29 372
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003 (PbEG L 176) en richtlijn nr. 2003/55/EG (PbEG L 176), alsmede in verband met de aanscherping van het toezicht op het netbeheer (Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer)

nr. 22
AMENDEMENT VAN DE LEDEN CRONE EN HESSELS

Ontvangen 17 mei 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I, onderdeel HHH, wordt onder plaatsing van de aanduiding «1» voor de bestaande tekst een nieuw punt toegevoegd, luidende:

2. Aan artikel 95b worden twee leden toegevoegd, luidende:

7. Een netbeheerder en een vergunninghouder voeren een beleid, gericht op het voorkomen van het afsluiten van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, in de periode van 1 oktober tot 1 april van enig jaar.

8. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over het beëindigen van de levering van elektriciteit aan een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, in de periode van 1 oktober tot 1 april van enig jaar.

II

Aan artikel II, onderdeel KK, wordt, onder plaatsing van de aanduiding «1» voor de bestaande tekst, een nieuw punt toegevoegd, luidende:

2. Aan artikel 44 worden twee leden toegevoegd, luidende:

7. Een netbeheerder en een vergunninghouder voeren een beleid, gericht op het voorkomen van het afsluiten van een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, in de periode van 1 oktober tot 1 april van enig jaar.

8. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over het beëindigen van de levering van gas aan een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, in de periode van 1 oktober tot 1 april van enig jaar.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd dat terughoudend wordt omgegaan met afsluiting in de koude maanden van het jaar, en met name in de winterperiode. De indieners willen daarbij benadrukken dat elektriciteit en gas, en dus de verwarming van woonhuizen, moeten worden gezien als absolute basisvoorzieningen, en afsluiting daarvan een ingrijpende gebeurtenis is. De indieners willen echter ook waken voor wanbetaling en daarmee gepaard gaande schuldenproblematiek. Daarom stellen zij voor dat het leveringsbedrijf, alvorens tot afsluiting over te gaan, eerst de gemeentelijke sociale dienst raadpleegt, teneinde tot een goede betalingsregeling te komen, om zo afsluiting te voorkomen. Indien de afnemer na overleg met de sociale dienst geen cliënt blijkt te zijn van de sociale dienst, kan de leverancier zijn afsluitprocedure vervolgen. Per ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van afsluiting.

Crone

Hessels

Naar boven