nr. 70
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 april 2005
Op 21 maart jl. ontving ik uw verzoek omtrent de uitvoering van artikel
10a, eerste lid onderdeel d van de Gaswet inzake flexibiliteitsdiensten (brief 22–05-EZ).
U geeft aan dat u signalen krijgt dat dit artikel nog niet is uitgevoerd,
en vraagt aan mij opheldering over deze signalen. Hierbij voldoe ik aan uw
verzoek.
Per 14 juli 2004 is de Gaswet gewijzigd. Dit betekent onder meer
dat de totstandkoming van het pakket tariefstructuren en voorwaarden die de
gezamenlijke netbeheerders gas hanteren grondig wijzigt. De flexibiliteitsdiensten
zoals bedoeld in bovengenoemd artikel 10a zijn een onderdeel van dit pakket.
Deze totstandkoming is onder meer achtereenvolgens afhankelijk van een
ministeriële regeling1, de indiening van
een voorstel door gezamenlijke netbeheerders na overleg met representatieve
organisaties van netgebruikers2 en vaststelling
door de directeur DTe.
Genoemde ministeriële regeling is 9 februari jl. akkoord bevonden
door de Tweede Kamer. Gelet op de benodigde vervolgstappen in de procedure,
ga ik er vanuit dat het nog enige tijd duurt voordat de landelijk netbeheerder
Gas Transport Services B.V. (GTS) in staat is om nieuwe flexibiliteitsdiensten,
in aanvulling op reeds bestaande diensten zoals de tolerantiedienst, feitelijk
aan te bieden.
Bovendien speelt de wettelijke randvoorwaarde waaronder GTS de taak rond
genoemde nieuwe diensten krijgt een rol. Volgens de Gaswet krijgt GTS de taak
flexibiliteitsdiensten te verzorgen voor zover er sprake is van een dominante
positie van Gasunie Trade & Supply op de flexibiliteitsmarkt. Momenteel
onderzoekt de Dienst Uitvoering en Toezicht Energie (DTe) of er sprake is
van een dergelijke dominante positie. Onderdeel hiervan vormt
het recentelijk door DTe uitgebrachte onderzoeksrapport, dat in opdracht van
NMa/DTe is opgesteld door Frontier Economics en dat onderdeel vormt van een
consultatie door DTe in de komende periode.
Onverminderd dit onderzoek en vooruitlopend op een conclusie omtrent genoemde
dominante positie, is GTS gestart met de ontwikkeling van de eventueel te
leveren nieuwe flexibiliteitsdiensten. Deze diensten zullen aansluiten bij
het nu tevens in ontwikkeling zijnde nieuwe balanceringsregime van GTS, dat
per 1 juli 2005 zal worden gepresenteerd.
De Minister van Economische Zaken,
L. J. Brinkhorst