29 338 Wetenschapsbudget

Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2013

In lijn met mijn brief van 15 juli 2013 over Onderzoekscholen: financiering en positionering in perspectief (Kamerstuk 29 338, nr. 112) hebben VSNU en SODOLA een richtlijn geformuleerd voor de financiële vergoeding voor de onderzoekscholen, die houvast biedt voor de penvoerders en de scholen, maar ook recht doet aan de variatie in omvang en werkwijze.

In bijgevoegde richtlijn stellen VSNU en SODOLA vast dat interuniversitaire samenwerking in de promotieopleiding van groot belang is en blijft1. Onderzoek-scholen en lokale graduate schools kunnen daarbij goed naast elkaar bestaan. Naast de bijdrage aan de opleiding van promovendi is ook de coördinatie en facilitering van onderzoek een primaire taak van de onderzoekscholen. De scholen ontplooien daartoe uiteenlopende activiteiten, en kennen een grote diversiteit in omvang, aanpak en werkwijze. Brede interuniversitaire onderzoekscholen ontvangen een naar omvang en aard van de leden gedifferentieerd basisbedrag om de bureaukosten te voldoen. Aan dit basisbedrag wordt per taak een bedrag toegevoegd; daarbij gaat het onder meer om het bieden van een opleidingsprogramma voor promovendi, het verrichten van interdisciplinair onderzoek en het onderhouden van internationale onderzoekssamenwerking. Van de richtlijn kan worden afgeweken als lokale omstandigheden daartoe noodzaken; de universiteit licht dat in haar jaarverslaglegging toe (pas-toe-of-leg-uit). VSNU en SODOLA zullen deze afspraken eind 2014 evalueren.

Ik ben blij dat VSNU en SODOLA hierover overeenstemming hebben weten te bereiken. Ik heb er alle vertrouwen in dat deze richtlijn decentraal op een adequate wijze zal worden uitgewerkt. De verantwoordelijkheid die universiteiten in dezen hebben genomen waardeer ik zeer en vind ik van belang voor de vitaliteit van de wetenschapsbeoefening die Nederland kent.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven