29 362
Modernisering van de overheid

nr. 86
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2006

Op dit moment is het moeizaam voor burgers en bedrijven om overzicht te krijgen in het aanbod van overheidsinformatie en elektronische diensten. Ook is het lastig om online zaken te doen met de overheid of inzicht te krijgen in persoonlijke gegevens die bij overheden geregistreerd staan. De Persoonlijke Internet Pagina is een technisch «doorgeefluik» dat vanuit het klantperspectief samenhang biedt in het digitale aanbod van overheidsinformatie en elektronische transacties. Zo wordt online zaken doen met de overheid eenvoudiger en sluit overheidsdienstverlening aan bij de persoonlijke behoefte van burgers en bedrijven.

Met deze brief wil ik u mede namens de minister van Economische Zaken en de staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, graag informeren over de verdere ontwikkeling van de Persoonlijke Internet Pagina waarover ik u reeds melding maakte in de voortgangsrapportage van de Elektronische overheid van mei en oktober 2005 (Kamerstuk 29 362, nr. 66).

Samen met uitvoeringsorganisaties en andere overheden is het initiatief genomen voor één Persoonlijke Internet Pagina. Van hieruit kunnen burger of bedrijf hun eigen gegevens inzien, correcties doorgeven, informatie op maat krijgen en zaken op één plek regelen met de overheid. Veel dienstverlenende bedrijven en organisaties hebben de afgelopen jaren een persoonlijk webportaal ontwikkeld om hun processen efficiënter in te richten en hun klanten beter te bedienen via het Internet. Daarbij wordt steeds meer afgestemd op specifieke wensen en situaties van klanten zoals bij persoonlijk bankieren (bijvoorbeeld www.mijnpostbank.nl) en persoonsgebonden aanbiedingen (bijvoorbeeld www.bol.com). Ook overheden passen de persoonsgebonden dienstverlening steeds vaker toe. Voorbeelden hiervan zijn de persoonlijke loketten bij gemeenten («mijn loket» bij Den Haag, Dordrecht en Enschede) en uitvoeringsorganisaties (bijvoorbeeld UWV, CWI, SVB, de IB-groep en de Belastingdienst).

Er zijn verschillende redenen voor de overheid om te streven naar één persoonlijke internetpagina voor burgers en bedrijven:

• Om burger en bedrijf niet nodeloos te vermoeien met het zoeken naar «het juiste loket» of naar de juiste informatie is het wenselijk te streven naar een gemeenschappelijk dienstverleningsconcept in de uitvoering. Dit betekent niet meer dan dat de burger en het bedrijf in een paar muisklikken de overheidsdienst kunnen vinden en zaken kunnen doen.

• De groei van het aantal elektronische loketten zal leiden tot een ondoorzichtige overheidsdienstverlening. Het toenemende aantal loketten, gecombineerd met een gebrek aan uniformiteit in de dienstverlening maakt van de burger of het bedrijf «spoorzoekers». Het vormt een (administratieve) last voor burgers en bedrijven. Het streven naar administratieve lastenverlichting en een meer effectieve overheid vereist daarom een eenduidige en gezamenlijke aanpak waarbij de Persoonlijke Internet Pagina een belangrijke bouwsteen is.

• Door bundeling van de inspanningen zal een kwalitatief betere voorziening kunnen worden gerealiseerd. Samenwerking op het gebied van elektronische loketten is logischerwijs efficiënter dan het per organisatie afzonderlijk inrichten van deze voorziening. Dit is van belang ook met het oog op de noodzakelijke maatregelen ter bescherming van de privacy en de beveiliging. Beide aspecten vragen om inzet van specifieke expertise, die niet breed beschikbaar is.

De Persoonlijke Internet Pagina biedt burger en bedrijf de mogelijkheid om (zie bijlage 1)1:

• virtueel via één internetpagina, de over hem of haar bij de overheid beschikbare gegevens in te zien en, waar dit toegestaan en aan de orde is, te corrigeren. Daarmee wordt actief ondersteuning gegeven aan het bestaande inzage- en correctierecht van gegevens die de overheid over een bedrijf of burger heeft.

• het aanbod van overheidsdiensten en -informatie op een voor die specifieke persoon of bedrijf relevante wijze te groeperen en in samenhang te presenteren.

• meer vraag- of behoeftegestuurde informatie te verstrekken: denk bijvoorbeeld aan het inzien van de status van een aanvraag van een bouwvergunning, een attendering op het verlopen van paspoort of rijbewijs, het aanvragen van een uitkering, enzovoorts.

• diensten aan te vragen, waarbij bekende gegevens zijn «voor-ingevuld» (éénmalige gegevensverstrekking).

• berichten van de overheid voortaan niet meer verspreid maar op één plek elektronisch te ontvangen.

De Persoonlijke Internet Pagina is één van de digitale toegangsdeuren tot overheidsinformatie en dienstverlening. Het blijft mogelijk om naast de PIP rechtstreeks (elektronisch of anderszins) contact te leggen met een overheidsorganisatie.

De Persoonlijke Internet Pagina is een complex project. Daarom is het noodzakelijk te kiezen voor een stapsgewijze aanpak waarbij structureel geld en tijd dient te worden vrijgemaakt voor de doorontwikkeling van het concept. Het uitgangspunt is om vanuit ontwikkelde en in de praktijk succesvol gebleken bouwstenen steeds meer producten, diensten en organisaties aan te sluiten. De planning is dat rond de jaarwisseling 2006–2007 een pilot is gerealiseerd. Gedurende de pilot zal de technische haalbaarheid van koppelingen en het veiligheids- en privacyaspect bij afname van informatie en bij transacties getoetst worden. De toegevoegde waarde van de Persoonlijke Internet Pagina in termen van onder andere gebruiksvriendelijkheid en bruikbaarheid voor burger en bedrijf zal ook gedurende deze fase onderzocht worden. De kosten voor de pilot fase van het project zijn vooralsnog beperkt en zullen binnen de begrotingen van BZK en EZ worden gefinancierd.

De komende maanden zal meer inzicht worden verkregen in de financiële consequenties van het verdere traject waaronder ook het structurele beheer van de Persoonlijke Internet Pagina. Op basis hiervan zal besluitvorming over structurele financiering worden voorbereid. Vanaf 2007 start een kleinschalige uitrol bij naar verwachting 10 tot 15 organisaties, verdeeld over gemeenten, provincies, rijk, waterschappen en uitvoeringsorganisaties (zie bijlage 2)1. Daarna volgt de stapsgewijze landelijke uitrol. Gezien de complexiteit en het grote aantal betrokken partijen is het reëel te veronderstellen dat het een langdurig ontwikkel- en invoeringsproces zal gaan betreffen. Hierover zal ik u te zijner tijd informeren. De positieve reacties en de daadwerkelijke betrokkenheid op uitvoeringsniveau van gemeenten en een aantal uitvoeringsorganisaties dat nu reeds gerealiseerd wordt, stemt mij positief over de uitrol in de toekomst.

Bij de realisatie van de Persoonlijke Internet Pagina worden de andere bouwstenen van de Elektronische Overheid (Kamerstuk 26 387, nr. 23) gebruikt, waaronder DigiD en e-formulieren. Ook haakt de PIP aan bij bestaande trajecten in het SUWI-domein, van de Belastingdienst, de IB-groep, andere uitvoeringsorganisaties en gemeenten. Naast hergebruik van bestaande deeloplossingen wordt ruim aandacht besteed aan het noodzakelijke draagvlak voor de invoering. Het gaat bij de invoering van infrastructurele voorzieningen (het bouwen van de elektronische snelweg) van de elektronische overheid namelijk vooral om samenwerking tussen veel zelfstandige overheidsorganisaties, die ieder hun eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden hebben. Zowel in het ontwikkelingals in het realisatietraject speelt nauwe samenwerking een belangrijke rol (zie bijlage 3)1.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven