29 362 Modernisering van de overheid

N BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2024

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 16 april 2024 een openbare deskundigenbijeenkomst over bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden georganiseerd.

De commissie ziet in de daar gevoerde gedachtewisseling en in het beraad in de commissie aanleiding de Kamer voor te stellen op grond van artikel 17 van de Kaderwet adviescolleges, advies te vragen aan de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) over een jaarlijkse monitor die inzicht kan bieden in de ontwikkeling van de financiële positie van decentrale overheden met name ook bij toedeling van nieuwe of geïntensiveerde taken door het Rijk.

Een conceptadviesaanvraag (zie bijlage) is ter vaststelling door de plenaire vergadering bijgevoegd.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, I.M. Lagas MDR

BIJLAGE: CONCEPTADVIESAANVRAAG ROB

Aan de Voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur

In haar plenaire vergadering van dinsdag 10 september 2024 heeft de Eerste Kamer, op voorstel van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, besloten op grond van artikel 17 van de Kaderwet adviescolleges advies te vragen aan de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) over opzet en werkwijze van een hieronder te schetsen nieuwe monitor ten behoeve van de Kamers der Staten-Generaal.

In artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) en artikel 108 lid 3 van de Gemeentewet is het compensatiebeginsel vastgelegd. Dit houdt kortgezegd in dat het Rijk zich rekenschap geeft van de financiële gevolgen van nieuwe of geïntensiveerde taken of activiteiten voor decentrale overheden.

Teneinde als Kamer te kunnen controleren of dit door het Rijk in voldoende mate en op de juiste wijze gebeurt, zou een jaarlijkse monitor de volksvertegenwoordigers behulpzaam kunnen zijn om inzicht te verkrijgen of de middelen en de ontwikkeling van de vrije bestedingsruimte van decentrale overheden toereikend zijn voor de (nieuwe of geïntensiveerde) taken van decentrale overheden.

De Kamer wordt graag door de ROB geadviseerd over een mogelijke opzet en werkwijze van een dergelijke monitor. Zij ziet het advies van de ROB met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, J.A. Bruijn

Naar boven