29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 251 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2016

Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport dd. 20-1-2016 heeft het Kamerlid Bergkamp (D66) verzocht om een stand-van-zakenbrief met het oog op het nog te plannen meerderheidsdebat over burgerparticipatie. Het betreft een actualisering van de brief «aanpak knellende regels vrijwilligers» van 6 mei 2014.1 Met bijgaande brief geven wij als Minister van BZK en Staatssecretaris van VWS gehoor aan dit verzoek.

Tevens informeren wij u over enkele andere relevante ontwikkelingen en trajecten rondom vrijwilligers en burgerparticipatie.

Onlangs heeft de Staatssecretaris van VWS de initiatiefnota Vrijwilligers zijn Kampioenen 2 in ontvangst genomen van het Kamerlid Bruins-Slot (CDA). In de initiatiefnota staan 14 aanbevelingen om knelpunten voor vrijwilligers weg te nemen. Dit zijn gedeeltelijk dezelfde punten die eerder benoemd zijn in de maatwerkaanpak vrijwillige inzet. In het voorjaar komt de Staatssecretaris van VWS met een inhoudelijke reactie op deze nota. Hierin zal meer uitgebreid worden ingegaan op vrijwilligerswerk.

Inleiding

Dit kabinet gaat uit van een samenleving waarin iedereen kan participeren en daartoe ook de mogelijkheden krijgt. Wij constateren dat er talloze maatschappelijke initiatieven in de samenleving zijn ontstaan of aan het ontstaan zijn. Deze initiatieven worden vaak opgezet vanuit de intrinsieke motivatie van mensen om te helpen en vanuit een gevoel van onderlinge betrokkenheid.3 Wij ervaren het als positief dat veel Nederlanders zich met plezier en vol energie inzetten voor de samenleving.

Uit recente cijfers blijkt dat Nederland koploper is ten aanzien van het percentage mensen dat betrokken is bij vrijwilligerswerk.4 Tegelijkertijd ervaren vrijwilligers soms belemmeringen bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Het kan hierbij gaan om wettelijke belemmeringen, belemmeringen in de uitvoering en/ of onduidelijkheden over relevante wetten en regels.

In het kader van het regeldrukprogramma Goed Geregeld! is daarom het domein van de vrijwillige inzet aangewezen als aandachtspunt. Bij het wegnemen van belemmeringen en knelpunten kan soms sprake zijn van een lastig spanningsveld. Enerzijds is het van belang om zo veel mogelijk ruimte te bieden voor vrijwilligers en burgerinitiatieven. Anderzijds is het in sommige gevallen noodzakelijk om vanuit de (landelijke) overheid eisen te stellen aan bijvoorbeeld de kwaliteit en de continuïteit van de inzet die door vrijwilligers wordt gepleegd. Het is van belang om op een verstandige wijze met dit spanningsveld om te gaan.

Via de maatwerkaanpak vrijwillige inzet zijn verschillende knelpunten geïdentificeerd waar vrijwilligers en burgerinitiatieven mee te maken kunnen krijgen. Inmiddels zijn voor veel van deze knelpunten oplossingen gevonden. In de volgende paragraaf wordt hier nader op ingegaan.

Stand van zaken maatwerkaanpak vrijwillige inzet

Binnen de maatwerkaanpak, die in 2013 van start is gegaan met een inventarisatie van knelpunten, werken rijksoverheid en diverse organisaties, zoals de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), Movisie en Mezzo, intensief samen. In de Kamerbrief die u op 12 december 2014 heeft ontvangen in reactie op de motie Slob c.s. inzake de participatiesamenleving5 bent u geïnformeerd over de eerste resultaten van de maatwerkaanpak vrijwillige inzet. Via de voortgangsrapportages regeldrukvermindering6 bent u op de hoogte gehouden van de voortgang. Tevens staan enkele resultaten van de maatwerkaanpak vrijwillige inzet genoemd in de voortgangsbrief informele zorg van 13 januari jl.7 De maatwerkaanpak vrijwillige inzet is begin 2015 afgerond.

Samengevat zijn dit de belangrijkste recente resultaten die binnen de maatwerkaanpak behaald zijn:

  • In het project «Subsidie zonder moeite», dat het Ministerie van BZK samen met de VNG heeft afgerond, hebben 95 gemeenten hun subsidieproces lastenarm ingericht. De VNG heeft in lijn met dit programma de subsidie-verordening ingrijpend aangepast, waardoor het verantwoordingsregime sterk is vereenvoudigd.

  • Binnen het regeldrukprogramma Goed Geregeld! van het Ministerie van BZK zijn vrijwilligers benoemd als specifieke doelgroep. Dat betekent dat het kabinet bij het opstellen van nieuwe wet- en regelgeving de regeldrukeffecten voor vrijwilligers van te voren in kaart brengt en deze informatie meeneemt in zijn overwegingen.

  • Het Ministerie van BZK stimuleert samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) het gebruik van maatschappelijk aanbesteden onder gemeenten. Het gezamenlijk traject «maatschappelijk aanbesteden» stelt zich ten doel de bewustwording over dit onderwerp te vergroten en de kennis ervan bij inkopers, juristen en aanbestedingsspecialisten te vergroten. Een extern bureau heeft in opdracht van het Ministerie van BZK en RVO een juridische leaflet geschreven als handreiking voor maatschappelijk aanbesteden.8

  • Sinds 1 januari 2015 stelt de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie jaarlijks 100.000 gratis VOG’s ter beschikking voor vrijwilligers die met de kwetsbare groepen minderjarigen of verstandelijk beperkten werken. De vrijwilligersorganisaties pleiten voor een gratis VOG voor alle vrijwilligers, de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie geeft aan hier geen ruimte voor te zien op de begroting.

  • De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in samenwerking met Centraal Beheer Achmea twee verzekeringspakketten ontwikkeld, waarbij de risico’s die gepaard gaan met vrijwilligerswerk zo goed mogelijk zijn afgedekt. De gemeente kan met de VNG Vrijwilligerspolis haar vrijwilligers in één keer collectief verzekeren. Hierdoor zijn alle vrijwilligers automatisch verzekerd tijdens hun vrijwilligerswerk. De vrijwilligersverzekering via de VNG is onlangs uitgebreid zodat ook mantelzorgers hier nu onder vallen.

  • De Regeling vrijwilligerswerk in de WW is op 1 januari 2015 van kracht geworden. Het doel van het aanpassen van de regelgeving rond vrijwilligerswerk in de WW was om WW-gerechtigden meer mogelijkheden te geven voor het verrichten van vrijwilligerswerk met behoud van WW-uitkering dan vóór 1 januari 2015 het geval was. De regeling wordt momenteel geëvalueerd om na te gaan of de wijziging per 1 januari 2015 inderdaad in de praktijk verruiming biedt met betrekking tot het verrichten van vrijwilligerswerk naast een WW-uitkering. De evaluatie moet vóór de zomer van 2016 zijn afgerond.

Voor een groot deel van de geïnventariseerde belemmeringen uit de maatwerkaanpak vrijwillige inzet zijn inmiddels oplossingen gevonden of zijn acties in gang gezet die op termijn tot een oplossing zullen leiden. Tegelijkertijd is in gesprek met andere departementen en vrijwilligersorganisaties ook geconstateerd dat het (nog) niet mogelijk is alle knelpunten die zijn aangedragen binnen de maatwerkaanpak vrijwillige inzet van een geschikte oplossing te voorzien. Over deze knelpunten en andere relevante ontwikkelingen vindt regelmatig afstemming tussen betrokken partijen plaats. In de reactie op de CDA-initiatiefnota zal hier nader op worden ingegaan. Ook bleek voor een aantal door het veld aangedragen knelpunten geen aanpassingen nodig. Zo werden problemen verwacht omtrent de nieuwe publicatieplicht voor ANBI’s (ingangsdatum 1-1-2014). Deze problemen zijn echter uitgebleven.

Wij vinden het van belang dat vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties en gemeenten goed geïnformeerd zijn over wetten en regels die voor hen van belang zijn. De maatwerkaanpak vrijwillige inzet is daarom als apart traject afgesloten met een e-publicatie Minder gedoe voor vrijwilligers. In deze publicatie staan uitleg en tips voor gemeenten en vrijwilligersorganisaties over ter zaken doende wet- en regelgeving bij het vrijwilligerswerk. De publicatie is te vinden via www.nov.nl.

Knellende regels blijvende aandacht van het kabinet

Het kabinet heeft blijvende aandacht voor positieve randvoorwaarden voor vrijwilligerswerk en burgerinitiatieven. Dit komt in een meerdere programma’s en initiatieven aan de orde. Hieronder worden enkele relevante ontwikkelingen uitgelicht.

Het kabinet werkt aan de volwaardige positie van burgers in participatieprocessen en het wegnemen van knelpunten die dit in de weg staan. 9 Zo wordt in samenwerking met bewonersorganisatie LSA en de VNG gewerkt aan een participatiekompas en worden lokale experimenten met een «Right to Challenge» gefaciliteerd in de Werkplaats Maak de Buurt. In samenwerking met Platform 31 is het experimentenprogramma «Ruim op die regels» gestart. Hierin worden knelpunten verkend waar nog geen oplossing voor handen is. In het Experimentprogramma wordt samen met elf maatschappelijke initiatieven en negen gemeenten naar ruimte gezocht binnen bestaande regels en procedures.

De Kamerleden Van Dijk (PvdA) en Voortman (GL) hebben de Staatssecretaris van VWS verzocht om een handreiking op te stellen voor gemeenten en burgerinitiatieven om het Right to Challenge in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) zo goed mogelijk te benutten.10 Movisie, Vilans en het LSA hebben gewerkt aan een «kompas» Right to Challenge in de Wmo. Het kompas bevat kennis, informatie en goede voorbeelden over hoe het Right to Challenge in de praktijk kan werken. Het kompas vindt u als bijlage11 bij deze brief en is tevens te vinden op de websites van Movisie, Vilans en het LSA. De VNG heeft tevens gewerkt aan een website met vragen en antwoorden die gemeenten kunnen hebben over het Right to Challenge.12

Binnen het domein van de zorg en ondersteuning werkt het kabinet aan een beter samenspel tussen informele en formele zorg. Hiertoe hebben diverse veldpartijen en koepelorganisaties een Toekomstagenda Informele zorg en Ondersteuning opgesteld13. Daarnaast is in 2015 is het programma Vrijwilligers Dichtbij van start gegaan. Aan dit programma nemen 13 landelijke vrijwilligersorganisaties deel en wordt ingezet op de deskundigheidsbevordering en begeleiding van lokale vrijwilligers die te maken krijgen met complexe problematiek. Op 13 januari jl. bent u in de voortgangsbrief informele zorg o.a. over deze trajecten geïnformeerd. De voortgangsbrief14 bevat drie onderdelen waarlangs het kabinet de inzet op het gebied van mantelzorg en vrijwilligerswerk de komende tijd verder zal vormgeven:

  • 1. In de praktijk verder aan de slag: van landelijke netwerken naar zichtbare lokale resultaten.

  • 2. Informele zorg meer inclusief: de aandacht voor informele zorg moet een structurele inbedding krijgen in reguliere maatschappelijke processen, zowel in zorg en ondersteuning als bijvoorbeeld in werk en opleidingen.

  • 3. Ontwikkelingen in de praktijk blijven volgen: onder andere het SCP zal dit jaar opnieuw gegevens over de ontwikkeling van informele zorg verzamelen. Dit biedt nadere informatie die van belang is bij zowel (landelijke) beleidsvorming als de lokale uitvoeringspraktijk.

Als onderdeel van de Toekomstagenda Informele zorg en Ondersteuning is door Vilans gewerkt aan een notitie over grenzen aan informele zorg. Zoals toegezegd in het debat mantelzorg van 14 januari jl. is de notitie als bijlage15 bij deze brief meegestuurd. De notitie bevat informatie voor zorgprofessionals over wettelijke en juridische aspecten rond de betrokkenheid van mantelzorgers en de inzet van vrijwilligers in de zorg. Vragen die in de notitie aan de orde komen zijn onder andere: «welke taken mogen vrijwilligers uitvoeren?,» «wie is wanneer aansprakelijk?,» en «hoe om te gaan met conflicten en fouten.» Naast enkele betrokken zorgpartijen uit de Toekomstagenda, is ook de Inspectie voor de Volksgezondheid betrokken.

Uw Kamer heeft op 3 december jl. een motie aangenomen van Kamerleden van Dijk en Voortman.16 In deze motie wordt de regering verzocht om knelpunten bij burgerinitiatieven en zorgcoöperaties in het systeem van de langdurige zorg te inventariseren en met een agenda te komen om deze knelpunten weg te nemen en burgerinitiatieven, zorgcoöperaties en cliënten de ruimte te geven. Voor de uitwerking van deze motie zal daarom nadrukkelijk gebruik worden gemaakt van bestaande kennis en informatie. De Staatssecretaris van VWS heeft aan Movisie en Vilans gevraagd om de bestaande studies samen te brengen en een inventarisatie uit te voeren van knelpunten. Na afronding van deze inventarisatie wordt een agenda opgesteld die voor de zomer van 2016 naar de Tweede Kamer wordt verzonden.

Ten slotte

Het aanpakken van belemmeringen voor vrijwilligers en burgerinitiatieven heeft de blijvende aandacht van dit kabinet. Het past in een samenleving waarin mensen zelf vanuit hun eigen waarden en betrokkenheid verantwoordelijkheid willen nemen voor de organisatie van publieke voorzieningen. Alle betrokken partijen – rijksoverheid, gemeenten, koepelorganisaties en (kennis)instellingen – kunnen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een bijdrage leveren om knelpunten in kaart te brengen en deze waar mogelijk en relevant weg te nemen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 29 362, nr. 230

X Noot
2

Kamerstuk 34 369, nr. 2

X Noot
5

Kamerstuk 29 538, nr. 173; deze brief is besproken tijdens het Algemeen Overleg «decentralisaties en participatie» dd. 9-12-2015

X Noot
6

Kamerstuk 29 515, nr. 372, bijlage II

X Noot
7

Kamerstuk 30 169, nr. 43

X Noot
9

Kamerstuk 34 065, nr. 9.

X Noot
10

Kamerstuk 29 538, nr. 165

X Noot
11

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
13

Kamerstuk 30 169, nr. 43, bijlage I

X Noot
14

Kamerstuk 30 169, nr. 43

X Noot
15

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
16

Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 56

Naar boven