29 359
Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet

nr. 65
AMENDEMENT VAN HET LID KOşER KAYA

Ontvangen 10 maart 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 61 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

13. Beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ll, hebben geen financiële belangen in een apotheek of bij het voorschrijven, aanleveren of het ter hand stellen van geneesmiddelen, uitgezonderd huisartsen die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in het achtste en negende lid.

Toelichting

Dit amendement dient ertoe de scheiding tussen het voorschrijven (door een arts) en het afleveren (door een apotheek) van geneesmiddelen te waarborgen. Een direct financieel belang van beroepsbeoefenaren bij het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen zou immers de rationaliteit van hun keuze mogelijkerwijs kunnen beïnvloeden. Dit amendement sluit die beïnvloeding uit. Zoals bijvoorbeeld beïnvloeding van het voorschrijfgedrag door het bedingen van goodwill voor voorgeschreven of voor te schrijven geneesmiddelen achteraf of vooraf.

Een uitzondering wordt gemaakt voor de apotheekhoudende huisarts die in het bezit is van een vergunning.

Koşer Kaya

Naar boven