29 344
Terugkeerbeleid

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2004

Graag bied ik u hierbij de notitie inzake opname van terug- en overnameclausules in bilaterale verdragen aan. Deze notitie moet in samenhang worden gezien met de «Terugkeernota: maatregelen voor een effectievere uitvoering van het terugkeerbeleid» van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, die uw Kamer onlangs is toegegaan.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Notitie inzake opname van terug- en overnameclausules in bilaterale verdragen

Ministerie van Buitenlandse zaken directie Juridische zaken / directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken

December 2003

InhoudsopgavePagina
   
1Samenvatting4
   
2Inleiding5
   
3In welke bilaterale verdragen dient een terug- en overnameclausule te worden opgenomen?5
3.1Toelichting bij schema6
3.1.1Visumafschaffingsverdragen6
3.1.2Terug- en overnameverdragen6
3.1.3Terug- en overnameclausule in een bestaand verdrag6
3.1.4Verdragen met staten ten aanzien waarvan de EG bevoegd is op het gebied van terug- en overname7
3.1.5Nederlands belang7
3.1.6Verdragen uitsluitend ten behoeve van de Nederlandse Antillen en/of Aruba7
3.1.7Bilaterale verdragen met EU-partners7
   
4Varianten van terug- en overnameclausules7
4.1Variant A8
4.2Variant B8
4.3Toelichting8
   
5Interdepartementale procedure8
5.1Besluitvorming inzake afweging Nederlands belang en keuze variant terug- en overnameclausule8
5.2Ministerraadbehandeling9
5.3Overgangsregeling9
   
6Consequenties van weigering een terug- en overnameregeling overeen te komen9
6.1Koppeling met financiële en niet-financiële instrumenten9
   
ILanden waarmee geen terug- en overnameclausule hoeft te worden overeengekomen11
   
IILanden waarmee bilateraal wordt onderhandeld over Terug- en overnameverdragen13
   
IIIOverzicht prioriteitslanden14
   
IVVarianten terug- en overnameclausules14

1 Samenvatting

Deze notitie hangt nauw samen met de «Terugkeernota, maatregelen voor een effectievere uitvoering van het terugkeerbeleid» (TK 2003/2004, 29 344, no. 1) van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Het uitgangspunt van onderhavige notitie is dat in bilaterale verdragen een terug- en overnameclausule dient te worden opgenomen. Toepassing van dit uitgangspunt ligt in het verlengde van de wens om meer samenhang en coherentie te brengen in het Nederlandse buitenlandse beleid.

Op genoemd uitgangspunt zijn echter bepaalde uitzonderingen mogelijk.

Uitzonderingen

1) Wat visumafschaffingsverdragen betreft, is opname van een terug- en overnameclausule niet nodig, indien er reeds een Terug- en overnameverdrag met de wederpartij bestaat of gelijktijdig wordt gesloten.

2) In andere bilaterale verdragen is opname van een terug- en overnameclausule niet nodig, indien:

• het verdrag wordt gesloten met een EU-partner; of

• er met dit land reeds een specifiek bilateraal terug- en overnameverdrag bestaat; of

• er met dit land reeds een bilateraal of EU verdrag is gesloten waarin een terug- en overnameclausule is opgenomen; of

• het een land betreft ten aanzien waarvan de EG bevoegd is op het gebied van terug- en overname; of

• het Nederlands belang bij verdragsluiting prevaleert boven opname van een terug- en overnameclausule; of

• het verdrag uitsluitend ten behoeve van de Nederlandse Antillen en/of Aruba wordt gesloten.

Varianten van terug- en overnameclausules

Indien geen van bovenstaande uitzonderingen van toepassing is, wordt in overleg tussen het eerstverantwoordelijke ministerie en de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Justitie bezien welk type terug- en overnameclausule dient te worden overeengekomen.

Het uitgangspunt is opname van een terug- en overnameclausule in een verdrag met de volgende elementen:

1) een verplichting tot terugname van eigen onderdanen; en

2) een verplichting om op verzoek een verdrag te sluiten waarin zowel terugname van eigen onderdanen als overname van derdelanders en staatlozen wordt geregeld.

Voorts bestaat er een terugvalmogelijkheid waarbij een verplichting tot toekomstige verdragsluiting alleen ziet op terugname van eigen onderdanen.

Consequenties van weigering om een terug- en overnameclausule overeen te komen en koppeling met financiële en niet-financiële instrumenten

Indien de wederpartij weigert een terug- en overnameclausule in een specifiek bilateraal verdrag op te nemen – vooropgesteld dat interdepartementaal, of bij verschil van inzicht door de ministerraad, is vastgesteld dat dit een harde eis is – zal Nederlandniet overgaan tot verdragsluiting.

Indien dit weigerende land tevens een prioriteitsland is (zie de lijst van landen vermeld in bijlage III) en Nederlandse financiële en/of niet-financiële hulp (OS en andere financieringsinstrumenten alsmede andersoortige niet-financiële ondersteuning of assistentie) ontvangt, wordt de aard en omvang van deze hulp kritisch (her)overwogen totdat er een terug- en overnameclausule is overeengekomen.

2 Inleiding

Illegaal verblijf in Nederland en in de rest van Europa komt nog steeds op grote schaal voor. De schattingen lopen uiteen, maar naar alle waarschijnlijkheid leven in Nederland meer dan 100 000 personen zonder geldige verblijfstitel. Het gaat daarbij om personen wier aanvraag van een verblijfsvergunning is afgewezen en om personen die nooit een aanvraag hebben ingediend.

Sinds de invoering van de Koppelingswet in 1998 hebben personen zonder geldige verblijfsvergunning geen recht op overheidsvoorzieningen in Nederland. Toch heeft de aanwezigheid van grote hoeveelheden mensen zonder verblijfsrecht in Nederland maatschappelijke gevolgen. Bijvoorbeeld op de terreinen van volksgezondheid, onderwijs, de openbare orde en de strafrechtelijke handhaving.

Voor de geloofwaardigheid van het vreemdelingenbeleid is een effectief terugkeerbeleid essentieel. Daarbij is medewerking van de landen van herkomst onontbeerlijk. Een betere medewerking kan worden verkregen door in het Nederlandse buitenlandse beleid het belang van de terugkeer van illegale vreemdelingen zwaarder te laten wegen dan tot nu toe. Dat betekent dat samenwerking met landen op andere terreinen wordt gekoppeld aan samenwerking op het gebied van terugkeer. Deze opvatting is, in verschillende bewoordingen, door de twee vorige kabinetten verwoord. Ook het huidige kabinet kent deze hoge prioriteit toe aan het terugkeerbeleid, getuige de op 21 november 2003 aan uw Kamer toegezonden «Terugkeernota, maatregelen voor een effectievere uitvoering van het terugkeerbeleid» van de Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie.

Onderhavige notitie, die met de genoemde nota nauw samenhangt, hanteert als uitgangspunt dat in bilaterale verdragen een terug- en overnameclausule dient te worden opgenomen1.

Het ligt echter in de rede toch bepaalde uitzonderingen op dit algemene uitgangspunt mogelijk te maken. Dit gebeurt door duidelijk te onderscheiden in welke categorieën van bilaterale verdragen wél een terug- en overnameclausule dient te worden opgenomen, en in welke niet. Tevens wordt aangegeven onder welke voorwaarden van de beginselverplichting tot opname van een terug- en overnameclausule in een bilateraal verdrag kan worden afgeweken.

Tot slot worden de gevolgen geschetst die de weigering van een bepaald land om een terug- en overnameclausule overeen te komen met zich meebrengt.

Onder de in deze notitie gehanteerde term terugname wordt verstaan de wedertoelating van eigen onderdanen. Overname doelt op de wedertoelating van derdelanders en staatlozen die bijvoorbeeld een visum van het land van overname hebben ontvangen of daar enige tijd hebben verbleven.

3 In welke bilaterale verdragen dient een terug- en overnameclausule te worden opgenomen?

Het uitgangspunt is dat in elk bilateraal verdrag een terug- en overnamebepaling dient te worden opgenomen. Hierop zijn echter bepaalde uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen worden in navolgend schema per soort verdrag in kaart gebracht:

– visumafschaffingsverdragen;

– andere verdragen;

– verdragen uitsluitend ten behoeve van de Nederlandse Antillen en Aruba;

– verdragen met EU-partners.

Soorten verdragenIn principe een terug- en overnameclausule?Van opname kan worden afgezien indien:
VisumafschaffingsverdragenJaer een bilateraal of EU terug- en overnameverdrag met wederpartij bestaat.
Andere verdragenJaer een bilateraal of EU terug- en overnameverdrag met de wederpartij bestaat; of er in een bestaand bilateraal of EU verdrag een terug- en overnameclausule is opgenomen; of het een staat betreft ten aanzien waarvan de EG bevoegd is op het gebied van terug- en overname; of het Nederlands belang bij verdragsluiting prevaleert boven opname van een terug- en overnameclausule.
Verdragen uitsluitend ten behoeve van de Nederlandse Antillen en/of ArubaNeeNiet van toepassing.
Verdragen met EU-partnersNeeNiet van toepassing.

3.1 Toelichting bij schema

3.1.1 Visumafschaffingsverdragen

Visumafschaffingsverdragen worden in Benelux-verband gesloten. Het gebruikte standaardverdrag bevat van oudsher een terug- en overnameclausule. Vaak gaat sluiting van een Visumafschaffingsverdrag samen met een apart Terug- en overnameverdrag (dat eveneens in Benelux-verband wordt gesloten).

3.1.2 Terug- en overnameverdragen

Het Terug- en overnameverdrag regelt de terug- en overname van eigen onderdanen en vreemdelingen en maakt het opnemen van een terug- en overnameclausule in andere bilaterale verdragen overbodig.

3.1.3 Terug- en overnameclausule in een bestaand verdrag

Indien er al een terug- en overnameclausule in een bilateraal of EU verdrag staat, is opname van een terug- en overnameclausule in een volgend verdrag niet nodig.

De bestaande terug- en overnameclausules herbevestigen de internationaal-rechtelijke plicht van partijen om hun eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van de andere partij verblijven op verzoek van de andere partij zonder verdere formaliteiten terug te nemen. Tevens stemt elke partij via deze clausule ermee in om naderhand op verzoek van de andere partij onderhandelingen te beginnen over een specifiek verdrag inzake de verplichting tot overname van onderdanen van andere staten en staatlozen.

3.1.4 Verdragen met staten ten aanzien waarvan de EG bevoegd is op het gebied van terug- en overname

Ingevolge artikel 63, derde lid, onder b, van het EG-verdrag behoort terug- en overname van eigen onderdanen en vreemdelingen tot de communautaire bevoegdheid. De EG wordt ten aanzien van een derde staat bevoegd, zodra er een EG Terug- en overnameverdrag met deze staat is gesloten of een mandaat aan de Commissie is verleend om over een dergelijk verdrag te onderhandelen. In dat geval zijn de lidstaten niet meer bevoegd om over hetzelfde onderwerp zelfstandig verdragen te sluiten1.

Hetzelfde geldt indien in een ander EU verdrag (bijvoorbeeld een Associatie Akkoord) een terug- en overnameclausule is opgenomen, tenzij in dit verdrag uitdrukkelijk is vermeld dat de lidstaten bevoegd blijven (eventueel nadere) afspraken te maken met die derde staat.

3.1.5 Nederlands belang

Weging van het Nederlands belang kan in het totaal van afwegingen ertoe leiden dat van de opname van een terug- en overnameclausule kan worden afgezien. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen in volgende gevallen:

– alleen Nederland is de vragende partij;

– de positie van Nederlandse onderdanen in het buitenland is in het geding;

– er is sprake van zwaarder wegende economische of financiële belangen voor het Nederlandse bedrijfsleven en/of de Nederlandse overheid;

– er is sprake van zwaarder wegende maatschappelijke belangen voor Nederland.

Een besluit om af te zien van een terug- en overnameclausule wordt in onderling overleg tussen het eerstverantwoordelijke ministerie en de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Justitie genomen; wordt hierbij geen overeenstemming bereikt, dan wordt het geschil ter beslissing aan de ministerraad voorgelegd (zie hoofdstuk 5 voor de te volgen procedure).

3.1.6 Verdragen uitsluitend ten behoeve van de Nederlandse Antillen en/of Aruba

Tenzij er alsnog een beslissing terzake in de Rijksministerraad wordt genomen, kunnen er geen terug- en overnameclausules worden opgenomen in bilaterale verdragen die uitsluitend voor de Nederlandse Antillen en/of Aruba worden gesloten.

3.1.7 Bilaterale verdragen met EU-partners

In Europees verband zijn c.q. worden regelingen getroffen ter bestrijding van illegaal verblijf van vreemdelingen. Opname van een terug- en overnameclausule in bilaterale verdragen is dan niet nodig.

4 Varianten van terug- en overnameclausules

Er bestaan twee varianten van terug- en overnameclausules. Afhankelijk van de situatie wordt bezien welke variant van onderstaande terug- en overnameclausules dient te worden overeengekomen (zie hoofdstuk 5 voor de te volgen procedure).

4.1 Variant A

Deze variant is het uitgangspunt en bevat de volgende elementen:

a) juridisch verbindend;

b) een verplichting tot terugname; en

c) een verplichting om op verzoek een verdrag te sluiten waarin zowel terug- als overname worden geregeld.

4.2 Variant B

Deze variant bevat de volgende elementen:

a) juridisch verbindend;

b) een verplichting tot terugname; en

c) een verplichting om op verzoek een verdrag te sluiten waarin alleen terugname wordt geregeld.

4.3 Toelichting

Varianten A en B gaan uit van opname van een terug- en overnameclausule in een verdrag. Dit houdt in dat er een juridisch verbindende verplichting wordt overeengekomen die voor een internationale rechter (zoals het Internationale Gerechtshof) afdwingbaar is.

Variant B bevat een terugvalmogelijkheid. Alleen de verplichting tot sluiting van een verdrag inzake terugname (van eigen onderdanen) wordt geregeld. Voor veel landen zal het gemakkelijker zijn om hiermee akkoord te gaan dan met een verplichting om op verzoek een verdrag inzake overname (van derdelanders en staatlozen) te sluiten.

De standaardtekst voor elke variant is opgenomen in bijlage IV.

5 Interdepartementale procedure

5.1 Besluitvorming inzake afweging Nederlands belang en keuze variant terug- en overnameclausule

Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds landen die vermeld staan in bijlage III (prioriteitslanden) en anderzijds de overige landen die evenmin behoren tot de categorie landen zoals opgenomen in bijlage I (landen waarmee geen terug- en overnameclausule hoeft te worden overeengekomen).

A. Prioriteitslanden

1. Indien het voornemen bestaat om een bilateraal verdrag te gaan sluiten c.q. wijzigen met een land dat vermeld staat in bijlage III (prioriteitslanden), neemt de behandelend ambtenaar van het eerstverantwoordelijke ministerie contact op met het ministerie van Buitenlandse Zaken (directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken / afdeling Asiel- en migratiezaken).

2. Op ambtelijk niveau wordt de opname van een terug- en overnameclausule besproken tussen het eerstverantwoordelijke ministerie en de ministeries van Buitenlandse Zaken (inclusief Ontwikkelingssamenwerking) en van Justitie. Een terug- en overnameclausule dient tot stand te komen, tenzij het eerstverantwoordelijke ministerie aan kan tonen dat het belang van totstandkoming c.q. wijziging van het specifieke verdrag prevaleert boven het belang van een terug- en overnameclausule.

3. Indien noch overleg op ambtelijk niveau, noch overleg tussen de betrokken bewindspersonen tot resultaat leidt, wordt de zaak ter beslissing aan de ministerraad voorgelegd.

B. Overige landen

1. Voor deze landen geldt dat het initiatief tot ambtelijk overleg over opname van een terug- en overnameclausule dient te worden genomen door de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Justitie. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van het overzicht van ontwerpverdragen in voorbereiding dat driemaandelijks naar de Staten-Generaal wordt gezonden, tenzij het voornemen tot onderhandeling separaat kenbaar wordt gemaakt aan het ministerie van Buitenlandse Zaken door het vakdepartement. Een terug- en overnameclausule dient tot stand te komen, indien de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Justitie aan kunnen tonen dat het belang van deze clausule prevaleert boven het belang van totstandkoming van het specifieke verdrag.

2. Indien noch overleg op ambtelijk niveau, noch overleg tussen de betrokken bewindspersonen tot resultaat leidt, wordt de zaak ter beslissing aan de ministerraad voorgelegd.

5.2 Ministerraadbehandeling

Nadat overeenstemming is bereikt over het al dan niet opnemen van een terug- en overnameclausule en de tekst van het verdrag is vastgesteld, wordt het verzoek om instemming met het aangaan van het verdrag (alsmede met voorlegging aan de Staten Generaal) conform de normale procedure aan de ministerraad voorgelegd.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken levert een passage met betrekking tot de terug- en overnameclausule aan t.b.v. de Toelichting.

5.3 Overgangsregeling

De interdepartementale procedure zal niet van toepassing zijn op bilaterale ontwerpverdragen die op dit moment reeds zijn uitonderhandeld (geparafeerd).

Wel zal op korte termijn aan de hand van het overzicht van ontwerpverdragen in voorbereiding, zoals driemaandelijks overgelegd aan de Staten Generaal, in interdepartementaal verband worden bekeken in welke onderhandelingsfase de daarin opgenomen ontwerpverdragen verkeren en of het opportuun is om in de desbetreffende fase alsnog de besluitvorming inzake de afweging van het in paragraaf 3.1.5. bedoelde Nederlandse belang te entameren. Daarbij gelden de voorwaarden van paragraaf 5.1.

6 Consequenties van weigering een terug- en overnameregeling overeen te komen

Indien een land weigert een terug- en overnameclausule in een specifiek bilateraal verdrag op te nemen – vooropgesteld dat interdepartementaal, of bij verschil van inzicht door de ministerraad, is vastgesteld dat dit een harde eis is – zal Nederlandniet overgaan tot sluiting van dit specifieke verdrag.

6.1 Koppeling met financiële en niet-financiële instrumenten

Indien een land:

a) via bilaterale-, multi-bi- of relevante multilaterale kanalen Nederlandse financiering en/of niet-financiële ondersteuning of assistentie ontvangt; en

b) gekwalificeerd wordt als een «prioriteitsland» (zie de opsomming van landen in bijlage III); en

c) weigert een terug- en overnameclausule overeen te komen, wordt de aard en omvang van de financiële (OS en andere financieringsinstrumenten) en/of niet-financiële ondersteuning of assistentie kritisch (her)overwogen totdat een terug- en overnameclausule is overeengekomen.

I

Landen waarmee geen terug- en overnameclausule hoeft te worden overeengekomen1

Alle EU-landen, inclusief de toetreders (België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden)

Reeds bilateraal (in Benelux-kader) een Terug- en overnameverdrag totstandgekomen met:

Bulgarije (nog niet in werking)

Estland (voorlopige toepassing)

Hongarije (nog niet in werking)

Kroatië (voorlopige toepassing)

Letland (voorlopige toepassing)

Litouwen (voorlopige toepassing)

Roemenië (voorlopige toepassing)

Servië en Montenegro (nog niet in werking)

Slovenië (voorlopige toepassing)

Slowakije (nog niet in werking)

Zwitserland (nog niet in werking)

In Schengen-verband reeds totstandgekomen Terug- en overnameverdrag met: Polen

Totstandgekomen EU associatie- en/of gemengde akkoorden met T&O clausule:

Verdrag van Cotonou – alle ACS landen (Angola, Antigua en Barbuda, Bahama's, Barbados, Belize, Benin, Botswana, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, Comoren, Congo, Cookeilanden, DR Congo, Djibouti, Dominica, Dominicaanse Republiek, Equatoriaal Guinee, Eritrea, Ethiopië, Fiji, Gabon, Gambia, Ghana, Grenada, Guinee, Guinee-Bissau, Guyana, Haïti, Ivoorkust, Jamaica, Kameroen, Kaapverdië, Kenia, Kiribati, Lesotho, Liberia, Madagaskar, Malawi, Mali, Marshalleilanden, Mauritanië, Mauritius, Micronesië, Mozambique, Namibië, Nauru, Niger, Nigeria, Niue, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Rwanda, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Samoa, Sao Tomé en Principe, Senegal, Seychellen, Sierra Leone, Salomonseilanden, Soedan, Somalië, Suriname, Swaziland, Tanzania, Togo, Tonga, Trinidad en Tobago, Tsjaad, Tuvalu, Uganda, Vanuatu, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika)

Albanië (in afrondende fase)

Algerije

Azerbaijan

Bolivia

Chili

Colombia

Costa Rica

Ecuador

Egypte

El Salvador

Georgië

Guatemala

Honduras

Kroatië

Libanon

Macedonië

Nicaragua

Oezbekistan

Panama

Peru

Syrië (in afrondende fase)

Venezuela

Mandaat aan Europese Commissie verleend:

Albanië

Algerije

China

Hong Kong (in afrondende fase)

Macau (in afrondende fase)

Marokko (in onderhandeling)

Oekraïne (in onderhandeling)

Pakistan (in onderhandeling)

Rusland (in onderhandeling)

Sri Lanka (in afrondende fase)

Turkije

II

Landen waarmee bilateraal wordt onderhandeld over Terug- en overnameverdragen1

Albanië

Armenië

Frankrijk

Macedonië

Mali

Moldavië (onderhandelingen min of meer vastgelopen)

Nigeria

Tsjechië

III

Overzicht prioriteitslanden1

Bangladesh

Bosnië-Herzegovina

Cuba

India

Irak

Iran

Jemen

Jordanië

Kazachstan

Kyrgyzstan

Libië

Tadjikistan

Turkmenistan

IV

Varianten terug- en overnameclausules

Variant A

Juridisch verbindend (in verdrag); verplichting tot terugname; verplichting om op verzoek een terugnameverdrag te sluiten; alsmede de verplichting om in dit verdrag ook de overname te regelen.

Artikel (...)

Samenwerking ten aanzien van illegale migratie

1. Het Koninkrijk der Nederlanden en (...) komen overeen samen te werken teneinde illegale immigratie te voorkomen en te controleren. Hiertoe geldt het volgende:

a) (..,) verbindt zich ertoe (...) onderdanen die illegaal op het grondgebied van het Koninkrijk verblijven, op verzoek van het Koninkrijk der Nederlanden zonder verdere formaliteiten terug te nemen;

b) het Koninkrijk der Nederlanden verbindt zich ertoe Nederlandse onderdanen die illegaal op het grondgebied van (...) verblijven, op verzoek van (...) zonder verdere formaliteiten terug te nemen.

2. Voor dergelijke doeleinden verstrekken (...) en het Koninkrijk der Nederlanden hun onderdanen passende identiteitsdocumenten.

3. De Verdragsluitende Partijen komen overeen dat op verzoek een verdrag zal worden gesloten tussen (...) en het Koninkrijk der Nederlanden waarbij voor (...) en het Koninkrijk der Nederlanden specifieke terugnameverplichtingen worden geregeld, met inbegrip van de verplichting tot overname van onderdanen van andere landen en stateloze personen.

Variant B

Juridisch verbindend (in verdrag); verplichting tot terugname; en verplichting om op verzoek een terugnameverdrag te sluiten.

Artikel (...)

Samenwerking ten aanzien van illegale migratie

1. Het Koninkrijk der Nederlanden en (...) komen overeen samen te werken teneinde illegale immigratie te voorkomen en te controleren. Hiertoe geldt het volgende:

a) (...) verbindt zich ertoe (...) onderdanen die illegaal op het grondgebied van het Koninkrijk verblijven, op verzoek van het Koninkrijk der Nederlanden zonder verdere formaliteiten terug te nemen;

b) het Koninkrijk der Nederlanden verbindt zich ertoe Nederlandse onderdanen die illegaal op het grondgebied van (...) verblijven, op verzoek van (...) zonder verdere formaliteiten terug te nemen.

2. Voor dergelijke doeleinden verstrekken (...) en het Koninkrijk der Nederlanden hun onderdanen passende identiteitsdocumenten.

3. De Verdragsluitende Partijen komen overeen dat op verzoek een verdrag zal worden gesloten tussen (...) en het Koninkrijk der Nederlanden waarbij voor (...) en het Koninkrijk der Nederlanden specifieke terugnameverplichtingen worden geregeld.


XNoot
1

De notitie geeft hiermee gedeeltelijk uitvoering aan de motie Visser, TK 2003/2004, 19 637, nr. 770.

XNoot
1

Tenzij een lidstaat op het moment dat aan de Commissie een mandaat wordt verleend reeds in een vergevorderd stadium van onderhandelingen verkeert met de betreffende staat over een bilateraal Terug en overnameverdrag.

XNoot
1

Overzicht zal periodiek worden geactualiseerd.

XNoot
1

Overzicht zal periodiek worden geactualiseerd.

XNoot
1

Dit is een overzicht van landen waarbij het maken van afspraken op het gebied van terug- en overname prioriteit heeft. Het overzicht zal periodiek worden geactualiseerd en na vaststelling door de ministerraad aan uw Kamer worden toegezonden.

Naar boven