29 344 Terugkeerbeleid

Nr. 137 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2019

Tijdens de regeling van werkzaamheden van 15 oktober jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 13, item 15) heeft u mij gevraagd te reageren op het bericht «Uitgeprocedeerde asielzoekers vertrekken amper» van 12 oktober 2019 in De Telegraaf.1

In het kader van het programma Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (hierna: LVV) werken Rijk en gemeenten samen om voor het illegale verblijf van vreemdelingen zonder recht op verblijf of rijksopvang zoveel mogelijk bestendige oplossingen te realiseren. De pilot-LVV’s in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen zijn pas dit jaar van start gegaan.

Binnen de LVV-pilots wordt, in lijn met hetgeen is afgesproken in de convenanten, ingezet op een bestendige oplossing. Onder een bestendige oplossing versta ik vertrek uit Nederland of, uitsluitend indien de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden daarvan, legalisering van verblijf. Zelfstandige terugkeer is en blijft een weerbarstig proces dat van vele factoren afhankelijk is, in de eerste plaats de medewerking van de vreemdeling zelf.2 Om deze medewerking te verkrijgen is een duidelijke uitspraak dat legalisering van verblijf niet aan de orde is instrumenteel.

Ik vind het van belang om te benadrukken dat de pilot-LVV’s zijn bedoeld om in de praktijk te kijken welke aanpak werkt. De pilot-LVV’s en het programma zullen worden geëvalueerd door onafhankelijke onderzoekers. De evaluatie start in 2020 en zal inzage in de behaalde resultaten geven. Tot die tijd acht ik een conclusie over het al dan niet slagen van de pilot-LVV’s voorbarig.

Graag benut ik deze brief om uw Kamer te attenderen op de publicatie van mijn besluit op het Wob-verzoek over de totstandkoming van het programma.3 De geopenbaarde informatie geeft inzicht in de samenwerking tussen Rijk en gemeenten, die als veelbelovend wordt ervaren. Het is nu zaak om de gezamenlijke inspanningen voort te zetten teneinde de pilot-LVV’s te laten slagen.

Verder laat ik weten dat ik, zoals toegezegd aan uw Kamer, in het voorjaar van 2020 een technische briefing organiseer om u nader te informeren over de voortgang en opzet van de pilot-LVV’s en het programma. Tijdens de briefing zal ik in ieder geval ingaan op het aantal gevonden bestendige oplossingen, inclusief het aantal (geplande) vertrekken uit Nederland, de soorten casussen en de ervaringen met de casusoverleggen.

Ten slotte laat ik weten dat ik op donderdag 26 september jl. met dhr. Groot Wassink, wethouder te Amsterdam, heb gesproken over de voortgang en opzet van de pilot-LVV aldaar. De voornaamste constatering is dat de lokale convenantspartners elkaar goed weten te vinden. Tijdens het gesprek is door beide partijen nog eens benadrukt dat het van belang is om de afspraken uit het convenant na te leven. Hiermee doe ik mijn toezegging aan uw Kamer om een terugkoppeling van het gesprek te geven gestand.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven