29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

Nr. 321 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2019

Per brief van 4 april verzoekt uw vaste commissie voor Binnenlandse Zaken om mijn beleidsreactie op de uitkomsten van de enquête over agrarische leegstand. De uitkomsten van de enquête tonen aan dat het juridisch ruimtelijk instrumentarium voldoende is voor gemeenten en provincies om beleid te voeren op vrijkomende agrarische bebouwing. Zie daarover tevens mijn uitgebreidere reactie op de uitkomsten van de enquête1 en de reflectie van Wageningen Environmental Research (WER)2.

Samenvattend trek ik de volgende conclusies en acties uit de uitkomsten van de enquête:

  • De doorlooptijd van ruimtelijke procedures wordt vaak als lang ervaren. In de Omgevingswet breng ik hier verandering in. Voor aanzienlijk meer gevallen dan nu hoeft niet langer van het bestemmingsplan c.q. omgevingsplan te worden afgeweken middels de uitgebreide voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Gemeenten lopen tegen hindernissen aan bij het integraal en gebiedsgericht werken. Deze manier van werken sta ik juist voor bij een complex vraagstuk als agrarische leegstand. Gezamenlijk met de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Justitie en Veiligheid, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg bied ik op verzoek van gemeenten werksessies aan om de integrale gebiedsgerichte aanpak te ondersteunen;

  • Dit jaar verken ik de mogelijkheid om het Landelijk Informatiemodel Vastgoedgebruik uit te breiden om de opgave van vrijkomende agrarische bebouwing beter in kaart te brengen;

  • De reflectie van WER benadrukt het belang van een integrale visie op de transities binnen het landelijk gebied. Met de NOVI werk ik aan een integrale visie op de leefomgeving, waarbij een toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied een van de prioriteiten is. De ontwerpNOVI stuur ik uw Kamer in juni toe.

Tijdens het Algemeen Overleg NOVI van 24 april jl. heb ik met uw commissie gesproken over de transities in het landelijk gebied en vrijkomende agrarische bebouwing. Daar werd onder meer benadrukt dat het probleem van leegstand op het landelijk gebied om een integrale aanpak vraagt. Daar ben ik het mee eens. De relatie met de kwaliteit van het landschap, ondermijning, cultuurhistorie en fiscaliteit is evident. De acties die ik heb opgestart dragen bij aan die integrale aanpak.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 29 383, nr. 312

X Noot
2

Kamerstuk 29 383, nr. 316

Naar boven