29 323 Prenatale screening

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2015

Tijdens de behandeling van de begroting 2015 van het Ministerie van VWS heeft de heer Van der Staaij (SGP) vragen gesteld over de stand van zaken rond foetale chirurgie bij spina bifida (open ruggetje).

Ik heb mij over deze behandelvorm laten informeren door professor Oepkes, hoogleraar foetale therapie en zijn vakgroep bij het LUMC. Mij is gebleken dat foetale chirurgie zoals deze in Leuven wordt toegepast, de komende jaren nog niet in Nederland beschikbaar zal komen. Het gaat om zodanig complexe en zeldzame toegepaste ingrepen dat concentratie daarvan over de landsgrenzen heen noodzakelijk is.

Ook is mij duidelijk gemaakt dat het voor Nederland om zeer kleine aantallen vrouwen per jaar gaat, vermoedelijk 1 a 2 per jaar. De Nederlandse UMC’s kunnen in voorkomende gevallen behulpzaam zijn bij de toegeleiding en triage van vrouwen naar België en de UMC’s trekken daarin ook gezamenlijk op.

Het Zorginstituut Nederland heeft op mijn verzoek naar foetale chirurgie gekeken en komt1, gelet op de zeer kleine aantallen vrouwen waar het om gaat, tot de conclusie dat het aan zorgverzekeraars is om in voorkomende gevallen over vergoeding te besluiten.

Zorgverzekeraars Nederland heeft op haar beurt aan het Zorginstituut Nederland en mij laten weten dat haar leden in voorkomende gevallen de behandeling in België zullen vergoeden, mits er sprake is van een zorgvuldige toegeleiding en triage vanuit een Nederlands UMC. Omdat de 8 spina bifida centra in Nederland zich verenigd hebben in het PROSPER consortium (PROspective SPina bifida Registry of outcome after intrauterine surgery) en een document met uniforme criteria voor counseling van ouders in UMC’s hebben opgesteld, kan aan die voorwaarde worden voldaan.

Ik kom dan ook tot de slotsom dat deze zorgvorm in België op zorgvuldige wijze vanuit Nederland toegankelijk gemaakt is voor vrouwen voor wie dit een behandelalternatief kan zijn.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven