29 363
Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen in verband met het verbeteren van enkele onvolkomenheden in de regels over de voorwaardelijke machtiging en de observatiemachtiging

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 12 februari 2004

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel brengt onderstaand verslag uit over haar bevindingen.

Met een tijdige en afdoende beantwoording van de daarin opgenomen vragen en opmerkingen, acht de commissie de openbare behandeling voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel dat ertoe strekt enkele onvolkomenheden te verbeteren in de regels voor de observatiemachtiging. Zij hadden en hebben grote twijfels bij het nut van de invoering van de observatiemachtiging. Of deze twijfels gegrond zijn, zal duidelijk worden bij de eerstvolgende evaluatie van de observatiemachtiging. Ten aanzien van het voorliggende wetsvoorstel hebben deze leden enkele zeer prangende vragen.

De leden van de CDA-fractie plaatsen kanttekeningen bij de mogelijkheid om personen jegens wie een observatiemachtiging is afgegeven bij voorbaat alle bewegingsvrijheid in en rondom het ziekenhuis te verbieden. Het adagium lijkt hier te zijn: het doel van de observatiemachtiging heiligt alle middelen. Terwijl voor personen die met een andere machtiging zijn opgenomen beperkingen in de bewegingsvrijheid alleen worden opgelegd indien ernstige nadelige gevolgen worden gevreesd voor de gezondheid of voor de orde in het ziekenhuis, wordt de persoon met een observatiemachtiging vogelvrij verklaard. Hij of zij kan zonder meer op een gesloten afdeling worden opgenomen. Dit is des te meer een probleem daar de observatiemachtiging kan zijn afgegeven vanwege het vermoeden van gevaar, terwijl de personen met een andere machtiging gedwongen zijn opgenomen vanwege aantoonbaar gevaar. Deze leden willen derhalve weten waarom het nodig is voor de observatiemachtiging deze grote uitzondering te maken. Waarom is het niet mogelijk de bewegingsvrijheid van deze personen te beperken onder de noemer van gezondheid of ordeverstoring in het ziekenhuis, of een aparte uitzondering te maken in het geval waarin beperking van de bewegingsvrijheid alleen wordt toegestaan als de veiligheid van medewerkers en patiënten in het geding is?

De leden van de CDA-fractie vragen verder of de observatiemachtiging met de mogelijkheid tot het beperken van alle bewegingsvrijheid rondom het ziekenhuis zijn doel niet voorbijschiet. Zal het niet zo zijn dat deze observatiemachtiging verwordt tot een eenvoudig instrument om personen waarbij sprake is van een vermoeden van gevaar gedwongen op te nemen op een gesloten afdeling? Daarmee verschuift het doel van observatie naar dat van gedwongen opname bij het vermoeden van gevaar. Deze leden zijn bereid om in het licht van de evaluatie van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) verder na te denken over mogelijkheden tot gedwongen opname bij het vermoeden van gevaar, maar vinden niet dat de observatiemachtiging voor dit doel mag worden gebruikt. Wat zijn de randvoorwaarden bij het verlenen van de observatiemachtiging?

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen in verband met het verbeteren van enkele onvolkomenheden in de regels over de voorwaardelijke machtiging en de observatiemachtiging. Hierdoor worden de beperkingsgronden voor iemand die is opgenomen met een observatiemachtiging gelijkgetrokken met de beperkingsgronden voor iemand die is opgenomen met een rechterlijke machtiging (RM) of inbewaringstelling (IBS). Wel hebben deze leden nog enkele kritische vragen.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering om naar aanleiding van deze wetswijziging te komen met een uitvoeringsplan. Zij willen weten hoe de regering invulling wil geven aan de uitvoering van de observatiemachtiging als het gaat om kwaliteitsgaranties, preventie en nazorg.

Deze leden zouden voorts graag worden geïnformeerd wanneer de regering met een standpunt komt over de evaluatie van de Wet Bopz van april 2002. Daarnaast zijn onlangs de resultaten van een onderzoek gepresenteerd van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over de Wet Bopz (januari 2004). Wanneer kan de Kamer een reactie op dit onderzoek verwachten?

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Wet Bopz strekkende tot het verbeteren van enkele onvolkomenheden in de regels over de voorwaardelijke machtiging en de observatiemachtiging. Deze leden zijn verheugd dat de regels over de observatiemachtiging door middel van het onderhavige wetsvoorstel in werking kunnen treden.

De ondervoorzitter van de commissie,

Van Oerle-van der Horst

Adjunct-griffier van de commissie,

Clemens


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kalsbeek (PvdA), Rijpstra (VVD), De Grave (VVD), Lambrechts (D66), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Vendrik (GL), Kant (SP), Smits (PvdA), Örgü (VVD), Verbeet (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Ondervoorzitter, Vergeer (SP), Vietsch (CDA), Tonkens (GL), Joldersma (CDA), van Heteren (PvdA), Smilde (CDA), Nawijn (LPF), Van Dijken (PvdA), Timmer (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Hermans (LPF), Schippers (VVD) en Omtzigt (CDA).

Plv. leden:, Rouvoet (CU), Verdaas (PvdA), Griffith (VVD), Veenendaal (VVD), Bakker (D66), Ferrier (CDA), Çörüz (CDA), Blom (PvdA), Halsema (GL), Gerkens (SP), Dijsselbloem (PvdA), Weekers (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), de Ruiter (SP), Ormel (CDA), Van Gent (GL), Koomen (CDA), Waalkens (PvdA), Mosterd (CDA), Varela (LPF), Bussemaker (PvdA), Heemskerk (PvdA), Blok (VVD), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD) en Eski (CDA).

Naar boven