29 361
Nederlands EU-voorzitterschap 2004

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2004

Conform het verzoek van de Vaste Kamer-Commissie Volksgezondheid, per brief met kenmerk VWS/04/03/ld, geef ik in deze brief aan wat de voornemens zijn van het Nederlands EU-voorzitterschap in de tweede helft van 2004 op het terrein van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

In deze periode zit ik de Raad Sociale Zaken, Werkgelegenheid, Volksgezondheid en Consumentenzaken1 voor. De staatssecretaris van VWS, zal de Raad Onderwijs, Jeugd en Cultuur voorzitten2.

Het Nederlands EU-voorzitterschap vindt plaats onder bijzondere omstandigheden. De EU is op 1 mei uitgebreid met tien nieuwe lidstaten, waarmee wij het eerste voorzitterschap zijn dat een volledige termijn binnen een Unie van 25 lidstaten opereert. Dit stelt extra eisen aan het voorzitten van de raadsvergaderingen en het streven naar een zo effectief mogelijk functionerende Europese Unie. Daarnaast zijn er onlangs verkiezingen geweest voor het Europees Parlement (hierna EP). Het zal enige tijd duren voordat het nieuwe EP operationeel is. Bovendien vindt er een wisseling van de wacht plaats bij de Europese Commissie (hierna Commissie). De nieuwe Commissie wordt op 1 november 2004 geïnstalleerd. Als Voorzitter van de Raad zal mijn inzet dan ook vooral gericht zijn op het succesvol integreren van de nieuwe lidstaten in de Unie. Tevens staat samenwerken met het nieuwe EP en de nieuwe Commissie centraal.

Het programma voor de volksgezondheid is gericht op de relatie tussen gezondheid en andere beleidsterreinen met daarbij de nadruk op het belang van de Europese burger. Vele beleidsterreinen in Brussel hebben directe invloed op de gezondheid. Te denken valt hierbij aan landbouw, sociale zaken en de interne markt.

Dit centrale thema zult u dan ook aantreffen tijdens de verschillende evenementen, conferenties en expert meetings die de komende maanden in Nederland plaatsvinden.

Onderstaand ga ik nader in op de ambities op het terrein van mijn Ministerie. Eerst geef in aan wat ik verwacht op de agenda van de Raden waar VWS bij betrokken is. Vervolgens schets ik de context buiten Europa en tot slot informeer ik u over de evenementen van het komende half jaar. In de bijlage treft u een kalender aan waarop de formele en informele Raden staan, alsmede ministeriële en hoogambtelijke bijeenkomsten onder ons Voorzitterschap1.

I De Europese agenda: de inhoud

De agenda van het Nederlands voorzitterschap is mede afhankelijk van de voortvarendheid waarmee het huidige Ierse voorzitterschap lopende dossiers zal hebben afgehandeld. Daarnaast heeft de Commissie, ondanks dat ze zich in de afrondende fase van haar werkzaamheden bevindt, toegezegd met enkele nieuwe voorstellen te komen.

a) Raad Sociaal Beleid, Werkgelegenheid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Enkele prioritaire dossiers die ik tijdens het Voorzitterschap in de Gezondheidsraad van december wil behandelen zijn:

Herziening van de International Health Regulations (IHR)

Tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap zal VWS bijdragen aan bijeenkomsten van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO). In september wordt een nieuw voorstel van de WHO op het terrein van de International Health Regulations under the framework of the WHO (IHR) verwacht. De voorstellen beogen de toepassing van regelgeving op het terrein van besmettelijke ziekten binnen een multilateraal kader om zo mogelijkheden te scheppen voor een internationale gezondheidsbewaking en bijbehorende maatregelen op dit terrein. De voornaamste doelstelling van de herziene IHR bestaat uit het waarborgen van een zo groot mogelijke bescherming tegen de verspreiding van ziekten met zo min mogelijk hinder voor de wereldhandel. Ter voorbereiding op de Intergouvernementele onderhandelingen van 1–12 november 2004 bespreekt de raadswerkgroep Gezondheid het werkdocument. Afhankelijk van de resultaten van de vergadering in november wordt de inzet van het Nederlandse voorzitterschap nader bepaald. Ik streef er naar tijdig voor aanvang van de intergouvernementele onderhandelingen het EU-standpunt gereed te hebben.

Voeding- en gezondheidsclaims/ Verrijking van voedingsmiddelen

Deze dossiers vormen een drieluik samen met een nog niet gepubliceerde herziening van de richtlijn voor voedingswaarde-etikettering (Richtlijn 90/496/EEG). Een etiket met juiste en betrouwbare informatie over de voedingswaarde en de mogelijke effecten op de gezondheid is van groot belang voor de consument. Het pakket van maatregelen is ook van belang voor geharmoniseerde afspraken over de toevoeging van vitaminen, mineralen en andere stoffen aan voedingsmiddelen. Er komen steeds meer producten op de markt met toevoegingen waarvoor specifieke gezondheidsclaims worden gedaan. De dossiers voedings- en gezondheidsclaims en verrijking van voedingsmiddelen zijn in het EP in eerste lezing gestrand. In het nieuwe EP moet de behandeling weer worden opgepakt. Voor het Nederlandse voorzitterschap hebben deze dossiers prioriteit. Het streven is voor beide dossiers in de gezondheidsraad in december 2004 een akkoord op hoofdlijnen (politiek akkoord) te behalen.

Infectieziekten, pandemic preparedness planning

Wereldwijd wordt gewerkt aan de voorbereiding op een influenza epidemie, ook in de EU. Tijdens de Raad van 2 juni jl. is besloten om de voorbereidingsgroep op hoog niveau voorlopig onder te brengen bij de Health Security Committee (HSC). Nederland onderschrijft de noodzaak om te komen tot een Europese coördinatiestructuur om voorbereid te zijn op een eventuele toekomstige influenza pandemie. Voor wat betreft de discussie over de voorbereidingsgroep pleit Nederland er voor alle adviserende en voorbereidende activiteiten met betrekking tot infectieziekten – inclusief bioterrorisme – onder te brengen in één Europese organisatie. Belangrijk daarbij is dat adviezen over risk management en risk assessment niet gescheiden worden. Er is afgesproken dat voor de periode van 1 jaar het mandaat van het, weinig transparante, HSC uitgebreid wordt van bioterrorisme naar de voorbereiding op een eventuele influenza-pandemie. Deze oplossing is gekozen omdat er haast geboden is en er op dit moment geen ander gremium is dat deze taak op zich kan nemen. Tijdens het komende jaar wordt opnieuw bekeken of het HSC het meest gewenste gremium is. De meeste lidstaten, waaronder Nederland, wensen deze taak onder te brengen bij het Europees Centrum voor ziektepreventie -en bestrijding (ECDC), welke in 2005 te Stockholm van start zal gaan. Dit om te voorkomen dat er parallelle trajecten ontstaan. Tijdens de Raad in december zal de Commissie verslag uitbrengen over de voortgang in de Health Security Committee.

Patiëntenmobiliteit en open methode van coördinatie op het terrein van de gezondheidszorg

Deze twee mededelingen van de Commissie hangen nauw met elkaar samen. De Commissie heeft ze in het voorjaar uitgebracht. In juni nam de gezondheidsraad het voorstel om een High Level Group on Health Services and Medical Care in te stellen over. Deze groep wordt voorgezeten door de Commissie. Mijn inzet is om deze groep hard aan het werk te zetten over thema's die met gezondheidszorg te maken hebben. Ik heb de Commissie gevraagd om in december te rapporteren over de voortgang van de werkzaamheden. De mededeling «open methode van coördinatie» staat ook op de agenda van het Sociale Beschermingscommitee. Ik vind het belangrijk dat «gezondheids» ministers zich over de inhoud van de mededeling buigen. Ik zal dan ook zorgen voor een goede samenwerking en afstemming tussen beide. Al eerder is aangegeven dat wij als Nederland staan voor het starten met een lichte vorm van de open coördinatie methode op het terrein van de gezondheidszorg.

Overige agendapunten tijdens in het gezondheidsdeel van de Raad

De Commissie heeft voor het komende half jaar nog flink wat producten in voorbereiding. Ik zou graag een paar van die nieuwe dossiers voor het gezondheidsdeel van de Raad in december willen agenderen, zodat er alvast een eerste politieke bespreking kan zijn met mijn collega's. Dossiers waar ik op doel zijn: de verordening kindergeneesmiddelen, herziening van de regelgeving over medische hulpmiddelen, een strategie over tabaksgebruikbeheersing, een mededeling over een alcoholstrategie en regelgeving op het terrein van voedsel.

b) Raad Onderwijs, Jeugd en Cultuur

Op 15 en 16 november vindt een Onderwijs, Jeugd en Cultuur Raad plaats. Voor het gedeelte van Jeugd zit de staatssecretaris van VWS deze Raad voor. Op het gebied van jeugd streven we naar het aannemen van twee resoluties: een resolutie over de gezamenlijke doelstellingen op het terrein van vrijwilligerswerk door jeugdigen en een resolutie over de gemeenschappelijke doelstellingen rond «beter begrip en kennis van jongeren». Afhankelijk van het moment waarop de Commissie de nieuwe generatie programma's jeugd, cultuur en audiovisueel en participatie van burgers presenteert streven wij naar een politiek akkoord in de raad. Voor de tussentijdse evaluatie van het huidige programma jeugd is onze inzet om een verklaring aan te nemen over de prioriteiten tot einde van het programma (2006). Verder vindt in de Raad een eerste gedachte wisseling plaats over de evaluatie van de open methode van coördinatie op het terrein van jeugd.

c) Overige Raden

Een aantal (onderdelen van) dossiers waarvoor ik in Nederland als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport politiek verantwoordelijk ben, zal op communautair niveau worden besproken in andere Raden dan de Volksgezondheidsraad. Het gaat hierbij vooral om voorstellen op het terrein van sociaal beleid, interne markt en justitie.

Richtlijn Arbeidstijden

Dit dossier is van groot belang voor VWS, mede vanwege de gevolgen voor de (para)medische en verpleegkundige beroepsbeoefenaren. De Nederlandse inzet (voornamelijk SZW/VWS en Defensie) ziet toe op een snelle herziening van de huidige richtlijn om de problematiek van aanwezigheidsdiensten op te lossen. Overigens is het nog onduidelijk wanneer het voorstel tot herziening van de Commissie kan worden verwacht. De lidstaten moeten, volgens Nederland, zelf de mogelijkheid krijgen om te bepalen in welke mate deze «wachttijd» in aanmerking wordt genomen als arbeidstijd. Het doel is om een duurzame oplossing te creëren voor de problemen die ontstaan zijn door de arresten SIMAP en Jaeger met betrekking tot aanwezigheidsdiensten, zonder toepassing van de opt-out. Daartoe bestaan verscheidene mogelijkheden. Nederland is daarbij voorstander van een afwijkingsmogelijkheid in de richtlijn voor aanwezigheidsdiensten, maar sluit andere oplossingen niet op voorhand uit.

Drugsstrategie

Voor wat het drugsbeleid betreft, streven mijn collega van Justitie en ik er na om tijdens het Nederlandse voorzitterschap een nieuwe EU drugsstrategie 2005 – 2012 aan te nemen. Deze strategie, waarin alle aspecten van de drugsproblematiek aan bod komen, geeft het kader en de prioriteiten aan van de communautaire activiteiten op dit gebied voor de komende acht jaar. Hoewel ik nationaal primair verantwoordelijk ben voor dit dossier staat de besluitvorming over de strategie, als gevolg van de Europese bevoegdheidsverdeling, op de agenda van de Justitie-Raad van december 2004. In de Gezondheidsraad daarna zal ik mijn collega's over de afloop informeren.

II De internationale agenda

Als voorzitter van de EU speelt Nederland een belangrijke rol in de externe betrekkingen van de EU met derde landen en in multilaterale fora. Zo coördineert de voorzitter, in nauwe samenspraak met de Europese Commissie, de voorbereiding van de vergaderingen van de verschillende internationale organisaties. De uitbreiding van de EU naar 25 landen heeft ook voor het externe optreden van de EU gevolgen. De EU-25 wordt hiermee in internationale onderhandelingen een nog groter machtsblok, waarnaar meer dan ooit zal worden gekeken. Tegelijk zet de uitbreiding met 10 lidstaten grote druk op de interne coördinatie tijdens onderhandelingen.

Op de internationale agenda zal de aandacht van VWS met name uitgaan naar de, al eerder genoemde, Herziening van de International Health Regulations( IHR). Bij de onderhandelingen tijdens de intergouvernementele conferentie van de WHO (1–12 november 2004) zal Nederland haar best doen om de inzet van de EU op een lijn te houden.

III De Informele agenda: evenementen in Nederland

Informele Gezondheidsraad (9 – 10 september te Noordwijk)

Op 9 en 10 september nodig ik mijn collega-Gezondheidsministers uit de EU uit voor een informele bijeenkomst van de Raad in Nederland. Op de agenda van de Informele Raad staat: «Health care in an ageing society». Nederland wil met de Informele Raad een constructieve bijdrage leveren aan de Europese discussie over vergrijzing. Hierbij kan worden voortgebouwd op een aantal lopende trajecten in de EU over toegankelijkheid, houdbaarheid, kwaliteit en voldoende keuzemogelijkheden in de zorg. De eerste dag staat in het teken van gezondheidszorgvraagstukken gerelateerd aan vergrijzing zoals ziektebeelden en de organisatie van de zorg. De tweede dag staat in het teken van de kosten, zo mogelijk in samenhang met groeiende pensioenlasten en vertaald in termen van koopkracht. De Informele Raad heeft tot doel om onderlinge informatie uit te wisselen over mogelijke beleidsstrategieën met het oog op de gevolgen van de vergrijzing.

European Conference on Public Health Risks from Emerging Zoonotic Diseases (16–17 september 2004 te Den Haag)

Het doel van deze conferentie is om de coördinatie op EU niveau te verbeteren tussen diergezondheid en humane gezondheid en om uitbraken van infectieziekten, voortkomend uit dierlijke bronnen, te voorkomen dan wel (beter) te beheersen. De resultaten van de conferentie dienen aanleiding te zijn voor een aantal concrete acties die door de Europese Commissie moeten worden opgepakt zoals:

– Het opstellen van een integrale Europese zoonose strategie waarin een antwoord is opgenomen op grootschalige en gecompliceerde uitbraken van ziekten afkomstig van dierlijke bronnen;

– Samenwerking tussen diagnostische laboratoria op het gebied van diergezondheid en humane gezondheid;

– Het afstemmen van de programmering van de European Food Safety Authority (EFSA) en het European Center for Disease Prevention and Control (ECDC);

– Het bundelen van Europese ervaring op het gebied van risico communicatie om discrepanties in communicatie tussen de verschillende overheidslagen te voorkomen en onzekerheid bij de Europese burger weg te nemen.

In de voorbereiding van deze conferentie wordt nauw samengewerkt met het ministerie van LNV, de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) en de Europese Commissie.

Conference Priority Medicines (18 november 2004 te Den Haag)

De conferentie Priority Medicines heeft als doel politieke en maatschappelijke aandacht te vragen voor onderzoek en ontwikkeling van die geneesmiddelen, vaccins en «biologicals» waar in het bijzonder vanuit volksgezondheidsoogpunt behoefte aan is. Aandacht voor ziekten waarvoor thans geen goed medicijn is, voor bijzondere groepen zoals kinderen en ouderen die beter geteste middelen nodig hebben, en voor goede toedieningsvormen. Er wordt een rapport van de WHO besproken dat in onze opdracht is vervaardigd en dat zal komen met een goed onderbouwde lijst van prioritaire aandachtsgebieden en met aanbevelingen. ZonMw zal de resultaten presenteren van een inventarisatie van waar voor Europa kansen liggen voor geneesmiddelenonderzoek, waar nationaal in lidstaten zwaartepunten liggen en waar er mogelijkheden tot samenwerking zijn. Het project is in lijn met Europese besluitvorming over de levenswetenschappen en het belang van meer gelden voor onderzoek en ontwikkeling, en meer in het bijzonder met uitvoering van het zogeheten G10-programma over de ontwikkeling van de farmaceutische industrie ten behoeve van de patiënt. Met de Europese Commissie, de Europese Investeringsbank en andere betrokkenen vinden thans voorbereidende besprekingen plaats over de follow-up. Over de uitkomsten van de Conferentie zal o.a. aan de Gezondheidsraad verslag gedaan worden. Op termijn kan het project leiden tot onderzoek in het kader van de EU, tot wetgevende en stimuleringsmaatregelen en nadere investeringsbeslissingen.

In de voorbereiding van deze conferentie wordt nauw samengewerkt met de WHO, de Europese Commissie en de ministeries van EZ en OC&W.

Conference EU Health care professionals crossing borders (9–10 december 2004 te Amsterdam)

Het bevorderen van de interne markt in de lidstaten van de EU brengt met zich mee dat beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg in andere landen kunnen werken dan waar ze zijn opgeleid. Over de erkenning van beroepskwalificaties op het terrein van de gezondheidszorg bestaan reeds enkele Europese richtlijnen. Tot nu toe is het echter niet gelukt afspraken te maken over het uitwisselen van gegevens over migrerende beroepsbeoefenaren, die elders zijn veroordeeld wegens disfunctioneren. Met deze conferentie wil ik de discussie starten om deze problematiek op te lossen. Daarbij kijk ik nadrukkelijk ook naar de betrokkenheid van de toezichthoudende instanties. In de voorbereiding van deze conferentie wordt nauw samengewerkt met de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Belangrijk voor deze conferentie is dat ik inmiddels benaderd ben door het Verenigd Koninkrijk, dat dit onderwerp ook op de agenda van haar Voorzitterschap wil zetten (tweede helft 2005).

Natuurlijk beperkt onze aandacht zich niet alleen tot de volksgezondheid en jeugd. Ook welzijn en sport komen aan bod tijdens het Nederlands voorzitterschap. Een belangrijk dossier hierin is het Europees jaar van de Opvoeding door Sport. De EU heeft immers 2004 uitgeroepen tot het Jaar van opvoeding door sport. Mijn collega van OC&W en de staatssecretaris van VWS schenken daarom tijdens het voorzitterschap ruim aandacht aan de educatieve rol van sport. Belangrijke thema's zijn: sport en het versterken van de jeugdparticipatie, de vorming van waarden en normen door sport en bewegingsbevordering. De slotmanifestatie van dit Europese jaar vindt eind 2004 in Nederland plaats.

Rest mij nog te zeggen dat ik uitzie naar het komend half jaar dat Nederland het voorzitterschap van de EU mag bekleden. Tijdens het EU-voorzitterschap hoop ik regelmatig met u van gedachten te wisselen over de VWS-onderwerpen die dan op de agenda staan. Ik wil u dan ook graag uitnodigen om kennis te nemen van het volledige programma dat u hierbij aantreft.1

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

De minister van SZW zal de Raad voorzitten wat betreft Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De minister van EZ zal de Raad voorzitten wat betreft Consumentenzaken.

XNoot
2

De minister van OCW zal de Raad voorzitten wat betreft Onderwijs en Cultuur.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven