nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2005
Op 21 november 2003 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het kabinetsstandpunt
aangaande prenatale screening. Naar aanleiding van het uitkomen van een vervolgadvies
van de Gezondheidsraad in april 2004, heb ik u op 7 juni 2004 tevens
mijn reactie op het vervolgadvies gestuurd. Tijdens het vragenuur prenatale
screening op 15 maart jl. heb ik toegezegd dat u voor de zomer een brief
ontvangt over de organisatie van prenatale screening.
Opdracht
De opdracht om alle elementen van de prenatale screening op samenhangende
wijze te organiseren is geen eenvoudige. Zo dienen de volgende punten geregeld
te zijn:
• er dienen vergunningen in het kader van de Wet op het Bevolkingsonderzoek
te zijn verleend;
• er dient een sluitend systeem te zijn om de kosten verrekenbaar
te maken;
• er dient een sluitend systeem te zijn om de aanspraak op prenatale
screening vanuit de zorgverzekering te regelen.
De hierbij te zetten stappen zijn deels de verantwoordelijkheid van het
departement en deels de verantwoordelijkheid van de verschillende veldpartijen,
vaak in interactie met elkaar (voorbeeld: het indienen vergunningsaanvraag
door veldpartij(en), gevolgd door besluitvorming omtrent vergunningsverlening
door het departement). Recent is bovendien duidelijk geworden dat een zorgvuldige
invoering per 1-1-2006 niet haalbaar lijkt vanwege de termijnen van noodzakelijke
besluitvorming, zoals de formalisering van de aanspraak op vergoeding ten
laste van de zorgverzekering. Het jaar 2006 wordt daarmee een overgangsjaar.
Om te borgen dat de reeds tot stand gebrachte infrastructuur ook in dat jaar
blijft bestaan, wil ik niet alleen een volledig beeld hebben van de eindsituatie maar ook van de organisatie in de tussenperiode. Ik wil ook uw Kamer
dat volledige beeld kunnen schetsen.
Dit betekent dat ik pas na de zomerperiode maar wel voor het einde van
het reces een brief met een grotere mate van detaillering aan uw Kamer kan
aanbieden.
Huidige stand van zaken
Ik heb inmiddels verschillende malen overleg gevoerd met de betrokken
partijen. De betrokken beroepsgroepen hebben daarbij gedetailleerde voorstellen
voor de organisatie van de prenatale screening uitgewerkt. In de komende maanden
zal door het departement in samenspraak met deze partijen worden gewerkt aan
de verdere uitwerking van dit voorstel, inclusief het daarbij behorende stappenplan
voor die partijen. Ik ben er van overtuigd dat het op deze wijze zal lukken
om de opdracht, namelijk het organiseren van verantwoorde prenatale zorg voor
alle zwangeren die recht doet aan het kabinetsstandpunt, te volbrengen.
Ik heb de inzet en de inspanningen van alle betrokken partijen in de afgelopen
maanden zeer gewaardeerd.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. I. J. M. Ross-van Dorp