29 323 Prenatale screening

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2011

Hierbij zend ik u het Jaarverslag Preïmplantatie Genetische Diagnostiek (PGD) Nederland 2009.1 Het betreft het tweede jaarverslag van «PGD Nederland», het samenwerkingsverband tussen de vergunninghouder-PGD het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de PGD-transportcentra het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).2

In deze brief geef ik een korte reactie op het jaarverslag PGD 2009.

In 2009 lijkt een stabilisatie van het aantal verwijzingen voor PGD te hebben plaatsgevonden. In 2007 zijn ongeveer 130 paren verwezen voor PGD, in 2008 276 stellen en in 2009 266 stellen. De toename van verwijzingen leidde in 2008 en 2009 tot een toename van het aantal behandelingen: in 2008 startten 95 stellen met de PGD-behandeling; in 2009 112 stellen. PGD Nederland kan voldoen aan deze vraag naar PGD. Er is voldoende capaciteit. Overigens heeft het AMC bij PGD Nederland een verzoek ingediend om aan te mogen sluiten als derde transportcentrum bij het samenwerkingsverband.

Van de 242 naar het azM verwezen stellen, zagen 74 stellen af van behandeling. Ongeveer de helft van de verwezen stellen (117) besloot verder te gaan met PGD. 7 Stellen bleken niet geschikt voor IVF, 20 stellen werden spontaan zwanger.

Van 10 stellen is de indicatie voorgelegd aan de indicatiecommissie PGD. 14 stellen werden afgewezen door de werkgroep PGD, omdat PGD niet mogelijk was voor deze aandoening of niet toegestaan is in Nederland. Het ging onder meer om 3 verzoeken tot de Huntington exclusietest en 1 verzoek tot de CADASIL3 exclusietest. Voor mijn visie op de Huntington exclusietest verwijs ik u naar mijn antwoorden op eerdere kamervragen.4 Ik verwacht u voor de zomer nader te kunnen informeren over mijn visie op de Huntington-exclusietest. In 2009 werden 54 paren verwezen voor PGD in verband met erfelijke kanker. In 35 gevallen ging het om erfelijke borstkanker. In totaal zijn er (in 2008 en 2009) 67 paren verwezen in verband met borstkanker.

Uiteindelijk werd bij de 112 stellen gestart met 149 PGD-cycli: 42 cycli in het azM, 64 in het UMCu en 6 in het UMCG. In 2009 ontstonden er 35 doorgaande zwangerschappen.5 Het zwangerschapspercentage per terug geplaatste embryo kwam daarmee op 33,7%. Dit percentage blijft stabiel over de jaren en is in lijn met internationale cijfers. Tussen het azM, UMCU en UMCG waren er geen significante verschillen. Uiteindelijk werden er in 2009 26 kinderen geboren uit 24 zwangerschappen (22 eenlingen en 2 tweelingen). Sinds 1995 zijn 136 kinderen levend geboren na PGD.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

www.pgdnederland.nl.

XNoot
3

CADASIL: een erfelijke aandoening waarbij de spiercellen in kleine slagaders beschadigd raken. Hierdoor ontstaat met name schade in de hersenen, met dementie, depressie en herseninfarcten tot gevolg.

XNoot
4

Antwoorden VSO ziekte van Huntington nav brief 7 oktober 2010.

XNoot
5

Er is dan sprake van een vitale zwangerschapsecho bij 7 á 8 weken.

Naar boven