Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2015
Tijdens de behandeling van de begroting 2015 van het Ministerie van VWS heeft de heer
Van der Staaij (SGP) vragen gesteld over de stand van zaken rond foetale chirurgie
bij spina bifida (open ruggetje).
Ik heb mij over deze behandelvorm laten informeren door professor Oepkes, hoogleraar
foetale therapie en zijn vakgroep bij het LUMC. Mij is gebleken dat foetale chirurgie
zoals deze in Leuven wordt toegepast, de komende jaren nog niet in Nederland beschikbaar
zal komen. Het gaat om zodanig complexe en zeldzame toegepaste ingrepen dat concentratie
daarvan over de landsgrenzen heen noodzakelijk is.
Ook is mij duidelijk gemaakt dat het voor Nederland om zeer kleine aantallen vrouwen
per jaar gaat, vermoedelijk 1 a 2 per jaar. De Nederlandse UMC’s kunnen in voorkomende
gevallen behulpzaam zijn bij de toegeleiding en triage van vrouwen naar België en
de UMC’s trekken daarin ook gezamenlijk op.
Het Zorginstituut Nederland heeft op mijn verzoek naar foetale chirurgie gekeken en
komt1, gelet op de zeer kleine aantallen vrouwen waar het om gaat, tot de conclusie dat
het aan zorgverzekeraars is om in voorkomende gevallen over vergoeding te besluiten.
Zorgverzekeraars Nederland heeft op haar beurt aan het Zorginstituut Nederland en
mij laten weten dat haar leden in voorkomende gevallen de behandeling in België zullen
vergoeden, mits er sprake is van een zorgvuldige toegeleiding en triage vanuit een
Nederlands UMC. Omdat de 8 spina bifida centra in Nederland zich verenigd hebben in
het PROSPER consortium (PROspective SPina bifida Registry of outcome after intrauterine
surgery) en een document met uniforme criteria voor counseling van ouders in UMC’s
hebben opgesteld, kan aan die voorwaarde worden voldaan.
Ik kom dan ook tot de slotsom dat deze zorgvorm in België op zorgvuldige wijze vanuit
Nederland toegankelijk gemaakt is voor vrouwen voor wie dit een behandelalternatief
kan zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers