29 325 Maatschappelijke Opvang

Nr. 90 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2017

In uw brief van 11 juli 2017 vraagt de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van uw Kamer mij en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) om een integrale reactie te zenden op het rapport van de Nationale ombudsman over vrouwen in de vrouwenopvang («Vrouwen in de knel») met daarbij specifieke aandacht voor de in het rapport geschetste schuldenproblematiek. Kamerlid Peters (CDA) heeft op 12 juli jongstleden naar aanleiding van genoemd rapport aan de Staatssecretaris van SZW vragen gesteld over de financiële problemen van vrouwen in de vrouwenopvang. Deze worden separaat beantwoord.

Zoals ik uw Kamer in mijn antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van den Hul en Nijboer (beiden PvdA) van 14 juli 20171 heb laten weten ben ik de Ombudsman zeer erkentelijk voor zijn onderzoek en de aanbevelingen. Ik ga hiermee aan de slag, met mijn collega van SZW, de VNG en de Federatie Opvang. In de voortgangsrapportage Geweld in Afhankelijkheidsrelaties (GIA) zal ik een integrale beleidsreactie geven op de bevindingen van de Nationale ombudsman. Deze rapportage ontvang u – zo is het streven – voor het Algemeen Overleg op 1 november a.s. Daarbij betrek ik ook het rapport «Moeder en kind verlaten de vrouwenopvang: (wie) is dat een zorg?» (mei 2017) van het Toezicht Sociaal Domein / Samenwerkend Toezicht Jeugd2.

mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2355.

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 29 325, nr. 89.

Naar boven