nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2005
Met mijn brief van 3 december 2004 (kamerstuk 29 371, nr. 10),
heb ik u geïnformeerd over mijn voornemens ten aanzien van de medezeggenschap
BVE. Ik wil u met deze brief op de hoogte stellen van de vorderingen en u
informeren over de regelingen rond de vrijwillige bijdrage, om daarmee te
voldoen aan de toezegging van staatssecretaris Nijs tijdens het AO Beroepsonderwijs
van 26 november 2003.
Voortgang medezeggenschap
In mijn bovengenoemde brief geef ik aan wat ik mij voorstel dat de komende
periode gaat gebeuren ten aanzien van de modernisering medezeggenschap. Voor
de korte termijn zou de Bve Raad het initiatief nemen om samen met de andere
partijen tot een convenant versterking medezeggenschap deelnemer te komen.
Nog in december hebben partijen dit convenant afgesloten; ik doe u bijgaand
de tekst1 toekomen. Zoals u ziet, zijn partijen
overeen gekomen er zorg voor te dragen dat er voor 1 mei 2005 een goede
gezamenlijke handreiking is hoe versterking van de medezeggenschap van de
deelnemer kan plaatsvinden binnen de bestaande wettelijke kaders. In de periode
daarna zal vervolgens de implementatie daarvan, alweer gezamenlijk, ter hand
wordt genomen. Ik ben blij met dit convenant, niet alleen vanwege de inhoud,
maar ook vanwege de brede overeenstemming die uit dit convenant blijkt over
de noodzaak van versterking van de positie van de deelnemer in de BVE-sector.
Over de uitwerking word ik door de partijen geïnformeerd; op mijn beurt
zal ik de Kamer informeren over de voortgang hiervan.
Ten aanzien van de langere termijn is het mijn voornemen de Kamer nog
vóór het zomerreces mijn voornemens daarover kenbaar te maken.
Ik zal u dan ook mijn definitieve inzet laten weten ten aanzien van het in december 2003 aan de Kamer aangeboden, en inmiddels aangehouden wetsvoorstel
Modernisering Medezeggenschap BVE (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 371
nrs. 1 en 2).
Vrijwillige bijdrage
In de BVE-sector is de afgelopen jaren met enige regelmaat door de Kamer
en door het departement zelf geconstateerd dat er door de instellingen fouten
worden gemaakt met betrekking tot die bijdrage. Niet alleen worden er zaken
in rekening gebracht die er niet in thuis horen, ook is er lang niet altijd
transparant wat in de bijdrage is opgenomen en is de bijdrage nog steeds op
instellingen gekoppeld aan de onderwijsovereenkomst.
Om hier verbetering in aan te brengen, was ervoor gekozen de deelnemersraad
die er volgens het eerder in deze brief genoemde wetsvoorstel zou komen, veel
bevoegdheden te geven op dit punt, onder andere ten aanzien van de vorm waarin
de overeenkomst tussen de deelnemer en de instelling moet worden gesloten.
Nu het wetsvoorstel is aangehouden, en dus in ieder geval voorlopig niet
in werking treedt, is de vraag wat er op kortere termijn kan gebeuren om de
problemen rond de vrijwillige bijdrage aan te pakken. Ik ben het met mijn
ambtsvoorgangers eens dat een strikte wettelijke regeling niet de voorkeur
verdient. Ook in het kader van deregulering is het beter als de partijen op
de instellingen er zelf uitkomen. Dat was ook de reden waarom gekozen was
voor regeling via de deelnemersraden.
Ik zal nu de JOB en de Bve Raad, als direct belanghebbenden én
als bij het bovengenoemde convenant betrokken partners, vragen om mij op korte
termijn te informeren of het mogelijk is in de op te stellen handreiking medezeggenschap
deelnemers mee te nemen dat de vrijwillige bijdrage onderwerp wordt van een
vorm van inspraak van de deelnemers. Die inspraak zou dan betrekking moeten
hebben op de elementen uit het aangehouden wetsvoorstel Modernisering Medezeggenschap,
dus de hoogte, de opbouw en de vorm van de overeenkomst waarmee de afspraak
over de bijdrage wordt vastgelegd.
Mocht dit niet tot resultaat leiden, zal ik bij opnieuw beraden over een
wettelijke regeling en u daarover informeren. De meest logische weg lijkt
dan overigens een wijziging van de wet Medezeggenschap Onderwijs in de zin
die het aangehouden wetsvoorstel Modernisering Medezeggenschap BVE beoogde.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Rutte