nr. 4
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 19 februari 2004
De commissie voor Rijksuitgaven1 heeft een
aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over het rapport Accijnzen
op minerale oliën.
De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 19 februari 2004.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
B. M. de Vries
De griffier van de commissie,
Van der Windt
1
Is, naar de mening van de Algemene Rekenkamer, dankzij
de samenwerking bij dit onderzoek met het Rekenhof van België, voldoende
zicht verkregen op alle tekortkomingen in het toezicht, of is voor een volledig
beeld ook samenwerking met, of informatie van, andere landen nodig?
De samenwerking met het Rekenhof van België heeft zeker bijgedragen
aan de totstandkoming van een volledig beeld van de tekortkomingen in het
toezicht, voorzover veroorzaakt door het Europese accijnssysteem. Het inzicht
hierin is compleet en aanvullend onderzoek in andere EU-lidstaten is niet
nodig.
Het beeld is uiteraard niet volledig als het gaat om tekortkomingen in
het toezicht, te wijten aan gebrekkige samenwerking en informatie-uitwisseling
tussen de Douaneorganisaties van de EU-lidstaten. Onderzoek in meer of alle
lidstaten zou een vollediger beeld van de tekortkomingen op dit aspect van
de accijnsheffing aan het licht kunnen brengen.
2
Waarom kiest de Algemene Rekenkamer als doel «een
bijdrage leveren aan de harmonisatie van de communautaire regelgeving?»
Is dit geen middel om een eventueel doel (bijvoorbeeld eenvoudiger en doelmatiger
toezicht) te realiseren? Heeft de Algemene Rekenkamer ook onderzoek gedaan
naar de noodzaak van dit doel?
De Algemene Rekenkamer beoogt met haar onderzoek in het algemeen bij te
dragen aan het verbeteren van het functioneren van de overheid. De doelen
die de overheid nastreeft zijn daarbij voor haar een gegeven. Voor de accijnzen
op minerale oliën ging het haar om het functioneren van de Douane bij
de handhaving van de wet- en regelgeving op dat gebied. De nationale wet-
en regelgeving – en daarmee het accijnssysteem – bouwt in belangrijke
mate voort op Europese richtlijnen. Binnen deze richtlijnen is nog steeds
geen sprake van een volledige harmonisatie van formaliteiten en vooral van
tarieven, ondanks de instelling van de interne markt van de Europese Unie
in 1993. Wel wordt daar van Europese zijde naar gestreefd, zij het dat dit
proces traag verloopt. De Algemene Rekenkamer – en het Rekenhof –
hebben niet de noodzaak van harmonisatie van de accijnsregels onderzocht,
maar hebben in het onderzoek vastgesteld dat een niet onbelangrijk deel van
het misbruik met accijnzen samenhangt met de onvoldoende harmonisatie binnen
de EU.
Het voorkomen en bestrijden van misbruik met accijnzen vergt van de lidstaten
een effectief toezicht, dat door (verdere) harmonisatie van de regels zeker
eenvoudiger en doelmatiger zou zijn uit te voeren. Hierbij is harmonisatie
als middel voor het verdergelegen doel van «eenvoudiger en doelmatiger
toezicht» door de Douane te beschouwen. Met hun onderzoek beogen de
Algemene Rekenkamer en het Rekenhof hieraan een bijdrage te leveren. Het risico
op misbruik zal evenwel ook bij een volledig geharmoniseerd Europees accijnssysteem
blijven bestaan.
3 en 4
Heeft de Algemene Rekenkamer ook onderzoek gedaan naar
de omvang van misbruik met accijnzen? Kan de Algemene Rekenkamer een schatting
maken van de omvang van het totale misbruik met accijnzen, dan wel een schatting
maken van het misbruik op een paar hoofdpunten, zoals rode diesel?
Heeft de Algemene Rekenkamer, gegeven haar constatering dat aanzienlijke
verbeteringen mogelijk zijn in het toezicht op de heffing van accijnzen op
minerale oliën, een indicatie van het bedrag aan inkomsten uit accijnzen
dat verloren gaat door de huidige gebrekkige controle?
De Algemene Rekenkamer heeft geen onderzoek gedaan naar de omvang van
het misbruik met accijnzen, ook niet voor minerale oliën. Het maken van
een schatting van het misbruik, algemeen of voor bepaalde soorten minerale
oliën, is niet mogelijk. Daarvoor zou namelijk de theoretische opbrengst
aan accijnzen bekend moeten zijn, welke – ook voor de belastingopbrengsten
als geheel – in de praktijk onmogelijk is vast te stellen. Het feit
dat bij de diverse soorten controles – ook die waaraan geen risicoanalyse
ten grondslag ligt – altijd wel onregelmatigheden worden geconstateerd,
geeft echter wel een indicatie dat misbruik geregeld voorkomt.
De Algemene Rekenkamer heeft ook geen indicatie van de gederfde inkomsten
door het onvolkomen toezicht op accijnsgebied. Zij heeft in haar onderzoek
vastgesteld dat de Douane in het bijzonder op regionaal niveau, meer dan voorheen,
aandacht besteedt aan de controle op de minerale olieaccijns en daarbij ook
succesvol is. De Douane constateert met regelmaat overtredingen en legt vervolgens
naheffingen en/of sancties op. Dit geldt in het bijzondere voor het niet-toegestane
gebruik van rode diesel door voertuigen op de openbare weg en door de pleziervaart.
De mate waarin de Douane onregelmatigheden constateert, moet echter wel in
relatie worden gezien met de controlefilosofie van de Douane. De Douane moet
op basis van risicoanalyse met een beperkte menskracht vele risico's –
naast die bij de accijnzen – afdekken.
XNoot
1Samenstelling: Duivesteijn (PvdA), Giskes (D66), ondervoorzitter, Crone
(PvdA), Rouvoet (CU), De Vries (VVD), voorzitter, De Haan (CDA), Atsma (CDA),
Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Balemans
(VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Rambocus (CDA), Gerkens
(SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich
(CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Heemskerk
(PvdA), Van Dam (PvdA), Schippers (VVD).
Plv. leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Fierens (PvdA), Van
der Vlies (SGP), De Grave (VVD), Mosterd (CDA), Kortenhorst (CDA), Van Gent
(GL), Duyvendak (GL), De Ruiter (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Schreijer-Pierik
(CDA), Hofstra (VVD), Ferrier (CDA), Eerdmans (LPF), Vacature (CDA), Vergeer
(SP), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), De Krom (VVD), Smeets
(PvdA), Van Heemst (PvdA), Smits (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Kalsbeek (PvdA),
Van Beek (VVD).