Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2019
Tijdens de regeling van werkzaamheden van 15 oktober jl. (Handelingen II 2019/20,
nr. 13, item 15) heeft u mij gevraagd te reageren op het bericht «Uitgeprocedeerde asielzoekers vertrekken
amper» van 12 oktober 2019 in De Telegraaf.1
In het kader van het programma Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (hierna: LVV)
werken Rijk en gemeenten samen om voor het illegale verblijf van vreemdelingen zonder
recht op verblijf of rijksopvang zoveel mogelijk bestendige oplossingen te realiseren.
De pilot-LVV’s in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen zijn pas dit
jaar van start gegaan.
Binnen de LVV-pilots wordt, in lijn met hetgeen is afgesproken in de convenanten,
ingezet op een bestendige oplossing. Onder een bestendige oplossing versta ik vertrek
uit Nederland of, uitsluitend indien de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden daarvan,
legalisering van verblijf. Zelfstandige terugkeer is en blijft een weerbarstig proces
dat van vele factoren afhankelijk is, in de eerste plaats de medewerking van de vreemdeling
zelf.2 Om deze medewerking te verkrijgen is een duidelijke uitspraak dat legalisering van
verblijf niet aan de orde is instrumenteel.
Ik vind het van belang om te benadrukken dat de pilot-LVV’s zijn bedoeld om in de
praktijk te kijken welke aanpak werkt. De pilot-LVV’s en het programma zullen worden
geëvalueerd door onafhankelijke onderzoekers. De evaluatie start in 2020 en zal inzage
in de behaalde resultaten geven. Tot die tijd acht ik een conclusie over het al dan
niet slagen van de pilot-LVV’s voorbarig.
Graag benut ik deze brief om uw Kamer te attenderen op de publicatie van mijn besluit
op het Wob-verzoek over de totstandkoming van het programma.3 De geopenbaarde informatie geeft inzicht in de samenwerking tussen Rijk en gemeenten,
die als veelbelovend wordt ervaren. Het is nu zaak om de gezamenlijke inspanningen
voort te zetten teneinde de pilot-LVV’s te laten slagen.
Verder laat ik weten dat ik, zoals toegezegd aan uw Kamer, in het voorjaar van 2020
een technische briefing organiseer om u nader te informeren over de voortgang en opzet
van de pilot-LVV’s en het programma. Tijdens de briefing zal ik in ieder geval ingaan
op het aantal gevonden bestendige oplossingen, inclusief het aantal (geplande) vertrekken
uit Nederland, de soorten casussen en de ervaringen met de casusoverleggen.
Ten slotte laat ik weten dat ik op donderdag 26 september jl. met dhr. Groot Wassink,
wethouder te Amsterdam, heb gesproken over de voortgang en opzet van de pilot-LVV
aldaar. De voornaamste constatering is dat de lokale convenantspartners elkaar goed
weten te vinden. Tijdens het gesprek is door beide partijen nog eens benadrukt dat
het van belang is om de afspraken uit het convenant na te leven. Hiermee doe ik mijn
toezegging aan uw Kamer om een terugkoppeling van het gesprek te geven gestand.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol