29 323
Prenatale screening

nr. 63
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2009

In mijn brief d.d. 8 december 2008 (Kamerstuk 29 323, nr. 57) heb ik u geïnformeerd over de opdracht die ik, conform de motie Schermers c.s. (Kamerstuk 29 323, nr. 52), gegeven heb aan het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG), om voor 1 maart 2009 het beroepsprofiel voor de tweedelijns verloskundige vast te stellen en kenbaar te maken. Ik heb daarbij aangegeven dat ik er van uit ga dat het CBOG de betrokken beroepsgroepen en de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte hierbij betrekt, en dat het eindresultaat door de betrokken beroepsgroepen onderschreven wordt.

In zijn brief d.d. 19 februari 2009 (kenmerk IO90034 EvdV/LV) heeft het CBOG mij geïnformeerd over de voortgang van de totstandkoming van het beroepsprofiel van de tweedelijns verloskundige. Deze brief (met bijlagen) stuur ik u hierbij ter kennisneming toe1.

Uit deze brief blijkt dat de gestelde streefdatum van 1 maart 2009 voor de oplevering van het vastgestelde beroepsprofiel niet wordt gehaald. Het COBG heeft met redenen omkleed aangegeven dat het traject getemporiseerd wordt, om de betrokken beroepsgroepen de gelegenheid te geven onderling tot overeenstemming te komen. Het CBOG verwacht na 1 april 2009 zijn rol weer te kunnen oppakken en de opdracht tot uitvoering te kunnen brengen. Ik heb het CBOG gevraagd mij te berichten voor welke datum zij verwacht het project succesvol te kunnen afronden. Zodra het eindresultaat beschikbaar zal ik u daarvan op de hoogte stellen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven