29 362
Modernisering van de overheid

nr. 46
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 augustus 2005

Op 23 mei 2005 ontving u de uitkomsten van de nulmetingen van de administratieve lasten van de departementen (Kamerstukken II 2004/05, 29 362, nr. 35). Hierbij doe ik u, mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (V&I), de toen aangekondigde reductievoorstellen toekomen op het terrein van Justitie en V&I om de administratieve lasten voor burgers met een kwart te verminderen.

In bijlage 11 bij deze brief is een overzicht opgenomen van de reductievoorstellen. De reductievoorstellen tellen op tot circa 19% van het gemeten totaal van 7,1 miljoen uur aan administratieve lasten. De reductievoorstellen, uitgedrukt in out of pocket kosten, tellen op tot circa 20% van het gemeten totaal van€ 744 miljoen. Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op de voorstellen.

• Om te voorkomen dat burgers voor het doen van aangifte van lichtere strafbare feiten naar het politiebureau moeten, met alle ergernissen van dien, wordt het mogelijk gemaakt om elektronische aangifte te doen. In de Eerste Kamer ligt momenteel een wetsvoorstel waarin regels omtrent de elektronische aangifte van strafbare feiten zijn opgenomen. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt reeds een pilot gedaan, waarbij aangifte via internet mogelijk is. Bepaalde strafbare feiten kunnen vanachter de computer thuis worden aangegeven bij de politie. In de regelgeving is bepaald welke strafbare feiten elektronisch kunnen worden aangegeven. Het gaat onder meer om: verschillende vormen van vernieling, diefstal van een fiets, brommer of auto, of diefstal vanuit een auto en winkeldiefstal. Deze feiten kunnen elektronisch worden aangegeven, voor zover er geen daderindicatie bestaat. Nadat ervaring is opgedaan met het nieuwe systeem, wordt bezien of tot uitbreiding van de lijst van strafbare feiten wordt besloten.

• Bij de inwerkingtreding van de Wet op het notarisambt in 1999 zijn de wettelijk vastgestelde notaristarieven in fasen vrijgegeven met het oog op het verlagen van de lasten voor de burger. Door het bevorderen van marktwerking in het notariaat werd naast het verlagen van de tarieven tevens het stimuleren van kwaliteitsverbeteringen in de dienstverlening (door concurrentie) beoogd. In de periode 2002–2004 is een daling van de notaristarieven in de particuliere onroerend goedsector te zien; de gemiddelde daling bedraagt 12%. De gemiddelde laagste tarieven – waar de burger dus voor kan kiezen indien hij zich goed oriënteert op de markt – zijn zelfs met 43% gedaald. Of de daling in de tarieven zich ook zal voortzetten in de komende jaren is vanzelfsprekend niet met zekerheid te zeggen.

• Om het bestuursproces te vereenvoudigen en de procedures te versnellen zijn onder mijn leiding de afgelopen jaren verschillende maatregelen getroffen. In de eerste plaats kan worden genoemd de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer. Deze wet geeft regels voor het verkeer langs elektronische weg tussen burgers en bestuursorganen en tussen bestuursorganen onderling. Vergunningen, ontheffingen en subsidies kunnen in beginsel langs elektronische weg worden verleend en aangevraagd. Elektronisch verkeer is alleen mogelijk als de burger kenbaar heeft gemaakt langs die weg bereikbaar te zijn en als het bestuursorgaan die weg heeft opengesteld. Ook moet het elektronische verkeer voldoende betrouwbaar en vertrouwelijk zijn. Deze wet is op 1 juli 2004 in werking getreden. SIRA heeft dit reductievoorstel doorgerekend, op basis van de nulmetingen, en komt uit op een reductie van in totaal: 1 miljoen uur en € 1,6 miljoen kosten1. In de tweede plaats betreft het de Wet rechtstreeks beroep, die op 1 september 2004 in werking is getreden. Deze wet maakt het overslaan van de bezwaarschriftprocedure mogelijk, indien zowel de bezwaarmaker als het bestuursorgaan hiermee instemmen. De regeling is bedoeld om herhaling van zetten uit de primaire besluitvorming in de bezwaarfase te voorkomen. Om burgers een effectief rechtsmiddel toe te kennen tegen trage besluitvorming door het bestuur, is het wetsvoorstel Beroep bij niet tijdig beslissen in procedure gebracht. Indien een bestuursorgaan in gebreke blijft tijdig een besluit te nemen, kan een belanghebbende direct beroep instellen bij de rechter.

Ondanks het feit dat de afgelopen jaren veel is bereikt, worden momenteel nog meer wettelijke aanpassingen overwogen. Naast enkele verdere vereenvoudigingen in het bestuursprocesrecht, staat tevens het regelen van elektronisch verkeer tussen rechter en burger op de agenda.

Overigens is vanwege het bijzondere karakter van het bestuursprocesrecht besloten de hier genoemde reducties buiten de reductievoorstellen te houden. Om dezelfde reden is er sprake van een technische correctie van de nulmeting van Justitie; de daarin opgenomen administratieve lasten, vermeld onder de noemer Algemene wet bestuursrecht (beroepschriften), worden geschrapt. Het betreft ongeveer 0,5 miljoen uur en 0,1 miljoen kosten. De totale lasten voor Justitie bedragen daarmee: 7 147 244 uren en € 743 770 570 out of pocket kosten.

• Op het terrein van het burgerlijk recht zijn diverse voorstellen gedaan die een reductie van de administratieve lasten tot gevolg hebben. Door een wijziging van het erfrecht behoeven niet langer ouderlijke boedelverdelingen bij testament te worden gemaakt om de langstlevende echtgenoot te beschermen. Met de wettelijke verdeling bevat de wet sinds 2003 een van rechtswege geldend alternatief. Voorts wordt overwogen een voorstel waarin de verplichting van rechterlijke goedkeuring bij het wijzigen van huwelijksvoorwaarden tijdens het huwelijk komt te vervallen. Deze wijziging brengt een besparing mee van de kosten voor burgers. Tot slot worden de komende jaren het huwelijksgoederenregister, het boedelregister en het gezagsregister beter toegankelijk vanwege het digitaal raadpleegbaar maken van deze registers.

• Op het terrein van de Vreemdelingenwetgeving worden diverse veranderingen doorgevoerd die reducties van de administratieve lasten met zich mee brengen. De overdracht van toelatingstaken van de Vreemdelingendiensten aan de IND en de frontofficetaken van de Vreemdelingendiensten aan de gemeenten zal op termijn, na verdere stroomlijning en aanpassingen, tevens een vermindering van administratieve lasten voor burgers met zich meebrengen. De komende jaren zal een vereenvoudiging van het regulier toelatingsbeleid worden gerealiseerd. Ook hierbij wordt een reductie van de administratieve lasten verwacht. Voorts zal de IND zich de komende jaren inspannen om te komen tot vereenvoudiging en – op termijn – digitalisering van formulieren

• Een wijziging van de Wet op de rechtsbijstand (VIValt) regelt een andere manier om draagkracht van inkomen en vermogen vast te stellen. In plaats van het overleggen van alle inkomensgegevens middels het VIV-formulier kan de burger volstaan met het doorgeven van het sofi-nummer. Hiermee kan de Raad voor Rechtsbijstand de financiële gegevens van de aanvrager en de eventuele partner elektronisch opvragen bij de belastingdienst. Doel van deze veranderde werkwijze is een vereenvoudiging van de aanvraagprocedure voor de rechtzoekende, vermindering van de administratieve lastendruk voor rechtsbijstandverleners en versnelling van de afhandeling van aanvragen door inzet van elektronische communicatiemiddelen. De inwerkingtreding van dit voorstel wordt in 2005 verwacht.

• In de Tweede Kamer ligt momenteel een wijziging van de Faillissementswet (in het bijzonder van de daarin opgenomen regeling voor schuldsanering van natuurlijke personen), waarin mede de verplichting tot het opstellen van een saneringsplan wordt geschrapt. In het saneringsplan staan afspraken met de schuldenaar over het verloop van de saneringsregeling, maar het bleek in de praktijk een omslachtige procedure die veel administratie met zich meebrengt voor alle betrokkenen.

De komende periode zal ik me inspannen nog enkele verdere reducties te realiseren. Met bovenstaande voorstellen wordt naar mijn mening goed aangesloten bij de prioriteiten die de Tweede Kamer heeft aangegeven voor het programma Andere overheid1. Niet alleen de wordt hiermee de administratieve lastendruk aangepakt, maar tevens worden – mede door de vereenvoudiging en verdere digitalisering van het bestuursprocesrecht – de prestaties van de publieke sector in brede zin verbeterd.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Voorwaarden die SIRA hierbij aantekent zijn:

– bestuursorganen stellen de elektronische weg open, zonder nadere eisen te stellen aan het elektronische verkeer;

– de beschikbaarheid van elektronische handtekeningen.

XNoot
1

(Zoals aangegeven tijdens het Algemeen Overleg inzake Modernisering van de overheid; zie Kamerstukken II 2004/05, 29 362, nr. 36).

Naar boven