29 383
Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving

nr. 143
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2010

Met mijn brief van 29 oktober 2009 (29 383, nr. 137) zond ik u het werkdocument Basistakenpakket voor regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s). Daarbij gaf ik aan dat er voor eind 2009 een bestuurlijk overleg zou plaatsvinden over het basistakenpakket en de kwaliteitscriteria en dat ik u begin 2010 zou informeren over de resultaten van het gevoerde overleg.

In december 2009 hebben nagenoeg alle provincies mij gerapporteerd over de voortgang van het bottom up proces en over de binnen de provincies voorgestane invulling van de package deal ten aanzien van de vorming van regionale uitvoeringsdiensten. Het beeld dat dit oplevert, is naar mijn mening zowel qua proces als qua resultaat, positief. De provincies vervullen hun regierol met verve en zijn in goed overleg gekomen tot principeafspraken met de betrokken gemeenten over de vorming van regionale uitvoeringsdiensten. In een aantal gevallen hebben de afspraken het karakter «voorlopig». Nagenoeg steeds is gekozen voor een openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het leidend principe van congruentie met de veiligheidsregio’s wordt in de meeste provincies gevolgd.

Eind januari 2010 wil ik, samen met mijn ambtgenoot van Justitie, in een bestuurlijk overleg met het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen, gezamenlijk conclusies trekken over de door de provincies gedane voorstellen tot vorming van regionale uitvoeringsdiensten. Hetzelfde geldt ook voor het basistakenpakket en de kwaliteitscriteria. Ik zal u na afloop van dit overleg informeren over de resultaten daarvan.

Een afschrift van deze brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven