29 323
Prenatale screening

nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2005

Op 21 november 2003 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het kabinetsstandpunt aangaande prenatale screening. Naar aanleiding van het uitkomen van een vervolgadvies van de Gezondheidsraad in april 2004, heb ik u op 7 juni 2004 tevens mijn reactie op het vervolgadvies gestuurd. Tijdens het vragenuur prenatale screening op 15 maart jl. heb ik toegezegd dat u voor de zomer een brief ontvangt over de organisatie van prenatale screening.

Opdracht

De opdracht om alle elementen van de prenatale screening op samenhangende wijze te organiseren is geen eenvoudige. Zo dienen de volgende punten geregeld te zijn:

• er dienen vergunningen in het kader van de Wet op het Bevolkingsonderzoek te zijn verleend;

• er dient een sluitend systeem te zijn om de kosten verrekenbaar te maken;

• er dient een sluitend systeem te zijn om de aanspraak op prenatale screening vanuit de zorgverzekering te regelen.

De hierbij te zetten stappen zijn deels de verantwoordelijkheid van het departement en deels de verantwoordelijkheid van de verschillende veldpartijen, vaak in interactie met elkaar (voorbeeld: het indienen vergunningsaanvraag door veldpartij(en), gevolgd door besluitvorming omtrent vergunningsverlening door het departement). Recent is bovendien duidelijk geworden dat een zorgvuldige invoering per 1-1-2006 niet haalbaar lijkt vanwege de termijnen van noodzakelijke besluitvorming, zoals de formalisering van de aanspraak op vergoeding ten laste van de zorgverzekering. Het jaar 2006 wordt daarmee een overgangsjaar. Om te borgen dat de reeds tot stand gebrachte infrastructuur ook in dat jaar blijft bestaan, wil ik niet alleen een volledig beeld hebben van de eindsituatie maar ook van de organisatie in de tussenperiode. Ik wil ook uw Kamer dat volledige beeld kunnen schetsen.

Dit betekent dat ik pas na de zomerperiode maar wel voor het einde van het reces een brief met een grotere mate van detaillering aan uw Kamer kan aanbieden.

Huidige stand van zaken

Ik heb inmiddels verschillende malen overleg gevoerd met de betrokken partijen. De betrokken beroepsgroepen hebben daarbij gedetailleerde voorstellen voor de organisatie van de prenatale screening uitgewerkt. In de komende maanden zal door het departement in samenspraak met deze partijen worden gewerkt aan de verdere uitwerking van dit voorstel, inclusief het daarbij behorende stappenplan voor die partijen. Ik ben er van overtuigd dat het op deze wijze zal lukken om de opdracht, namelijk het organiseren van verantwoorde prenatale zorg voor alle zwangeren die recht doet aan het kabinetsstandpunt, te volbrengen.

Ik heb de inzet en de inspanningen van alle betrokken partijen in de afgelopen maanden zeer gewaardeerd.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Naar boven