29 323
Prenatale screening

nr. 60
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 16 februari 2009

Op 10 februari 2009 heb ik de Regeling preïmplantatie genetische diagnostiek vastgesteld, die u bijgaand aantreft1.

Deze regeling vormt de weerslag van het standpunt over preïmplantatie genetische diagnostiek (Kamerstuk 29 323, nr. 46) dat u op 27 juni 2008 van mij heeft ontvangen.

Met de Regeling preïmplantatie genetische diagnostiek is een apart planningsregime vastgesteld voor preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) onder het vergunningstelsel van de Wet op bijzondere medische verrichtingen (WBMV). Het verbod op PGD zonder vergunning was reeds neergelegd in het Besluit aanwijzing bijzondere medische verrichtingen.

Op basis van deze regeling zullen de vergunningen van de instellingen voor klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering worden aangepast en wordt aan het Academisch Ziekenhuis Maastricht een vergunning voor PGD verleend. Aan de vergunningverlening zijn voorschriften verbonden, die in de Regeling preïmplantatie genetische diagnostiek beschreven zijn.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven