29 359
Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet

nr. 45
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KANT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 15 februari 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 1, eerste lid, wordt de punt aan het slot van onderdeel ppp vervangen door een puntkomma, en worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

qqq. drogist: degene aan wie het diploma drogist is uitgereikt door de Stichting Pharmacon waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg het afsluitende vakexamen van een opleiding tot drogist heeft afgelegd,welk examen is afgenomen overeenkomstig exameneisen en -procedures waarmee Onze Minister heeft ingestemd;

rrr. assistent-drogist: degene aan wie het diploma assitent-drogist is uitgereikt door de stichting Pharmacon waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg het afsluitende vakexamen van een opleiding tot assistent-drogist heeft afgelegd,welk examen is afgenomen overeenkomstig exameneisen en -procedures waarmee Onze Minister heeft ingestemd.

II

Artikel 62 komt als volgt te luiden:

Artikel 62

1. Het is een ieder verboden zelfzorggeneesmiddelen ter hand te stellen, met uitzondering van:

a. apothekers die in een apotheek werken;

b. huisartsen die in bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 61, achtste of negende lid;

c. de krachtens artikel 61, eerste lid, onder c, aangewezen personen of instanties;

d. drogisten.

III

In artikel 114 wordt na het vierde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

4a. Voor de toepassing van artikel 62 worden met assistent-drogisten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder rrr, gelijk gesteld: degene aan wie vóór de inwerkingtreding van deze wet door of namens de stichting Pharmacon of diens rechtvoorganger een bewijs van vakbekwaamheid als assistent-drogist is uitgereikt.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd de verkoop van niet-recept geneesmiddelen voor te behouden aan apotheken en drogisten. Vrije verkoop zou leiden tot gezondheidsrisico’s omdat zelfzorgmiddelen ook bijwerkingen of interacties kunnen veroorzaken. Verreweg de grootste risico’s schuilen echter in mogelijk verkeerd gebruikt of misbruik. Uit alle beschikbare onderzoek blijkt dat mensen onvoldoende kennis hebben over de actieve bestanddelen, dosering, gebruiksduur en veelal hun eigen kennis overschatten. Binnen de EU is het gebruik van niet-receptmiddelen geheel gekanaliseerd, met uitzondering van Engeland, waar een lijst algemeen verkrijgbare middelen bestaat.

Kant

Naar boven