nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Luchtvaartwet in verband met wijziging van de heffingen voor de luchthaven
Schiphol.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
22 december 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband
met de ingebruikname van het vijfbanenstelsel op de luchthaven Schiphol wijzigingen
aan te brengen in de geluidsheffing burgerluchtvaart, alsmede ten aanzien
van de luchthaven Schiphol een heffing in te voeren met betrekking tot het
aankopen en verwijderen van onder meer woningen en woonboten in de sloopzones
rond het luchtvaartterrein van de luchthaven Schiphol, alsmede met betrekking
tot door het Schadeschap Luchthaven Schiphol ingewilligde verzoeken om schadevergoeding;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 77 van de Luchtvaartwet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Het eerste lid komt te luiden:
1. Met betrekking tot de financiering en de bekostiging van:
a. de kosten van de uitvoering van de aanwijzing, de voorschriften en
de maatregelen, bedoeld in artikel 26d, en
b. de kosten van de uitvoering van artikel 8.32 van de Wet luchtvaart,
wordt onder de naam «geluidsheffing burgerluchtvaart» een
heffing geheven. Voor het luchtvaartterrein Schiphol wordt naast de geluidsheffing
burgerluchtvaart een heffing geheven ter financiering van de kosten van de
uitvoering van artikel 8.33 van de Wet luchtvaart, alsmede de kosten van het
Schadeschap Luchthaven Schiphol en van zijn uitspraken voor zover deze betrekking
hebben op de uitvoering van artikel 9, eerste lid, tweede lid, onderdeel a,
en de leden 3a, 3f en 3g, van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven
Schiphol.
B
In het tweede en derde lid wordt « De heffing wordt» telkens
vervangen door: De heffingen worden.
C
In het vierde lid wordt «De heffing» vervangen door: De geluidsheffing
burgerluchtvaart.
D
Het achtste en negende lid komen te luiden:
8. Het tarief van de heffing per rekeneenheid geluidsproductie bedraagt
in het jaar 2004 € 27,–. Het tarief van de heffing per rekeneenheid
geluidsproductie wordt na 2004 met ingang van elk daaropvolgend kalenderjaar
verhoogd met € 1,–.
9. Voor het luchtvaartterrein Schiphol wordt het tarief van de heffing
per rekeneenheid geluidsproductie, bedoeld in het achtste lid, verhoogd met € 105,–.
E
Onder vernummering van het tiende lid tot elfde lid wordt een nieuw tiende
lid ingevoegd, luidende:
10. Het tarief van de in het eerste lid, tweede volzin, bedoelde heffing
bedraagt € 0,80 per ton van de maximale toegelaten startmassa van
het luchtvaartuig.
F
Na het elfde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
12. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan bij de toepassing van
het eerste lid een deel van de kosten buiten toepassing laten indien toepassing,
gelet op het belang van de burgerluchtvaart zal leiden tot een onbillijkheid
van overwegende aard.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,