29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

Nr. 420 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Ontvangen ter Griffie op 10 december 2024.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 31 januari 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 1 februari 2025.

Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2024

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen in verband met de uitvoering van de verordeningen (EU) 2024/573 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en (EU) 2024/590 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure van artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het ontwerpbesluit aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van deze voorhangprocedure geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het kerstreces van uw Kamer verlengd tot en met 31 januari 2025.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans

Naar boven