29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 294 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 28 juni 2021

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 5 maart 2021 over rapporten Werk aan Uitvoering: het versterken van de publieke dienstverlening (Kamerstuk 29 362, nr. 290).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 25 juni 2021. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Martin Bosma

De adjunct-griffier van de commissie, Verhoev

1. Wordt, waar melding wordt gemaakt van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI), gedoeld op de Wet digitale overheid? Zo neen, waar wordt op gedoeld?

Antwoord vraag 1

De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) is een van de onderwerpen die geregeld wordt in het wetsvoorstel digitale overheid (Kamerstuk 35 868), dat de basis legt voor de verdere digitalisering van de overheid in het algemeen en voor de generieke digitale voorzieningen van de overheid in het bijzonder. Onder de GDI wordt de basisinfrastructuur verstaan, bestaande uit afspraken, standaarden en voorzieningen die overheidsorganisaties en private dienstverleners met een publieke taak kunnen toepassen voor de inrichting van hun digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven en voor de onderlinge digitale samenwerking. Bekende bouwstenen van de GDI zijn bijvoorbeeld DigiD, DigiD Machtigen en MijnOverheid. Over de GDI bent u eerder geïnformeerd in de brief aan de Tweede Kamer van 13 juli 2020 (Kamerstuk 26 643, nr. 706).

2. Kan een schematisch overzicht gegeven worden van de aanbevelingen en van de concrete maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd en met een tijdlijn wanneer welke concrete stappen moeten zijn afgerond?

Antwoord vraag 2

In de kabinetsreactie op de rapporten Werk aan Uitvoering wordt een overheidsbrede Werkagenda voor de publieke dienstverlening (verder: Werkagenda) met concrete acties aangekondigd (Kamerstuk 29 362, nr. 290). Het kabinet stuurt deze Werkagenda nog deze zomer aan uw Kamer toe. De ambities zijn niet van vandaag op morgen gerealiseerd. We moeten samen aan de slag om de publieke dienstverlening en de uitvoering te versterken. Het huidige kabinet zal, met inachtneming van haar demissionaire status, doen wat nodig is binnen wat mogelijk is. Daarnaast is het van belang dat we in gezamenlijkheid, in de komende kabinetsperiode maar ook daarna, richting en uitvoering geven aan de Werkagenda.

Ik bied uw Kamer graag de mogelijkheid om in een technische briefing een toelichting te krijgen op de overheidsbrede Werkagenda voor de publieke dienstverlening en de voorgestelde aanpak.

3. Wat wordt concreet, los van het aanscherpen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), bedoeld met het denken en werken vanuit een visie op gezamenlijke dienstverlening waarin het perspectief van burgers en ondernemers leidend is en wat zal dan concreet worden voorgesteld en gedaan?

Antwoord vraag 3

De visie op gezamenlijke dienstverlening bevat een aantal overheidsbrede uitgangspunten en ontwerpafspraken voor de inrichting van de dienstverlening en voor de samenwerking tussen overheidsorganisaties. De visie is bedoeld als leidraad voor het verder ontwikkelen van een toekomstbestendige dienstverlening (zoals in hoofdlijnen is toegelicht in de kabinetsreactie op de rapporten Werk aan Uitvoering en in de Werkagenda voor de Publieke Dienstverlening) waarbij burgers en ondernemers centraal staan. De visie op gezamenlijke dienstverlening wordt deze zomer opgeleverd en vormt het startpunt van een doorvertaling naar de praktijk in samenwerking met alle overheidsorganisaties zoals uitvoeringsorganisaties, gemeenten, provincies, waterschappen etc.

4. Waar wordt gesteld dat burgers en ondernemers meer regie over en inzicht in de gegevens die over hen beschikbaar zijn krijgen, wordt dan gedoeld op de gegevens van de Basisregistratie Personen (BRP) of is het breder en om welke gegevens gaat het?

Antwoord vraag 4

Regie op gegevens betekent dat een burger grip en zicht heeft op zijn persoonlijke gegevens bij de overheid. De ambitie op dit vlak is vastgelegd in de beleidsbrief Regie op Gegevens (Kamerstuk 32 761, nr. 147). Dit is breder dan regie op de gegevens in de Basisregistratie Personen. Er wordt op diverse terreinen gewerkt aan trajecten om burgers en ondernemers regie te geven op de gegevens die bij de overheid in het kader van de publieke taken en dienstverlening over hen zijn vastgelegd. Dit begint met het bieden van inzicht in de gegevens waarover de overheid beschikt en in de verwerking daarvan. Maar ook wordt gewerkt aan mogelijkheden voor burgers en ondernemers om door de overheid gevalideerde gegevens te gebruiken en te delen in het maatschappelijk verkeer met private dienstverleners, zoals hypotheekverstrekkers, verzekeraars en woningcoöperaties.

Naar boven