaseerd op het voortijdig activeren van de producenten omdat ze de mededelingsplicht hebben?

Het voortijdig activeren van producenten heeft zeker een positief effect op het milieu omdat de mededelingsplicht producenten en fabrikanten dwingt tot het tijdig nemen van maatregelen om aan de verplichtingen van de regelgeving voor batterijen en accu’s te voldoen. Ook worden door de mededelingsplicht de mogelijkheden voor handhaving vergroot. Maar zoals ik al eerder heb aangegeven is het doen van een mededeling een hulpmiddel en zal het voldoen aan de verplichtingen het grootste milieueffect opleveren.

22

Waarom zou de Richtlijn zonder die mededelingsplicht minder goed nageleefd worden?

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag naar mijn antwoorden bij de vragen zes en zeven.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), Voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU).

Plv. leden: Duyvendak (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), Kamp (VVD), Timmer (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (CU).

Naar boven