29 338 Wetenschapsbudget

Nr. 260 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 september 2022

Wetenschappelijke inzichten veranderen onze levens in hoog tempo en brengen grote vooruitgang van welzijn en welvaart voor de samenleving. Tegelijkertijd neemt de complexiteit van de wetenschap toe en wordt het ingewikkelder om wetenschap uit te leggen aan de samenleving en om maatschappelijke organisaties en burgers te betrekken bij onderzoek. Een belangrijke doelstelling in de Beleidsbrief Hoger Onderwijs en Wetenschap1 is daarom het vergroten van de maatschappelijke impact van hoger onderwijs en onderzoek, en de publieke erkenning hiervan. Dit vergt, onder andere, interdisciplinair onderzoek, samenwerking binnen de kennisketen (fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek) en samenwerking met maatschappelijke organisaties en burgers (transdisciplinair onderzoek). De Nationale Wetenschapsagenda (NWA) is daarom een zeer relevant programma, ook omdat de inhoudelijke agenda is ontstaan met grote betrokkenheid van burgers en maatschappelijke partners.

Hierbij ontvangt uw Kamer de onafhankelijke evaluatie van het NWA-programma 2018–2021 alsook de aanbiedingsbrief van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) inzake de evaluatie. Zoals op 16 juni jl. aan uw Kamer gecommuniceerd2, reageer ik met deze brief ook op het briefadvies NWA van de AWTI.

Hieronder leest u een toelichting op de achtergrond van het NWA-programma, de belangrijkste uitkomsten van de evaluatie en het AWTI briefadvies, mijn reactie en de vervolgacties van NWO.

Achtergrond

Object van de evaluatie is het NWA-programma zoals uitgevoerd door NWO. Het doel van de NWA is om een positieve en structurele bijdrage te leveren aan de kennismaatschappij van morgen, waar nieuwe kennis gemakkelijk doorstroomt van onderzoeker naar gebruiker en waar nieuwe vragen vanuit de praktijk en de samenleving snel en vanzelfsprekend ingang vinden in nieuw onderzoek. Daarom is het NWA-programma gericht op het:

  • 1. stimuleren van wetenschappelijke doorbraken en maatschappelijke impact;

  • 2. bevorderen van kennisontwikkeling en -deling via interdisciplinaire en kennisketenbrede samenwerking (fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek); en

  • 3. proactief betrekken van de samenleving en maatschappelijke partners bij het formuleren, opzetten en uitvoeren van onderzoeksprojecten (dit wordt ook wel aangeduid als transdisciplinair onderzoek).

Sinds de start van het NWA-programma in 2018 zijn meer dan 1.600 organisaties actief in NWA-projecten, waarvan bijna 900 maatschappelijke organisaties en overheden, zoals patiëntenverenigingen, musea, bedrijven en gemeentes. Bij het formuleren en cofinancieren van thematische programma’s op maatschappelijk relevante thema’s zijn bijna alle departementen (en andere overheden) betrokken.

Het NWA-programma dat NWO uitvoert (zoals de calls en bijeenkomsten) is verbonden met de inhoudelijke agenda van de NWA (de kennisvragen). De inhoudelijke agenda is gevormd op basis van vragen van burgers, maatschappelijke organisaties en onderzoekers en is gestructureerd langs 25 routes. De agenda wordt momenteel geactualiseerd in opdracht van OCW onder coördinatie van NWO, in nauwe samenwerking met partners uit de maatschappij, wetenschap en overheid.

Uitkomsten van de evaluatie van het NWA-programma

De commissie, onder voorzitterschap van Kristel Baele, concludeert dat de NWA een uniek programma is dat deel uitmaakt van een relatief nieuwe nationale en internationale beweging waarin de nadruk ligt op de maatschappelijke impact van wetenschappelijk onderzoek. De impuls van de NWA aan interdisciplinair, transdisciplinair en ketenbreed onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken is evident. De commissie heeft zes hoofdaanbevelingen geformuleerd om de doelstellingen van de NWA voor de vernieuwing van wetenschap in verbinding met de samenleving waar te maken. De commissie acht het noodzakelijk om de verbinding met de samenleving substantieel te versterken, het programma scherper te positioneren en verder uit te breiden. De zes aanbevelingen zijn als volgt:

  • Versterk de vraagsturing vanuit de maatschappij. De commissie adviseert het thematische en strategische karakter van de NWA te versterken door te prioriteren in wat de meest urgente maatschappelijke vraagstukken zijn voor onderzoek vanuit de NWA. Een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van maatschappelijke impact is een gelijkwaardige inbreng van maatschappelijke partners in dit keuzeproces. Het commissieadvies staat hiermee op één lijn met het AWTI-advies: ook de AWTI adviseert om scherper te kiezen voor maatschappelijke vraagstukken en voor intensieve samenwerking tussen onderzoek en maatschappij.

  • Diversifieer het instrumentarium van de NWA. Het advies is om het instrumentarium (subsidievoorwaarden, procedures, beoordelingscriteria) en financieringswijze zodanig in te richten dat een meer gelijkwaardige inbreng van ketenpartners en maatschappelijke partners wordt gefaciliteerd. Zo zijn de procedures niet altijd geschikt voor maatschappelijke organisaties voor wie onderzoek geen kerntaak is. Ook de AWTI noemt dit punt, in combinatie met het advies om de aanvraagprocedure te versimpelen en om organisaties te ondersteunen bij consortiavorming.

  • Beoordeel onderzoeksvoorstellen vanuit actuele inzichten over interdisciplinair en transdisciplinair onderzoek. De commissie benoemt dat het beoordelen van interdisciplinair, transdisciplinair en ketenbreed onderzoek vraagt om specifieke expertise van de beoordelaars en een andere definitie van excellent wetenschappelijk onderzoek waarbij ook oog is voor de maatschappelijke impact.

  • Zorg voor een duidelijkere positionering van de NWA. Volgens de commissie dient de NWA een duidelijkere positie in te nemen door een scherpere programmering en prioritering. Het advies is om overlap te voorkomen met economisch georiënteerde programma’s en de NWA te richten op onderwerpen en maatschappelijke organisaties die elders niet aan bod komen. Ook de AWTI benoemt dat de NWA gebaat is bij een herkenbare, onderscheidende en complementaire positie binnen het wetenschaps-, technologie-, en innovatiebeleid.

  • Leg vanuit de NWA inhoudelijk en financieel verbinding met andere onderzoekfinanciers. De commissie adviseert om vanuit de NWA een verbindende rol te spelen tussen fondsen, zoals het Nationaal Groeifonds en de sectorplannen. Het gaat hierbij onder andere om de wijze waarop bij technologieontwikkeling en innovatie aandacht is voor maatschappelijke aspecten.

  • Richt een brede expertisefunctie in voor ontwikkeling van kennis en expertise op het vlak van interdisciplinair en transdisciplinair onderzoek en wetenschapscommunicatie. NWO krijgt het advies om een brede expertisefunctie in te richten voor de ontwikkeling van kennis en expertise op een drietal onderwerpen, namelijk: interdisciplinair en transdisciplinair onderzoek, wetenschapscommunicatie en publiek engagement.

Reactie

De evaluatiecommissie heeft op constructieve wijze de ontwikkeling en de verbeterpunten van het NWA-programma in kaart gebracht. De commissie concludeert dat de NWA een uniek programma is en een impuls geeft aan onderzoek dat interdisciplinair, transdisciplinair en ketenbreed is. Ik ben blij met dat oordeel en herken het beeld dat de evaluatiecommissie schetst. Tegelijkertijd doet de commissie aanbevelingen ter verbetering van het NWA-programma. Ik ben de evaluatiecommissie en de AWTI zeer erkentelijk voor de adviezen en ik omarm de aanbevelingen die zij doen. Ook dank ik de AWTI voor het briefadvies over de NWA. De hierna omschreven vervolgacties van NWO geven uitvoering aan de aanbevelingen van de evaluatiecommissie en de AWTI.

Vervolgacties NWO

De Raad van Bestuur van NWO erkent de observaties van de evaluatiecommissie en waardeert de concrete handvatten die het rapport biedt. NWO heeft ook het NWA briefadvies van de AWTI bij de overwegingen betrokken. De doorontwikkeling van het NWA-programma past in het nieuwe strategisch plan 2023–2026 «Wetenschap werkt»3 van NWO. In dit plan zijn onder andere strategische ambities opgenomen die moeten zorgen voor coherente onderzoeksagenda’s en onbelemmerde samenwerking. NWO reageert in haar aanbiedingsbrief op de evaluatie langs drie hoofdlijnen:

  • NWO onderschrijft de conclusie van de evaluatiecommissie dat de maatschappelijke verbinding als een van de hoofddoelen verder kan worden verstevigd. NWO werkt er naartoe dat maatschappelijke vraagsturing nadrukkelijker ruimte krijgt en ziet daar ook een rol weggelegd voor citizen science. Om het beoordelen van interdisciplinair, transdisciplinair en kennisketen-breed onderzoek te ondersteunen vanuit actuele inzichten zal NWO haar kennisplatform interdisciplinair onderzoek uitbouwen naar ook transdisciplinair onderzoek. Verder is NWO voornemens wetenschapscommunicatie en betrokkenheid van maatschappij en burgers binnen NWO een bredere plek te geven.

  • NWO onderschrijft de aanbeveling dat het NWA-programma duidelijker kan worden geprofileerd, geprioriteerd en geagendeerd. Voor het NWA-programma betekent dit dat NWO gaat onderzoeken hoe sturing en planning op thema's kan worden aangebracht. NWO zal op passende wijze invulling geven aan het agenderen, prioriteren en faseren, wat ook zal bijdragen aan het verminderen van de systeemdruk.

  • NWO ziet ook de noodzaak en behoefte om het NWA-instrumentarium beter toe te snijden op samenwerking met maatschappelijke partners. NWO streeft naar op maat gesneden procedures en randvoorwaarden, passend bij het doel van het programma.

Ik blijf met NWO in contact over deze vervolgacties.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 964.

X Noot
2

Kamerstuk 29 338, nr. 257; De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in mei verzocht de reactie van Minister Dijkgraaf op het AWTI briefadvies NWA te delen met de Tweede Kamer.

X Noot
3

Kamerstuk 29 338, nr. 258.

Naar boven