nr. 27
AMENDEMENT VAN HET LID HESSELS C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, artikel 5, wordt na onderdeel 5 een nieuw onderdeel
ingevoegd, luidende:
6. Aan het zevende lid wordt toegevoegd een nieuwe volzin, luidende: Van
de beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Gegevens die ingevolge
artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur niet voor verstrekking in aanmerking
komen, worden niet ter inzage gelegd.
II
Artikel I, onderdeel DD, komt te luiden:
DD
Aan artikel 26a worden toegevoegd twee leden, luidende:
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op een afnemer, bedoeld
in artikel 95a, eerste lid.
5. De artikelen 236 en 237 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek zijn
mede van toepassing op voorwaarden in overeenkomsten met afnemers als bedoeld
in artikel 95a, eerste lid, die rechtspersoon zijn of handelen in de uitoefening
van een beroep of bedrijf.
III
Artikel I, onderdeel HHH, artikel 95b, wordt gewijzigd als volgt:
1. In de bestaande tekst wordt «26a, tweede lid» vervangen
door: 26a, vijfde lid.
2. Onder plaatsing van de aanduiding «1» voor de bestaande
tekst, wordt een nieuw punt ingevoegd, luidende:
2. Na onderdeel 1 worden ingevoegd drie onderdelen, luidende:
2. Onder vernummering van de leden 2 tot en met 6 tot 3 tot en met 7 wordt
ingevoegd een nieuw tweede lid, luidende: Een afnemer, bedoeld in artikel
95a, eerste lid, kan zijn overeenkomst tot levering van elektriciteit opzeggen
met inachtneming van een termijn van ten hoogste 30 dagen.
3. In het vijfde lid wordt «derde lid» vervangen door: vierde
lid.
4. In het zevende lid wordt de zinsnede «tweede tot en met zesde
lid» vervangen door: derde tot en met zevende lid.
IV
In artikel I, onderdeel MMM, wordt onder plaatsing van 1. voor het bestaande
onderdeel, toegevoegd een nieuw onderdeel, luidende:
2. Artikelen 26a, leden 1, 4 en 5 treden in werking met ingang van 1 juli
2004.
V
Artikel II, onderdeel S, artikel 14, wordt gewijzigd als volgt:
Onder vernummering van het vierde lid tot zevende lid, worden drie leden
ingevoegd, luidende:
4. Voorwaarden als bedoeld in de artikelen 236 en 237 van boek 6 van het
Burgerlijk Wetboek worden vermoed niet redelijk te zijn.
5. Een voorwaarde is redelijk wanneer dit blijkt uit de aard, inhoud en
wijze van totstandkoming van de betrokken voorwaarde.
6. Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing op een afnemer, bedoeld
in artikel 43, eerste lid.
VI
Artikel II, onderdeel KK, artikel 44, wordt gewijzigd als volgt:
1. In de bestaande tekst wordt de laatste volzin vervangen door: De artikelen
236 en 237 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek zijn mede van toepassing
op voorwaarden in overeenkomsten met afnemers die rechtspersoon zijn of handelen
in de uitoefening van een beroep en bedrijf.
2. Onder plaatsing van de aanduiding «1» voor de bestaande
tekst worden ingevoegd drie onderdelen, luidende:
2. Onder vernummering van de leden 2 tot en met 6 tot 3 tot en met 7 wordt
ingevoegd een nieuw tweede lid, luidende: Een afnemer, bedoeld in artikel
43, eerste lid, kan zijn overeenkomst tot levering van elektriciteit opzeggen
met inachtneming van een termijn van ten hoogste 30 dagen.
3. In het vijfde lid wordt «derde lid» vervangen door: vierde
lid.
4. In het zevende lid wordt de zinsnede «tweede tot en met zesde
lid» vervangen door: derde tot en met zevende lid.
VII
In artikel II, onderdeel TT, artikel 60, wordt na onderdeel 3 een nieuw
onderdeel toegevoegd, luidende:
4. Aan artikel 60, derde lid, wordt een nieuwe volzin toegevoegd, luidende:
Van de beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Gegevens die
ingevolge artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur niet voor verstrekking
in aanmerking komen, worden niet ter inzage gelegd.
VIII
Artikel II, onderdeel LLL, artikel 88, wordt gewijzigd als volgt:
1. Het tweede lid komt te luiden: De artikelen 14, derde tot en met zesde
lid, treden in werking met ingang van 1 juli 2004.
2. Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.
3. Het zesde lid vervalt.
Toelichting
Het voorgestelde amendement heeft tot doel de wettelijke bescherming van
de kleinverbruikers te vergroten. Hiertoe worden verschillende wijzigingen
in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet voorgesteld. De keuzevrijheid van
de kleinverbruiker om zijn eigen leverancier van elektriciteit en gas te kiezen
raakt aan de kern van de liberalisering. Door het opnemen van een wettelijke
opzegtermijn wordt de keuzevrijheid van de kleinverbruiker wettelijk gewaarborgd.
Verduidelijkt wordt dat de rechtsbescherming die kleinverbruikers ontlenen
aan het Burgerlijk Wetboek door de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet niet
wordt beperkt. Het systeem van gereguleerde toegang tot gasnetten biedt de
kleinverbruiker de beste bescherming tegen onredelijke tarieven voor gastransport.
De huidige wet voorziet er in dat het systeem van gereguleerde tarieven met
ingang van 1 januari 2012 zal komen te vervallen. Vanuit een oogpunt
van bescherming van kleinverbruikers is het wenselijk het systeem van gereguleerde
toegang ook na genoemde datum te handhaven.
Hessels
Crone
De Krom