29 359
Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet

nr. 73
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN KOşER KAYA EN ARIB TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER DE NRS. 64 EN 65

Ontvangen 16 maart 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel 61 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

13. Beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ll, alsmede de personen of rechtspersonen bij wie zij in dienst zijn of met wie zij anderszins financiële of juridische banden hebben, hebben geen financiële belangen in een apotheek of bij het voorschrijven, leveren of het ter hand stellen van geneesmiddelen, uitgezonderd huisartsen die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in het achtste en negende lid voorzover het de eigen praktijk betreft. Een apotheek of apotheker heeft geen financieel belang van welke aard dan ook in of bij de praktijk van bedoelde beroepsbeoefenaren.

Toelichting

Dit amendement dient ertoe de scheiding tussen het voorschrijven (door een arts) en het afleveren (door een apotheek) van geneesmiddelen te waarborgen. Het amendement voorkomt dat artikel 18 van het Besluit Uitoefening Artsenijbereidkunst met inwerkingtreden van een nieuwe geneesmiddelenwet vervalt.

Een direct financieel belang van beroepsbeoefenaren bij het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen zou immers de rationaliteit van hun keuze mogelijkerwijs kunnen beïnvloeden. Dit amendement sluit die beïnvloeding uit.

Een uitzondering wordt gemaakt voor de apotheekhoudende huisarts die in het bezit is van een vergunning.

Koşer Kaya

Arib

Naar boven