29 359
Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet

nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID BUIJS

Ontvangen 8 februari 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 61 wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

8a. Een vergunning als bedoeld in het achtste lid wordt niet aan een huisarts geweigerd die zijn geneeskundige praktijk uitoefent op een afstand van meer dan 3,5 kilometer van de dichtstbijzijnde apotheek.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe te verzekeren dat de huisarts van rechtswege bevoegd is en blijft om receptgeneesmiddelen te verstrekken aan personen die hij medisch behandelt, voorzover hij daartoe reeds thans bevoegd is op grond van de huidige regelingen ex WOG, of indien de afstand over de kortste voor gemotoriseerd vervoer toegankelijke, verharde en ’s nachts verlichte weg tussen zijn praktijkpand en de dichtstbijzijnde apotheek van een apotheker groter is dan 3,5 kilometer. Deze opzet maakt het tevens mogelijk dat gebiedsaanwijzing en vergunningverlening overbodig wordt. Het afstandscriterium dat door dit amendement wordt geïntroduceerd, kan gemakkelijk door de Inspectie worden gecontroleerd. Het amendement beoogt de nog bestaande vestigingsplaatsen van apotheekhoudende huisartsen tegen verlies van aanzien of positie te behoeden en de uitstroom van apotheekhoudende huisartsen te stoppen. Het amendement beoogt haar werkingssfeer te beperken tot het platteland.

Buijs

Naar boven