29 344 Terugkeerbeleid

Nr. 104 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2012

Uw Kamer heeft mij heden verzocht om een schriftelijke reactie op het aanbod dat de gemeente Amsterdam op 20 november jl. heeft gedaan aan de vreemdelingen uit het tentenkamp in Amsterdam. Met deze brief kom ik tegemoet aan dit verzoek.

De gemeente Amsterdam heeft, in samenwerking met enkele andere gemeenten, de vreemdelingen uit het tentenkamp 30 dagen onderdak aangeboden in een dak-en thuislozenopvang binnen of buiten Amsterdam, voor zover de vreemdelingen zelf niet kunnen voorzien in onderdak. Dit is een uitzonderlijk aanbod, bedoeld als een periode om te kunnen bijkomen en te herstellen, en is volgens mijn informatie gedaan uit humanitair oogpunt.

Ik stel vast dat de gemeente Amsterdam een balans tracht te vinden tussen een zorgvuldige beëindiging van het tentenkamp en het respecteren van het nationale toelatings- en terugkeerbeleid. Maar ik vrees dat een aanbod waarbij zonder verdere voorwaarden opvang wordt aangeboden, deze vreemdelingen opnieuw hoop geeft op verblijf in Nederland want de vraag om een verblijfsvergunning is de kern van de eisen van deze vreemdelingen uit het tentenkamp.

Daarom vind ik het belangrijk om eenduidig te zijn in mijn boodschap richting deze vreemdelingen: acties zoals deze kunnen nooit aanleiding zijn om een verblijfsvergunning te geven. Nederland heeft daarvoor zorgvuldige toelatingsprocedures waarin ook de rechter nog eens kan kijken naar de beslissingen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Ik heb Amsterdam hier op gewezen en blijf in goed gezamenlijk overleg met de burgemeester van Amsterdam de situatie nauwlettend opvolgen, wat overigens onverlet laat de bevoegdheid van de burgemeester met betrekking tot openbare orde.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven