29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 246 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2015

Het kabinet wil burgers en bedrijven in staat stellen om op een veilige, betrouwbare en eenvoudige manier, digitaal zaken te doen met de overheid. Daarvoor is wetgeving nodig. In een wetsvoorstel met de werktitel Wet voor de generieke digitale infrastructuur (Wgdi) wordt het juridische fundament gelegd onder voorzieningen van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI).

De totstandkoming van het wetsvoorstel duurt langer dan eerder aan uw Kamer is gemeld1. Omdat de uitwerking van de doelstellingen grote impact kan hebben op bedrijfsprocessen van bestuursorganen worden de consequenties van wetgeving voor de uitvoering goed in beeld gebracht en met bestuursorganen besproken. Dat vergt zorgvuldige transities en afspraken over implementatie en aansluiting op generieke voorzieningen.

Om uw Kamer uitvoeriger te informeren over de doelstellingen van het wetsvoorstel, ook in relatie tot de ambitie die het kabinet heeft met betrekking tot de generieke digitale infrastructuur (GDI), zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens mij, een uitgangspuntennotitie aan uw Kamer zenden. Vervolgens zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met het oog op de kabinetsdoelstelling om in 2017 burgers en bedrijven het recht te geven om hun zaken digitaal met de overheid te regelen, mede namens mij, het wetsvoorstel bij uw Kamer indienen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Brief over de start van dit integrale wetgevingsprogramma. Kamerstuk 32 637, nr. 131.

Naar boven