29 359
Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2005

Bij brief van 27 januari 2005 heeft de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij gevraagd de stand van zaken te schetsen met betrekking tot de WOG/nieuwe Geneesmiddelenwet. Graag voldoe ik aan dit verzoek.

Op 27 december 2004 heb ik de Nota van wijziging bij de ontwerp Geneesmiddelenwet voor spoedadvies aan de Raad van State gezonden. Deze nota van wijziging betreft de implementatie van twee recente EU richtlijnen, te weten Richtlijn 2004/24 (inzake traditionele kruidengeneesmiddelen) en Richtlijn 2004/27 (algehele herziening Europese geneesmiddelenregelgeving). In het Verslag bij de Geneesmiddelenwet hebben verschillende fracties aangedrongen op snelle implementatie. In de Nota naar aanleiding van het verslag heb ik reeds aangekondigd dat implementatie via Nota van wijziging bij de Geneesmiddelenwet het meest in de rede lag. Door de omvang en complexiteit van de materie heeft de voorbereiding meer tijd gekost dan aanvankelijk was voorzien.

Beide genoemde richtlijnen dienen uiterlijk 30 oktober 2005 te zijn geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving. Na ommekomst van het advies van de Raad van State zal ik de Nota van wijziging dan ook op de kortst mogelijk termijn aan de Tweede Kamer zenden. Het is mijn streven om de plenaire behandeling van de nieuwe Geneesmiddelenwet te doen plaatsvinden voor het zomerreces.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Naar boven