29 362
Modernisering van de overheid

30 470
Heerlijk, helder Hollands Nederlanders hebben recht op duidelijke taal

nr. 117
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2007

In de ministerraad is besloten dat alle nieuwe formulieren van de Rijksoverheid begrepen moeten kunnen worden door de doelgroep waarvoor ze zijn bedoeld. De formulieren, die veel worden gebruikt, zullen als eerste worden aangepakt.

Om de begrijpelijkheid van formulieren te beoordelen zal vooralsnog gebruik worden gemaakt van de Schrijfwijzer Begrijpelijke Formulieren. Gelijktijdig wordt een taalvaardigheidnorm en bijbehorende (elektronische) meetmethode ontwikkeld. Deze norm zal worden gebaseerd op de taalvaardigheidnorm van de Raad van Europa. Deze norm is namelijk ook toepasbaar voor de taal die in formulieren wordt gebruikt. Vervolgens zal een norm worden ontwikkeld die specifiek bedoeld is voor formulieren. Ook deze wordt gekoppeld aan een (elektronische) meetmethode. Deze kan de basis vormen voor een later in te stellen keurmerk voor begrijpelijke formulieren.

Onbegrijpelijke formulieren staan hoog op de lijst van knelpunten bij administratieve lasten bij burgers. Ook staan onbegrijpelijke formulieren hoog in de irritatie top tien.1 In het kader van het project Administratieve Lastenverlichting voor Burgers is daarom besloten een project«begrijpelijk maken van formulieren» op te zetten. In eerste instantie gericht op de rijksoverheid, maar ook andere overheden zullen worden aangemoedigd zich hierbij aan te sluiten.

Normen

Door de Raad van Europa is een norm ontwikkeld voor begrijpelijke taal. Deze taalvaardigheidnorm kan gebruikt worden om de begrijpelijkheid van taal in formulieren te toetsen. Dit is een eerste fase. Om te toetsen of een formulier begrijpelijk is, is meer nodig. Met begrijpelijke taal kan nog altijd een onbegrijpelijk formulier worden gemaakt. Immers behalve de gebruikte taal, zijn ook factoren als de structuur, de vragenopbouw, lay-out van het formulier, van belang.

Voor het ontwikkelen van een norm voor begrijpelijke formulieren zal een beroep worden gedaan op de wetenschap. Deskundigen op het terrein van taal en formulieren worden benaderd. Maar ook formulierenmakers van de rijksoverheid, grote uitvoeringsorganisaties en gemeenten worden betrokken bij de ontwikkeling van de norm.

Ik streef er naar een algemeen geaccepteerde norm te laten ontwikkelen zodat ook anderen buiten de Rijksoverheid met deze norm gaan werken. Gekoppeld aan deze norm kan vervolgens een keurmerk voor formulieren worden ontwikkeld.

Lopende acties

In mijn brief van 13 oktober (Kamerstuk 30 470, nr. 5) heb ik aangegeven, dat ik samen met het ministeries van Financiën, Economische Zaken en ACTAL (Advies College Administratieve Lasten) een aantal instrumenten laat ontwikkelen die ministeries en hun uitvoeringsorganisaties behulpzaam kunnen zijn bij het begrijpelijk maken van hun formulieren. Het gaat om de volgende instrumenten:

– een elektronische test faciliteit

– een helpdesk

– een kennisomgeving onder andere een website met een formulierenwijzer (www.begrijpelijkeformulieren.nl)

– een panel van burgers en bedrijven dat formulieren kan testen.

Op dit moment zijn al een schrijfwijzer begrijpelijke formulieren en een internetsite gerealiseerd.

Steeds meer formulieren begrijpelijk

We leggen nu vast dat alle nieuwe formulieren voortaan begrijpelijk moeten zijn en dat per 1 september 2007 geen onbegrijpelijke formulieren meer mogen worden gemaakt. Voor bestaande formulieren die veel worden gebruikt, geldt dat op het moment dat ze aangepast moeten worden, zij in de vernieuwde versie ook begrijpelijk moeten zijn.

In de afgelopen maanden is al een aantal bestaande formulieren begrijpelijker gemaakt. Dit traject van het taaltechnisch begrijpelijker maken van formulieren zal ook in de komende periode worden voortgezet.

Zodra een echte «formulierennorm» is ontwikkeld, zal ik daar nader over rapporteren.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Nicolaï


XNoot
1

TK 2004–2005, 29 362, nr. 40.

Naar boven