29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 359 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2024

Het opstellen van Standen van de Uitvoering door de taakorganisaties van het Ministerie van Justitie en Veiligheid is inmiddels gemeengoed. Sinds 2022 ontvangt de Tweede Kamer deze jaarlijks.

Vandaag bied ik u de Standen van de Uitvoering over 2023 aan van de volgende taakorganisaties van het Ministerie van Justitie en Veiligheid: het Centraal Justitieel Incassobureau, Dienst Justitiële Inrichtingen, Dienst Terugkeer & Vertrek, Nederlands Forensisch Instituut en de Raad voor de Kinderbescherming. De Stand van de Uitvoering van de Immigratie- en Naturalisatiedienst ontvangt u naar verwachting eind mei 2024.

Voor de Standen van de Uitvoering van het Bureau Financieel Toezicht, de Inspectie van Justitie en Veiligheid, de Kansspelautoriteit, het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen, de Raad voor de Rechtsbijstand en het Schadefonds Geweldsmisdrijven verwijs ik u graag naar de eigen jaarlijkse rapportages, waarin deze organisaties de Stand over 2023 hebben opgenomen. Deze rapportages zijn door de betreffende organisaties separaat aangeboden aan uw Kamer.

Rond de zomer verwacht ik dat het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers, het College voor de Rechten van de Mens, het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid hun jaarlijkse rapportage gereed hebben. Deze organisaties sturen te zijner tijd zelfstandig deze rapportages naar uw Kamer.

Na drie jaar Standen opstellen, is binnen het Justitie en Veiligheidsdomein meer maatwerk ontstaan. Een aantal taakorganisaties heeft dit jaar geen nieuwe Stand van de Uitvoering opgesteld. De belangrijkste reden is dat de Stand van vorig jaar nog steeds actueel is en daarmee een goede basis vormt voor het realiseren van oplossingen voor de dilemma’s in de uitvoering. Andere taakorganisaties hebben dit jaar gekozen voor een soort «tussenstand». Op deze manier kiest iedere taakorganisatie voor de invulling, die het beste aansluit bij de eigen behoefte en vraagstukken die er spelen.

Voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn de Standen van de Uitvoering, net zoals beleidsevaluaties, uitvoerings- en invoeringstoetsen, een belangrijk onderdeel van de feedbackloop om ons beleid continu te verbeteren.

Zo zijn de Standen van de Uitvoering 2022 op de individuele bestuurlijke agenda’s gezet waar beleid en de individuele taakorganisatie aan tafel zitten.

In gezamenlijkheid wordt gezocht naar oplossingen voor de geconstateerde dilemma’s. Onze ervaring met deze aanpak is positief. Het leidt tot concrete oplossingen, die gefaseerd worden opgepakt en uitgevoerd. Uiteraard is het niet mogelijk om alle dilemma’s tegelijk op te pakken. Het betreffen complexe vraagstukken die niet op korte termijn opgelost kunnen worden.

Uiteraard worden – net als de reeds lopende gesprekken over de Standen over 2022 – ook de dilemma’s uit de Standen van de Uitvoering over 2023 geagendeerd op de bestuurlijke overleggen per organisatie.

De verschillende organisaties gaan graag met uw Kamer in gesprek over de dilemma’s geadresseerd in hun Standen van de Uitvoering.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven