29 381
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een aftrekverbod voor de aankoopkosten van een deelneming

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID DE NERÉE TOT BABBERICH C.S.

Ontvangen 1 juli 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel IV, eerste lid, wordt de tweede volzin vervangen door: De eerste volzin is niet van toepassing voor zover de belastingplichtige op of vóór 13 december 2002 in de aangifte over het jaar van de verwerving of in een bezwaar- of beroepschrift met betrekking tot dat jaar al aanspraak had gemaakt op aftrek van die kosten; alsdan komen de kosten slechts in aftrek in het jaar waarin de deelneming wordt vervreemd aan een niet met hem verbonden lichaam of een niet met hem verbonden natuurlijk persoon, een en ander als bedoeld in artikel 10a, vierde lid of vijfde lid, onderdeel a, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, behoudens voor zover de aftrek voortvloeit uit de toepassing van artikel 13ca of 13d van die wet.

Toelichting

Artikel IV, eerste lid, bepaalt dat de aftrek van aankoopkosten voor deelnemingen die zijn verworven voor 1 januari 2000, terwijl de aanslag over het jaar van verwerving nog open staat, alleen mogelijk is als voor 24 mei 2002 (de datum van het HR arrest) al aanspraak is gemaakt op aftrek van die kosten. Met het voorgestelde amendement wordt de uiterste datum waarop aanspraak moet zijn gemaakt op aftrek van aankoopkosten gesteld op 13 december 2002, de datum waarop per brief aan de Tweede Kamer wetswijziging met terugwerkende kracht werd aangekondigd. Aan de andere kant wordt het moment van aftrek voor deze gevallen verschoven naar het jaar waarin de deelneming wordt verkocht aan een niet verbonden lichaam of aan een niet verbonden natuurlijk persoon (voor deelnemingen die zijn gekocht op of na 1 januari 2000 wordt de aftrek direct verleend).

De wijziging laat onverlet dat aankoopkosten die zijn geactiveerd in een jaar waarover de aanslag inmiddels vaststaat, niet alsnog in aftrek kunnen komen. Hiervoor bevat artikel IV, vierde lid, immers een afzonderlijke regeling.

De Nerée tot Babberich

Dezentjé Hamming-Bleumink

Van As

Naar boven