29 296 Tunnelveiligheid

Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2023

Op 13 december jl. is het wegdek in de Prinses Margriettunnel in de A7 tussen Sneek en Joure omhoog gekomen. Door de ontstane onveilige situatie is vanaf 14 december jl. de A7 in beide richtingen afgesloten voor het wegverkeer. De leden Van der Molen (CDA) en De Hoop (PvdA) (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nrs. 1247 en 1250) hebben naar aanleiding van de berichtgeving hierover vragen gesteld. Aanvullend op de beantwoording van deze vragen wil ik u graag meer informatie geven over de huidige stand van zaken en de bestaande problematiek met betrekking tot de infrastructuur in Noord-Nederland.

Huidige stand van zaken

Eén van de tunneldelen in de Prinses Margriettunnel is omhoog gekomen. Hierdoor is er in het wegdek een hoogteverschil ontstaan van ongeveer 6 cm. Om verder omhoog komen van het wegdek te voorkomen, zijn circa 10.000 bigbags met zand op alle tunneldelen geplaatst. De ontstane schade is geen gevolg van achterstallig onderhoud of einde van de levensduur van de tunnel. in principe gaat dit object zo’n 90 jaar mee. Het onderhoud en inspecties hebben altijd tijdig plaatsgevonden en niets wees op het ontstaan van de situatie die zich nu voordoet.

Rijkswaterstaat doet momenteel onderzoek naar de oorzaak van de schade. Op basis van de resultaten van het onderzoek kan naar verwachting een inschatting gemaakt worden van de benodigde herstelmaatregelen en de duur daarvan. Rijkswaterstaat onderzoekt de mogelijkheden om de tunnelbak zo snel mogelijk (deels) weer open te stellen en doet er alles aan om de schade zo snel mogelijk te herstellen. Zo is er met spoed een team geformeerd met experts op constructief gebied alsmede experts op de verkeerskundige impact. Tevens is er gebruik gemaakt van de mogelijkheden binnen de Aanbestedingswet om versneld een aannemer in te schakelen voor onderzoek naar de oorzaak en te nemen herstelmaatregelen.

Er zijn omleidingsroutes over de A31, A32, de N354 en de N359 ingesteld waarbij het verkeer met een extra omrijtijd van tenminste 20 à 30 minuten te maken heeft. Op de parallel aan de A7 lopende weg tussen Joure en Sneek (de Nije Dyk) is sprake van dusdanig veel extra verkeer dat dit leidt tot overlast voor bewoners van aanliggende dorpen en onveilige situaties voor het overstekend fietsverkeer. Ook bleek uit door Rijkswaterstaat ingestelde monitoring dat de brug Uitwellingerga in de Nije Dyk door het extra verkeer dusdanig snel degradeert dat verkeersmaatregelen nodig waren. Rijkswaterstaat heeft daarom op 29 december jl. in samenspraak met de gemeente en provincie gebruiksbeperkingen ingesteld (een snelheidsbeperking en slechts één rijstrook beschikbaar met verkeerslichten om het verkeer te reguleren). Daarnaast is op 6 januari jl. het asfalt op het brugdek vernieuwd.

Gevolgen voor weggebruikers en de omgeving

De ontstane, onverwachte schade en de afsluiting van de weg is een ramp voor Friesland. De gevolgen voor de weggebruiker en de omgeving zijn groot. Daarom heb ik op 11 januari jl. een bezoek gebracht aan de Prinses Margriettunnel. Ik heb met ondernemers, bewoners en regionale bestuurders over de ontstane situatie gesproken. Het oplossen van dit probleem heeft voor mij de absolute prioriteit.

De A7 is een belangrijke verkeersader door Noord-Nederland. Dagelijks waren er in 2022 circa 16.000 verkeersbewegingen. De route wordt ook veel door vrachtverkeer gebruikt en is daarmee een belangrijke logistieke route in de regio. Omrijroutes over de A31 en A32 betekenen naast extra reistijd ook meer kilometers en daarmee hogere brandstofkosten voor vervoerders. Dit maakt dat ook veel vrachtverkeer van alternatieve routes, zoals de weg parallel aan de A7, gebruik maakt. Transport en Logistiek Nederland heeft in de regionale media (Friesch Dagblad) haar zorgen over de situatie geuit. Diverse (transport)ondernemers en belangenorganisaties uit de regio hebben afgelopen week in twee brieven hun zorgen aan mij kenbaar gemaakt.

In de regio is begrip voor het feit dat dit een onverwachte en onvoorziene situatie is. Tegelijkertijd zijn er grote zorgen bij provincie Fryslân, gemeenten De Fryske Marren en Sùdwest Fryslân, transport en vervoersorganisaties, getroffen bedrijven en omwonenden over de houdbaarheid van de situatie. De overlast voor de aanliggende dorpen en bedrijven neemt toe en de kwaliteit van de brug bij Uitwellingerga neemt af. Met de provincie en gemeenten is goed en nauw contact. In gezamenlijk overleg wordt de situatie gemonitord en wordt gezocht naar oplossingen om de omleidingsroutes te optimaliseren. Ook met de overige stakeholders (hulpdiensten, dorpsbelangen, diverse door de tunnelafsluiting getroffen bedrijven, belangorganisaties voor vervoer en transport) staat Rijkswaterstaat in contact. Rijkswaterstaat communiceert daarbij actief naar de buitenwereld over de ontstane situatie en de stand van zaken.

Infrastructuur in Noord-Nederland

In de regio zijn diverse bruggen langs de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (HLD) einde levensduur. Vervanging van de bruggen heeft vertraging opgelopen. Op een behoorlijk aantal bruggen geldt door verregaande degradatie inmiddels een gebruiksbeperking. De brug Uitwellingerga is daar een van. Dat, in combinatie met diverse aanvaringen van bruggen in de afgelopen jaren (meest recent is de brug Stroobos in december 2022), leidt tot zorgen bij de regionale bestuurders en belangorganisaties. Zij pleiten voor een snelle aanpak van de verouderde infrastructuur en het vergroten van de nautische veiligheid op de vaarweg. Voor de bruggen Spannenburg en Kootstertille lopen hiervoor inmiddels MIRT-trajecten. In het afgelopen BO MIRT is aangekondigd dat bij de voorjaarsnota 2023 ook de benodigde financiële middelen voor de vervanging van de nog resterende drie Friese bruggen (Uitwellingerga, Oude Schouw en Schuilenburg) beschikbaar komen.1 De regio is hier content mee; tegelijkertijd dringt ze aan op snelle tijdelijke maatregelen, zoals bij Kootstertille, die de ergste hinder kunnen verminderen.

Zoals ik ook tijdens het bezoek heb aangegeven, werkt Rijkswaterstaat nu met de hoogste prioriteit aan de problematiek bij de Prinses Margriettunnel. We willen de tunnelbak zo snel mogelijk weer, mogelijk deels, open stellen voor verkeer, in afwachting van definitief herstel van de tunnel.

De nu ontstane situatie laat helaas de kwetsbaarheid van de infrastructuur in Friesland zien. Er wordt dan ook voortvarend werk gemaakt van de aanpak van de Friese bruggen over de HLD, waarbij ook de mogelijkheden om te versnellen of om bruggen tijdelijk te versterken worden onderzocht.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 A, nr. 9.

Naar boven