Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2023
Op 26 januari jl. heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat verzocht
een schriftelijke reactie op stellen op het bericht «Deskundige wil extra controles
van oude tunnels na problemen in Friesland». Aanleiding hiervoor is de problematiek
bij de Prinses Margriettunnel in de A7. Over hetzelfde bericht heeft het lid Geurts
op 18 januari jl. schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden zijn op 8 februari naar
de Kamer gestuurd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1479). Deze brief gaat in op de acties die in dit kader in gang zijn gezet. Daarbij wordt
ingegaan op de problematiek bij de Prinses Margriettunnel in de A7, maar ook wat dit
mogelijk betekent voor andere vergelijkbare tunnels.
Prinses Margriettunnel
Op 13 december jl. is het wegdek in de noordelijke toerit van de Prinses Margriettunnel1 omhooggekomen. Door de ontstane onveilige situatie heeft Rijkswaterstaat op 14 december
jl. de A7 in beide richtingen afgesloten voor het wegverkeer.
In het wegdek is een hoogteverschil ontstaan van ongeveer 3 tot 6 cm. Om verder omhoog
komen van het wegdek te voorkomen, zijn circa 10.000 bigbags met zand op alle tunneldelen
geplaatst. Het wegdek is hiermee gestabiliseerd en is langzaam weer teruggezakt. Omdat
de A7 een belangrijke verkeersader is in het noorden van het land, werkt Rijkswaterstaat
met de hoogste prioriteit aan het oplossen van de problematiek. Zo is de Prinses Margriettunnel
in de A7 weer (deels) opengesteld en wordt onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van
de schade inclusief het definitieve schadeherstel.
Het (deels) openstellen
Op 6 februari jl. is in beide rijrichtingen één rijstrook in de tunnel opengesteld
voor het verkeer. De bigbags met zand zijn grotendeels vervangen door stalen rijplaten
en betonblokken. Op alle andere wegdelen is preventief ballast geplaatst om de bestaande
fundering te ontlasten en het risico te verkleinen dat er meer wegdelen in beweging
komen. Via een 24/7-monitoringssysteem kan snel worden ingegrepen mocht dat nodig
zijn (door bijvoorbeeld ballast te verplaatsen).
Onderzoek schade en herstel
Direct na afsluiting is onderzoek naar de bodemgesteldheid en de grondwaterstanden
gestart. Deze onderzoeken lopen nog. Met het openstellen van de Prinses Margriettunnel
is tevens werkruimte gecreëerd om het onderzoek naar de fundering van de tunnel te
starten. Dit onderzoek richt zich enerzijds op wat nodig is om de constructie te herstellen
en anderzijds op wat de oorzaak van de schade is.
Overige tunnels
Rijkswaterstaat doet voortdurend onderzoek en monitort in het hele land alle in haar
beheer zijnde tunnels, waaronder de tunnels die met de afzinkmethode zijn aangelegd
zoals de Prinses Margriettunnel. Hierbij wordt vooral ingezet op monitoren van de
bekende faalmechanismen. Tot voor kort was er bij de verdiepte toeritten aan weerszijden
van de tunnel geen bekend faalmechanisme en was er dus geen aanleiding om de toeritten
naar de tunnels te monitoren.
In 2010 heeft er een calamiteit plaatsgevonden in een toerit naar de Vlaketunnel waarbij
eveneens het wegdek omhoog kwam. De oorzaak lag in de zoute grondwateromstandigheden
en de hierdoor ontstane versnelde corrosie aan de trekankers. Gelet op de unieke omstandigheden
bij de Vlaketunnel was er geen aanleiding om andere tunnels te onderzoeken.
Of er een andere, meer uitgebreide manier van inspectie moet plaatsvinden, bijvoorbeeld
met sensoren, is afhankelijk van de oorzaak van de schade bij de Prinses Margriettunnel.
Het is verstandig om de resultaten van het daarvoor lopende onderzoek af te wachten.
Zo kan Rijkswaterstaat de aandacht richten op die objecten die hiervoor in eerste
instantie in aanmerking komen.
Zoals eerder is toegezegd, wordt het herstelplan voor de Prinses Margriettunnel en
de uitkomsten van het onderzoek naar het schademechanisme met de Kamer gedeeld. Naar
verwachting kan medio maart aan de hand van het onderzoek het herstelplan afgerond
worden. Wanneer de resultaten van het schadeonderzoek beschikbaar komen is nog niet
bekend.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers