29 359
Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet

28 494
Wijziging van Hoofdstuk III van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en van afdeling 5 van titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek

nr. 86
MOTIE VAN HET LID BUIJS C.S.

Voorgesteld 6 april 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat veel geneesmiddelen op grond van de werkzame stof in een GVS-cluster zijn geplaatst;

eveneens overwegende, dat er inmiddels een studie door het CVZ plaatsvindt in het kader van de modernisering van het GVS;

daarnaast overwegende, dat de WHO het gebruik van het door haar ontwikkelde DDD/ATC-systeem sterk afraadt voor gebruik bij vergoedingssystemen, terwijl het GVS deze systematiek wel gebruikt;

van mening, dat een optimale behandeling met een medicament niet alleen afhangt van de werkzame stof, maar ook van andere factoren zoals gebruikersvriendelijkheid en toedieningsvorm;

van oordeel, dat er nieuwe criteria moeten komen op basis waarvan de Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) haar besluit over het toelaten van nieuwe geneesmiddelen in het pakket kan nemen, teneinde een optimale behandeling mogelijk te maken;

verzoekt de regering in het kader van een modernisering van het GVS vóór juli 2006 inzicht te geven in deze nieuwe criteria,

en gaat over tot de orde van de dag.

Buijs

Schippers

Koşer Kaya

Naar boven