29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving

Nr. 158 MOTIE VAN DE LEDEN KOOPMANS EN SNIJDER-HAZELHOFF

Voorgesteld 28 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het primaire doel van het Activiteitenbesluit het verminderen van administratieve lasten voor (agrarische) bedrijven en het tweede doel het uniformeren van agrarische regelgeving is;

verzoekt de regering het Activiteitenbesluit op de volgende punten aan te passen:

De Regeling

– Opslag vloeibare (mest)stoffen in tanks

In paragraaf 4.1.1 en 4.1.3.1 van de regeling vloeibare kunstmeststoffen opnemen als uitzondering door toe te voegen: niet zijnde vloeibare kunstmeststoffen.

Voor de opslag van vloeibare kunstmeststoffen de huidige voorschriften uit paragraaf «2.3 Opslag en verwerking kunstmeststoffen» van het Besluit glastuinbouw continueren en toepassen voor de hele agrarische sector.

Het Besluit

– Geen aanvullende (intrede-)keuringen gaan eisen voor tanks van na 2000 tot het moment dat het Besluit Landbouw van kracht werd in december 2006

Dit door toevoeging van lid b aan artikel 6.10 lid 1 van het besluit.

  • 1. Ten aanzien van een bovengrondse stationaire opslagtank met vloeibare brandstoffen, of afgewerkte olie aanwezig op een agrarisch bedrijf, geïnstalleerd tussen 1 januari 2000 en 31 december 2006, zijn artikel 4.15, eerste lid en de in artikel 4.15, tweede lid, genoemde voorschriften 4.2.6 met betrekking tot de gecertificeerde overvulbeveiliging en 4.3.1 met betrekking tot het installatiecertificaat, 4.3.2 met betrekking tot de constructie-eisen voor opvangbakken, 4.5.2 uit PGS 30 en artikel 4.15 zesde lid tot 1 januari 2015 niet van toepassing.

– PGS/BRL

Het besluit artikel 1.7 Lid 3 als volgt aan te passen: Bij ministeriële regeling worden in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat regels gesteld omtrent de bij de toepassing van dit besluit in acht te nemen tekst van:

  • a. de bij of krachtens dit besluit genoemde niet publiekrechtelijke regelingen;

  • b. onder voorwaarde dat alleen naar een niet-publiekrechtelijke regeling kan worden verwezen indien vast staat dat er onder de belanghebbende partijen consensus is over de inhoud en de praktische toepasbaarheid;

  • c. de NeR;

  • d. de NRB.

– Kleine glasopstanden

Aanpassing van een tweetal artikelen te weten:

Artikel 6.24k van het besluit: Artikel 3.60 tweede, derde en vierde lid zijn niet van toepassing op bedrijven met substraatteelt met een glasoppervlak kleiner dan 2 500 vierkante meter en artikel 6.24 m van het besluit: Artikel 3.66, eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op bedrijven met grondgebonden teelt met een glasoppervlak kleiner dan 2 500 vierkante meter.

– Geluid

Het besluit, artikel 2.18 lid 3: Bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau LAmax, bedoeld in artikel 2.17, blijft buiten beschouwing het geluid als gevolg van:

  • c. laad- en losactiviteiten in de periode tussen 19.00 en 06.00 uur ten behoeve van de aan- en afvoer van producten bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.17, vijfde en zesde lid.

– Dekwassers

Het besluit, artikel 2.18 lid 3. Bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau LAmax, bedoeld in artikel 2.17, blijft buiten beschouwing het geluid als gevolg van:

  • e. activiteiten in de periode tussen 19.00 en 06.00 uur ten behoeve van het wassen van kasdekken bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.17, vijfde en zesde lid.

– Lozingen glastuinbouw

Aan het besluit toe te voegen dat artikel 2.2, eerste en tweede lid tot tien jaar na inwerkingtreding van het besluit niet van toepassing zijn op het lozen van brijn van omgekeerdeosmose-installaties op grondwater voor zover deze worden toegepast in aanvulling op een regenwateropslag van minimaal 500 m3 per ha.

– Antihagelkanon

Voor het gebruik van hagelkanonnen een passend en in de praktijk werkbaar maatwerkregime uit te werken, zodat bevoegd gezag deze laagdrempelig kan toepassen.

– Assimilatiebelichting

Het besluit, artikel 3.56 en 3.57 voorzien van een passend en in de praktijk werkbaar maatwerkregime, zodat bevoegd gezag deze laagdrempelig kan toepassen.

– Uitzondering van glastuinbouw voor artikel 2.16 stimulering openbaar vervoer,

en gaat eindelijk over tot de orde van de dag.

Koopmans

Snijder-Hazelhoff

Naar boven