29 338 Wetenschapsbudget

Nr. 132 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2014

Hierbij zend ik u het herziene Standard Evaluation Protocol (SEP)1. Ik heb u dit toegezegd in het algemeen overleg over wetenschapsbeleid op 18 april 2013 (Kamerstuk 29 338, nr. 120). In januari 2013 is door de besturen van NWO, KNAW, en VSNU de evaluatiecommissie Onderzoeksevaluaties (ECO) ingesteld. Deze heeft zich het afgelopen jaar beziggehouden met de herziening van het SEP. De wijzigingen en veranderingen zijn in het overleg van de voorzitters van KNAW, NWO en VSNU van 20 februari jl. vastgesteld, waarna ze mij op 21 maart 2014 zijn aangeboden.

Ik ben verheugd u te kunnen melden dat in het herziene SEP een aantal inhoudelijke wijzigingen is doorgevoerd die tegemoetkomen aan de veranderende omstandigheden waarmee het onderzoeks- en wetenschapsbestel wordt geconfronteerd. Zo zal op basis van het herziene SEP systematisch blijvende aandacht worden geschonken aan de maatschappelijke relevantie van het onderzoek, naast de aandacht voor de wetenschappelijke kwaliteit daarvan. Verder vervalt «productiviteit» als zelfstandig criterium. Zo wordt gehoor gegeven aan de kritiek dat de publicatiecultuur in sommige vakgebieden is doorgeschoten. Tot slot voorziet het herziene SEP in het meenemen van het opleidingsaspect van promotietrajecten en het integriteitsbeleid van de onderzoekseenheid in de evaluaties.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven